maandag 25 februari 2019

BEN JIJ EEN KIP?

Als ik de berichten moet geloven zijn er sinds 2012 in Mali 4.500 Franse militairen, 12.000 militairen en medewerkers van de VN (de Minusma) en dan nog een troepenmacht van 5000 man uit Mali, Niger, Burkina Faso, Tsjaad en Mauritanië om de vrede te bewaren. Veilig is het er niet  en voor de bevolking en voor mij is het niet duidelijk uit welke hoek het grootste gevaar komt.


dat vragen zij zich trouwens ook af
Are you a poel?
Op een zondag ga ik, begeleid door Baba, boodschappen doen in een klein supermarktje in Sévaré om mijn rantsoen van de markt een beetje aan te vullen. Ik ken de winkel en de eigenaren goed. Het is een soort Winkel van Sinkel waar ze boter verkopen en kaas, koekjes, koffie, potjes olijven en soms blikjes chocoladepudding, ongekende luxeproducten voor de gemiddelde Malinees. Ook deze keer nemen we een paar jongeren van Here Bugu mee om ze kennis te laten maken met deze wereld.

Het stampvolle winkeltje staat deze dag ook nog eens vol met grote blanke mannen die er hun boodschappen doen. Het zijn militairen in burger van de Minusma, de legereenheden die voor de UN in Mali verblijven en die er op zondag ook hun inkopen doen. Het zijn de mannen die in het onrustige Mali moeten helpen het uitbrekende geweld tussen de verschillende etnische groeperingen te beteugelen. Bij deze conflicten vallen veel slachtoffers, vooral onder de Peulen, vaak door toedoen van militairen. De mannen vullen kartonnen dozen met de spullen van hun keuze. Een lucht van alcohol hangt om hun heen. 

Ik sta in het Frans een beetje te kletsen met de vrouw van de eigenaar die achter een krakkemikkig tafeltje zit met een rekenmachientje en het geld in een laatje van de tafel. 
Één van de mannen wil afrekenen en komt naast me staan. Hij wijst naar de vrouw en zegt tegen haar: “are you a poel?”. De vrouw kijkt hem niet begrijpend aan. En hij zegt, terwijl zijn wijsvinger bijna haar gezicht aanraakt: “Yes I know, you must be a poel, your skin is lighter then the others, so you must be a poel". Iedereen in de winkel kijkt nu gespannen naar wat er gebeurt. Met militairen valt niet te spotten. Ik vraag de man in het Engels wat hij bedoelt en begrijp ineens dat hij vraagt of ze een ‘Peul’ is. (In het Frans is een ‘poule’ een kip, vandaar de verwarring). Ik vertaal en de vrouw zegt enigszins nerveus nu: “ik ben een Malinees, mijn moeder is Peuls maar mijn vader een Sonrai”. Ik vertaal en vraag dan aan de man: “and you, you are a what?”. Achter me wordt Baba nerveus, hij voelt een mogelijke onaangename situatie ontstaan. De man kijkt om zich heen naar de andere mannen en zegt dan met zijn witte kop: “I’m a Malian from Timbouctou”. Hij gooit een bundel geld op tafel, draait zich om en verlaat schaterlachend met zijn vrienden het winkeltje. 

Survival of the fittest
Als ik in oktober op Here Bugu aankom is het alsof ik nooit ben weggeweest en al snel ben ik opgenomen in de dagelijkse gang van zaken. Maar ik ontdek ook dat we voor een nieuwe uitdaging staan. Het is oorlog op Here Bugu. Onder de dieren woedt een strijd van de survival of the fittest. Volgens Baba komt dat omdat we op ons land geen pesticiden en kunstmest gebruiken. Alles wat vluchten kan vlucht naar ons toe. Ratten, zo groot als katten nestelen zich om mijn huis, muizen, zeer giftige slangen, padden, kikkers, wilde katten, roofvogels, wilde honden en bunzings. Ze vinden het hier allemaal heerlijk die dieren maar doden ook ons vee. De slangen beten al 3 honden dood met hun verwoestende gif, maar ook een paard en een aantal schapen en soms slikken ze hele kuikens van kippen in en ze stelen de eieren onder de broedende kippen vandaan. De ratten pakken de kippenkuikens maar houden ook huis in de moestuinen, de muizen knagen de rijst- en gierstzakken open, de padden en kikkers (duizenden) storten zich op de vissen in de kweekvijver. En dan natuurlijk ook nog de insecten die ook erg van ons houden en ziektes als malaria verspreiden. En de termieten die in één nacht de poten van een houten tafel kunnen doorknagen. Ik vergeet nog de schorpioenen, de kakkerlakken en de wilde bijen die heel gevaarlijk kunnen zijn. De roofvogels pakken de zangvogeltjes en sommige de eendenkuikens die overigens ook geliefd zijn bij de slangen. De wilde katten krabben gaten in de lemen muren om de duiven te pakken in de duiventorens en ze kunnen een kip ook wel aan. De kippen pikken de hagedissen dood maar lusten ook wel een schorpioen en de eenden stoppen hun snavel in een slang en blazen hem op. De jongens die op Here Bugu wonen jagen op alles met stokken, scheppen en katapulten en roosteren op vuurtjes hun buit zoals wij vroeger deden met kastanjes.

