zaterdag 10 november 2012

Ruim baan voor de crisis.... deel 4

Die nacht kan ik de slaap niet vatten. Mijn hoofd zit vol vragen. “Waarom ben ik hier ooit aan begonnen? Wat wil ik eigenlijk? Waar ben ik naar op zoek? Waar haal ik de energie vandaan? Wat betekent de zin: “ het licht wil niet schijnen op Here Bugu”?

Er is in ieder geval een belangrijk ding dat ik ontdekt heb in de afgelopen jaren waarbij onder andere de levenshouding van Baba me veel geleerd heeft. Wanneer ik ruimte laat in mijn ziel, voor negatieve gedachten en gevoelens zoals onvrede met de situatie, kritiek op anderen, jaloezie, boosheid, ongezond wantrouwen, ergernis, angst en noem maar op dan stroomt de energie uit me weg als badwater door het afvoerputje.

In de situatie die ik hier heb uitgekozen kan ik me dat eenvoudigweg niet permitteren. Het is gewoon een kwestie van praktische intelligentie om ervoor te kiezen me elke keer zo snel mogelijk te ontdoen van de zwarte sintels die mijn ziel verduisteren.

Als ik daarentegen de wereld van armoede, vuil, hitte en alle ontberingen die ik hier tegenkom onbevooroordeeld en rustig tegemoet treed lijkt het letterlijk of een zuurstofslang me aansluit op een bron van energie, zonne energie. Veel gasten die hier op bezoek waren hebben dat ervaren. Het is een gekke paradox dat je geen fotograaf hoeft te zijn om in Mali de prachtigste foto's te maken. Het leven hier mag dan vuil en arm zijn, stoffig en heet maar in de ontmoeting met de naakte werkelijkheid straalt je ook pure schoonheid en kracht tegemoet.

Er schiet me een gedicht van Schiller te binnen dat ik ooit tijdens mijn opleiding voor Spraakkunst moest reciteren: Das verschleierte Bild zu Sais (het versluierde beeld in Sais)
Het gaat over een jongeling die op zoek is naar de waarheid. Hij staat in de tempel voor een sluier, waarachter, zo verklaart de priester die hem begeleidt, de waarheid schuilgaat. Waarom is zij versluiert? vraagt de jongeman. Omdat de godheid heeft gezegd dat geen sterveling de sluier weg mag trekken voor zij hem zelf optilt. Degene die deze regel overtreedt en met ongewijde hand de sluier eerder optrekt die ... ziet de waarheid. De jongen is onbesuisd, heeft geen geduld en trekt de sluier weg. Niemand weet "wat" hij gezien heeft, "hoe de waarheid er uit ziet", maar alle levenslust is uit hem weg en hij sterft jong en verbitterd.
Het antwoord op mijn vragen zal komen als de tijd daar is, als het leven ze me wil openbaren.
Voorlopig koester ik mijn vragen, schrijf in gedachten mijn blog en geef ruim baan aan de crisis. En daarmee val ik in slaap.

De volgende ochtend, maandag, zit de voltallige equipe van Here Bugu voor ik het weet klaar aan de vergadertafel, allemaal aan één kant van de tafel, dat wel. Het probleem met de schapen ligt nog vers op de maag. Baba is er ook. "Wat ging er goed en wat ging er mis deze week" open ik het gesprek. 

"Rien de mal a Here Bugu" (geen enkel probleem op Here Bugu) roept Sedou snel die als de dood is voor moeilijkheden. Maar de anderen beginnen nu toch te grinniken en al gauw ontstaat er een heftige en luide discussie onderling in het Bamanankan. Baba en ik kijken zwijgend toe. Dit bevalt me wel want gewoonlijk durven ze in een vergadering niets te zeggen uit respect voor ons. Tenslotte stuur ik ze weg met de opdracht het gesprek voort te zetten en zelf een oplossing te vinden voor de verdeling van de verantwoordelijkheden.

