maandag 12 november 2012

Sint Maarten en de oude man...deel 6

De volgende ochtend ben ik toch weer vol goede moed. Tenslotte heb ik uit Koutiala de transformator meegenomen en die zal straks geïnstalleerd worden.

Adama, onze lokale deskundige op het gebied van zonnepanelen die altijd paraat staat wordt gebeld maar blijkt voor een klus in Bandiagara, 60 km. hiervandaan te zitten. Bovendien, blijkt uit het telefoongesprek, heb ik de verkeerde transformator meegenomen: een 12 volt terwijl we een 24 volt nodig hebben.
Hamsa komt en brengt de veearts mee die naar een geit komt kijken die op apegapen ligt en haalt meteen de benzine generator op om hem naar de mecanicien terug te brengen.

Sedou vraagt of ik naar zijn kinderen wil kijken. Een maand geleden hadden ze zoals ik al schreef een zware malaria en kregen een infuus in het ziekenhuis. Maar Oumou en Kaziem zijn eigenlijk niet opgeknapt. Ik schrik want ik realiseer me ineens dat ik Oumou en Kaziem sinds ik terug ben niet gehoord heb. Ik heb er helemaal geen aandacht aan besteed. Als ik bij het schooltje kom waar ze nu tijdelijk wonen hoor ik de kinderen van de schoolklas met krijsende stemmetjes het volkslied van Mali zingen. Kaziem zit tegen een boomstam geleund, zijn ogen wagenwijd open maar hij ziet me niet. Oumou ligt op een mat, haar gezicht ziet er vreemd uit, helemaal niet Oumou.
Ik heb geen auto, Hamsa is met de Kanari weg. De waterpomp voor de Nissan is inmiddels uit Bamako gekomen voor een heleboel geld maar zit er nog niet in. Ik zeg tegen Sedou dat hij met ze naar het ziekenhuis moet, zo snel mogelijk en geef hem geld mee. Ze zijn te slap om ze tegelijk te vervoeren dus rijdt hij heen en weer en brengt ze er één voor één naar toe. Twee uur later is hij terug met de kinderen en een grote plastic zak met medicijnen. Ze hebben injecties gekregen en de rest gaat met druppels en pillen.
Ik ben er niet helemaal gerust op, we zullen de komende dagen afwachten.

Intussen is Baba gearriveerd. Hij ziet er moe uit. Na mijn telefoontje gister is hij naar een bevriende maraboet in Mopti gegaan.

Een maraboet is in de islamitische traditie in West-Afrika een ascetisch persoon, die gezien wordt als een soort wijsgeer, een heilige man. Je gaat naar een maraboet toe als je een probleem hebt, advies wilt, ziek bent of wanneer je denkt dat iemand zijn best doet om jou ziek te maken. Maraboets bezitten twee soorten kennis: religieuze kennis over 'de islam' en kennis van traditionele magische praktijken. Hiertoe behoren onder andere het waarzeggen en het vervaardigen van amuletten.

Daar moet ik even rustig voor gaan zitten. De rol van maraboets in Mali is nog groot en er zijn charlatans en echte. Toen er in het verleden een keer een aanzienlijk bedrag gestolen werd op Here Bugu stelde Baba voor om de maraboet in te schakelen. Op mijn vraag wat er zou gebeuren kreeg ik als antwoord: “ hij vult een schaal met hemelwater dat de aarde niet aangeraakt heeft. Iedereen op Here Bugu moet zich spiegelen in die schaal en hij zal de dief aanwijzen”. Ik had er niet zo’n goed gevoel bij en bedankte. Uiteindelijk deed ik zelf onderzoek en werd mij duidelijk wie de dief was. Het was toen wederom Baba die me ervan weerhield dat op mijn manier openlijk aan de kaak te stellen. De betreffende persoon werd medegedeeld dat we geen werk meer voor hem hadden en hij zal zich altijd afvragen of we wisten wat hij gedaan had. Ondertussen kan hij ons er niet van beschuldigen dat we hem beschuldigd hebben en dat in ons nadeel over ons rondstrooien. Zo werkt dat hier!

Dus, Baba is naar de maraboet gegaan. Toen ik met hem in Bamako was in mei, alwaar de arts constateerde dat hij een levensbedreigende hepatitis had, legde hij zijn hoofd op tafel en huilde met gierende uithalen. “Mijn familie gaat dit nooit accepteren”, bracht hij snikkend uit. In Mali is ziek zijn “not done”. Je houdt je groot tot je erbij neervalt en het te laat is. De familie, en in dit geval zijn moeder, raadpleegt de maraboets, betaald hun met pagnes (stoffen) en schapen om van de maraboets hun “benedicties”(aflaten) te kopen, ruïneert de financiële positie van de familie en de patiënt is overgeleverd aan tal van magische handelingen die hem beter zouden maken. Zoals bekend uit mijn blogs hebben we dat weten af te wenden. Baba was drie maanden op Here Bugu, ik heb hem verzorgd en het gaat beter met hem dan ooit tevoren. Ik heb dus op zijn minst een twijfelachtige verhouding tot maraboets.