een schorpioen, voor de veiligheid aan een touwtje

deze kwamen ze laten zien, ze wilden hem ook aan een touwtje ter vermaak, hebben we niet gedaan
Dierenleed
Baba en ik krabben ons achter de oren hoe je vreedzaam met een dergelijke situatie omgaat. We willen onze eigen dieren en planten beschermen maar we willen niet die agressiviteit tegen de dieren hier op deze plek. In Mali is nog geen besef voor dierenwelzijn. Op alles wordt gejaagd, opgegeten, met stenen bekogeld, vergiftigd. Honden zijn onrein, kippen hangen urenlang  op hun kop aan een brommerstuur voordat ze geslacht worden. Het transport van schapen en koeien is niet om aan te zien, ezels en paarden worden afgepeigerd. Respect voor dieren is iets wat je moet leren en niet vanzelfsprekend aanwezig is. Ik denk dat Ghandi gelijk had toen hij zei:“De mate van beschaving van een samenleving valt af te meten aan de wijze waarop ze omgaat met dieren”.
Ondertussen loop ik met een verband om mijn hand omdat ik werd gepikt door de scherpe snavel van een broedende kip die ik wilde beschermen.
Ik zoek op internet en vind adviezen. Voor elke slang die je doodt komen er vijf terug, lees ik, maar als je mensenhaar bij de gaten legt blijven ze weg. (We zijn inmiddels klant bij de kapper voor afgeknipt haar maar vroegen ons wel af of kroeshaar wel werkt). Het planten van citroengras is ook goed. En zout strooien tegen overschot aan padden, vallen voor katten (maar wat doe je dan met die kat in die val). Wat me vooral aanspreekt is dat ‘bewustzijn voor hun aanwezigheid’ al zou helpen om de boel in evenwicht te krijgen.

Een muur
Al jaren bouwen we stukje bij beetje een muur om Here Bugu heen. Twee meter hoog met glas erop. Die muur beschermt ons tegen dieven en foute belangstelling. ’s Nachts kunnen we de toegangspoorten sluiten. We hebben nog 450 meter muur te gaan. En ik bedacht me dat die muur ook nodig is om het evenwicht onder de dieren op Here Bugu te herstellen. Dus toekomstperspectief. Slangen blijven buiten, wilde katten ook, het geeft rust. Ik had dit nog maar net bedacht toen er ’s morgens drie zwarte  bolletjes langs mijn voeten rolden. Het bleken kleine poesjes te zijn, kleiner dan mijn vuist, en ze waren meteen weer verdwenen achter rotzooi aan de zijkant van mijn huis. Ik besloot dat ik zou gaan proberen deze kittens te domesticeren en tot Here Bugu katten te maken. Iedereen werd geïnstrueerd om deze katjes met rust te laten. Elke dag gaven we ze te eten. Deze katten van Yvonne werden argwanend maar ook met belangstelling gevolgd. Ik legde uit dat we goede katten nodig hebben om het evenwicht hier te herstellen, zoals we goede honden nodig hebben tegen inbrekers, en padden, kikkers en de vele hagedissen tegen insecten, en al die anderen zullen ook wel ergens goed voor zijn. En ’s avonds vertoon ik films van Planet 
Earth over het leven van dieren.








Kwetsbaar
Na drie maanden lijkt er verandering in de situatie te komen. De poezen zijn nog schuw en zien er nog wild uit (dat verander je niet in 1 generatie), maar de ratten zijn vertrokken en er worden veel minder slangen gesignaleerd. De hond heeft geleerd samen met Sedou de nachtelijke rondes te doen en verkent het terrein evenals de kleine katjes die niet meer mensenschuw zijn. Ik leg uit dat als wij van Here Bugu houden en de dieren respecteren dat de dieren dan ook met ons mee zullen werken. (en ik hoop zo dat ik gelijk krijg).  De atmosfeer op Here Bugu wordt beter maar ik zie ook de andere kant van de medaille. Toen er weer een hond stierf (deze keer was de doodsoorzaak onbekend) huilden we dikke tranen en de jongens maakten een graf voor de hond. De wijze waarop we met de dieren omgaan maakt ook kwetsbaarder, gevoeliger. Is dat de beschaving waar Ghandi over spreekt? Kunnen we dat aan? Kunnen we dat in een land met zoveel mensen die de vrede bedreigen en zoveel mensen die de vrede moeten beschermen maar zelf de beschaving lijken te zijn kwijtgeraakt?

Elke dag krijgen we filmpjes binnen en foto’s van de strijd die om ons heen woedt, afschuwelijke beelden. We horen over moordpartijen in de dorpen, over bekenden die zijn vermoord. De Peulen, waarvan velen op de vlucht zijn, schurken zich aan tegen Here Bugu.  Maar als we ’s morgens hand in hand in de kring staan en elkaar een goede dag toewensen, dan voel ik ook de kracht die van deze gemeenschap uitgaat. Ja, het maakt kwetsbaarder en ja, het maakt sterker, veel sterker.

Als ik terug ben in Nederland gaat na een paar dagen in de tram op weg naar Scheveningen de telefoon. Here Bugu op het scherm. De poezen hebben kuikens gedood en opgegeten. Kuikens van Morre en die is woedend. Wat moeten ze nu doen? Maar wat blijkt dan na enig overleg? Na mijn vertrek hebben ze vergeten om eten voor de poezen neer te zetten en de hond, verdrietig door mijn vertrek, joeg op ze en trok hun verblijfplaats aan flarden.


verdrietig op mijn stoel

Het is weer in orde en de toekomst zal leren hoe het verder gaat.




De zeer oude zingt


er is niet meer bij weinig

noch is er minder

nog is onzeker wat er was

wat wordt wordt willoos

eerst als het is is het ernst

het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

als het hart van de tijd
als het hart van de tijd