Baba en ik kijken elkaar lang aan. Ik constateer dat er is iets verandert is. Hij zit rustig op zijn stoel en blijft zitten, zijn ogen schieten niet heen en weer, hij verdedigt zich niet zoals anders met duizend redenen waarom het zo gelopen is, hij maakt geen aanstalten om door te rennen naar zijn volgende klus.
 "We zitten in een crisis" zeg ik. "Ja", zegt hij. "Als we weten waar het over gaat dan vinden we ook een oplossing voor de elektriciteit" zeg ik. "O", zegt hij, "ik heb net iemand met de benzine generator naar de mecanicien gestuurd, hij gaat hem repareren".
We praten drie uur lang en drinken vier flessen water leeg. Af en toe sluipt Sedou onopvallend langs om te kijken of het nog goed gaat. We nemen alle projecten door, alle medewerkers, zijn rol en mijn rol, we vergelijken de situatie in Mali met die van Here Bugu, we spreken over onze missie en ons ideaal. Ik geef aan dat mijn handelen er op gericht is dat Here Bugu uiteindelijk zonder mij verder kan, dat ik er ben maar misschien minder plek wil innemen opdat iedereen meer verantwoordelijkheid en initiatief gaat vertonen.
We besluiten de investeringen in nieuwe projecten even te laten rusten en ons te concentreren op: het afmaken van het huis van Sedou, de moestuinen, de schapen, de school met keuken, het werk voor de tractor. Ik geef aan dat we er drie maanden voor nemen, tot eind januari, om die zaken goed lopend te krijgen. Dan kunnen we verder kijken.

De mecanicien van de Kanari, de Toyota,  belt. Het onderdeel is gevonden, de auto gerepareerd, we kunnen hem ophalen. Dat betekent dat we in ieder geval weer 1 auto tot onze beschikking hebben. 

Aan het eind van de middag blijkt dat ik van de Nederlander en zonnepanelen specialist Anco in Koutiala een nieuwe en goede transformator kan overnemen. Om de zaak te bespoedigen besluiten we dat Hamsa en ik de volgende dag op en neer zullen rijden naar Koutiala, richting het zuiden. heen en weer. 700 km. totaal.

Baba zal zich ondertussen bezighouden met de aanschaf van materiaal voor het afbouwen van het huis van Sedou.

Ik overleef nog een avond en nacht zonder electriciteit en sta om vijf uur op om naar Koutiala te vertrekken.

wordt vervolgd
het licht gaat nog niet aan ...deel 5

vrijdag 9 november 2012

Een voetmassage met champagne .....deel 3


Ik ga op de rand van mijn bed zitten. Ik heb jeukende blaasjes over mijn hele lichaam van de hitte en het vocht op mijn huid. Golven van woede, wanhoop en verdriet komen omhoog. Ik voel ze naar mijn keel kruipen en bezit van me nemen. Littekens op de huid van mijn ziel waarvan ik dacht dat ze niet gevoelig meer waren melden zich. Scheidings taferelen dwarrelen omhoog. Ik kijk ernaar, mijn hoofd in mijn handen gesteund en zie de grote valkuil voor me liggen. Daar trap ik niet meer in. In ieder geval  niet nu, niet op deze manier. Ik zucht diep.
En dan neem ik gewoon het besluit om het allemaal te laten voor wat het is. Ik voel een beetje verbazing dat ik daarover een besluit kan nemen. Natuurlijk ken ik  al die wijze teksten en spreuken die  verschijnen in tijdschriften, boeken, op facebook en die vertellen hoe je het moet doen. Maar nu neem ik zelf het besluit om wijs te zijn en heb tegelijk het gevoel dat het zich aan mij voltrekt, dat ik het cadeau krijg.
Ik haal rustig en diep adem. Ik ben blij dat ik alleen ben, dat is veel gemakkelijker. Ik weet zeker dat ik anders mijn ongenoegen zou willen delen, me laten troosten, me misschien nog ongelukkiger voelen omdat  de ander niet goed genoeg voelt hoe zwaar ik het heb, ik zou er eindeloos over doorpraten en me ellendig blijven voelen.  Ik besluit dus ook Baba met rust te laten en gewoon een dag voor mezelf te nemen. Het is tenslotte zondag. Ik wil even niet over de problemen nadenken en de gedachtenspiralen waar geen oplossingen uit komen door mijn hoofd laten draaien. Dat gedoe ken ik maar al te goed. Ik wil genieten en kracht putten uit de troost van de schoonheid. Hier, in één van de armste en vieste landen van de wereld met het rottigste klimaat.