“Hoeveel zwarte koeien moeten we slachten en hoeveel kippen doneren aan de armen” vraag ik enigszins geladen.
Maar Baba weet me te overtuigen dat “zijn maraboet” anders is. Nadat Baba het verhaal aan hem verteld had vroeg de maraboet of we voldoende hebben geëvalueerd. Of we de goede en de kwade daden voldoende kunnen onderscheiden. De streek waar we zitten staat sinds oudsher bekend als een gebied waar de “djinns” heersen.
Een djinn is een bovennatuurlijk onzichtbaar wezen, dat volgens islamitische overleveringen bezit kan nemen van mensen. Samen met mensen en Engelen zijn Djinns volgens de koran de drie levensvormen met een bewustzijn gemaakt door Allah.

Djinn zouden een nieuwsgierige geaardheid hebben; zij vallen daarom vaak als een soort van kaartenhuis uiteen wanneer zij worden verjaagd van het "hemelse licht" dat hun ook aantrekt. Allah geeft engelen hiervoor de opdracht. De slechte djinn (met een slechte intentie) geeft het opgevangen woord als roddel door. Een waarzegger kan dit opvangen en proberen te interpreteren.

Iedereen heeft zich erover verbaasd dat in dit gebied Here Bugu in de afgelopen drie jaar zo gegroeid is. Dat er zoveel goede dingen gebeuren. “We moeten ons uiteenzetten met de Djinns”, zegt Baba en “we moeten op 25 november “benedicties” doen”.

Baba heeft aan mij een goeie. Als klein kind zag ik wat men “elfen en kabouters” noemt in de natuur en niemand kan me ervan overtuigen dat het niet bestaat, al zie ik het niet meer. Die “benedicties” gaat de maraboet nog bepalen maar het zal er op neer komen dat elke bewoner van Here Bugu iets offert wat hem dierbaar is en wat hij kan opbrengen. “OK” hier kan ik mee leven.

Baba is zichtbaar vermoeid, de koorts begint weer en hij heeft een opkomende angina, een bekend probleem bij hem als het teveel wordt. Hamsa belt dat de benzine generator niet te repareren valt. De mecanicien verklaart nog nooit zoiets gezien te hebben, het motorblok is compleet doormidden gescheurd. Geen verandering in de situatie dus. Er knapt iets in me en ik zeg dat ik niet op Here Bugu kan blijven zonder mijn gezondheid in gevaar te brengen. Ik bel mijn vriendin Martine en reserveer een kamer in haar hotel met internet en airconditioning.

Ik pak wat spullen bij elkaar. Hamsa komt me ophalen en brengt ook Baba naar huis. Als ik naar de auto ga komt er een man aanlopen in een onderbroek en een hemdje. Een paar meter bij me vandaan werpt hij zich in het stof, kruipt naar me toe en grijpt mijn voeten vast. Het is de gardien van de burgemeester die ik naar het ziekenhuis bracht en die inmiddels weer genezen en terug is. Sedou, die erbij staat, gebaart me dat hij niet helemaal normaal is. De man is brood en brood mager. Ik help hem opstaan en zeg tegen Sedou dat hij hem een bord eten moet geven.

Het is tenslotte de tijd van Sint Maarten!!!
Dikke jassen, mutsen en wanten. Rode wangen van de kou en zelfgemaakte lantaarns waarmee we met de kinderen door de straten liepen. En daarna een lekkere pompoensoep. Heimwee!

Het lied dat we zongen voor het slapen gaan?

Sint Maarten reed door weer en wind
Zijn vurig paard draagt hem gezwind
Sint Maarten reed met volle moed
Zijn mantel dekt hem warm en goed

Een oud man stond aan de baan
Hij keek de ridder smekend aan
Och help mij, help mij in de nood
Ik vind hier in de kou de dood

Sint Maarten was zeer aangedaan
Hij keek de oude met medelij aan
Hij trok zij slagzwaard uit de schee
En sneed zijn mantel vlug in twee.

De oude man kwam 's nachts weerom
Hij had de halve mantel om.
Hij sprak tot Maarten zonder spot
En zei " ik ben de lieve God"

OK, neem het met een korrel zout, het wordt wat sentimenteel. Maar doneren mag,velen gingen al voor, een incasso tussen de 5 en 25 euro per maand. Email aan yvonne@rondombaba.nl We komen er de donkere tijden mee door.


Morgen: wederkerigheid, een vorm van ontwikkelingshulp