Ik neem weer een douche,….. er is gelukkig water….. en stap de dag binnen. Ik speel met de honden, loop over het land, begroet de dieren en de planten.

In mijn warme koelkast ligt nog een fles champagne, cadeautje van een gast van vorig jaar. Ik stop hem in een tas, prop mijn badpak en een handdoek erbij en loop naar Sedou. De stemming is bedrukt, iedereen kijkt me verscholen aan: “zou ze boos zijn, verdrietig, gaat ze ervan door?”  lees ik op de gezichten. Ik stel iedereen gerust met een glimlach en vraag aan Sedou om me met de motor naar Martine te brengen, mijn Franse vriendin met een hotel, nu veelal zonder gasten maar wel met een zwembad.

Martine woont al dertig jaar in Mali. Als ik de hof oploop zie ik haar zitten met haar voeten in een teiltje terwijl een Malinese vrouw haar vingernagels vijlt. Ik wordt hartelijk ontvangen, krijg ook een teiltje voor mijn voeten en de champagne wordt koud gezet.
Haar vriendin July is er ook, een Franse psychologe die 5 jaar geleden een kippenfarm is begonnen in Sevare. Het kan nog gekker. Daar is ze vorige maand mee gestopt toen ze ontdekte dat ze lange tijd bestolen en bedrogen werd door haar eigen personeel. Kippen verdwenen, eieren verdwenen, kippenvoer verdween, de dierenarts spoot de verkeerde vaccins, er zaten microben in het cement van de hokken en ze leed voortdurend verlies. Ze heeft de farm nu verhuurd aan dezelfde gardien die voor haar werkte. Sindsdien lijkt alles op rolletjes te lopen en de gardien maakt winst. Ik luister naar haar verhalen en sla ze op.
Ondertussen begint de pedicure mijn voeten te masseren en Martine ontkurkt de champagnefles wat een luide, droge knal geeft.
Direct staat de hof vol mensen. Bij iedereen zit de angst voor terroristen vlak onder de huid, zeker als er blanken in de buurt zijn. Gadegeslagen door geschrokken buren en personeel toosten we lachend, drie vrolijke blanke vrouwen. Knettergek, dat wel.

De middag breng ik dobberend op een luchtbed in het zwembad door.
Als het diner op tafel staat komen er onverwacht drie Malinese gasten eten, een vrouw en twee mannen. Ik bekijk ze een beetje argwanend. Ik ben inmiddels niet meer zo onbevooroordeeld tegenover Malinezen die voor hulporganisaties (O.N.G.'s) werken.  Ik heb zo mijn lokale ervaringen, maar daarover later. Ook voor Martine zijn het soms lastige, veeleisende  gasten die nogal eens de gewoonte hebben om nep rekeningen te vragen die ze kunnen declareren bij hun organisatie. Maar deze lijken anders.

Ik raak met ze in gesprek en vertel op hun verzoek over Here Bugu en over onze idealen, Zij vertellen op hun beurt over de ongelooflijk ingewikkelde structuur van de maatschappij en de rol die dat speelt in de huidige situatie waar vooral het gif van de corruptie alles doordrenkt.  Ze vertellen beeldend over  de grote verscheidenheid aan etnische groeperingen, met ieder hun eigen taal en diepgewortelde gewoontes. Daarnaast heeft elke etnische groepering zijn eigen kastes, ook weer met hun eigen verworvenheden, plichten, gewoontes en verhalen. 
Zo zijn er uit bijna alle etnische groeperingen mensen die tot de kaste van de slaven horen, de kaste  van ijzerbewerkers of smeden, de jagers, de zangers en verhalen vertellers. Inmiddels bevinden zich in de veranderende maatschappij, waar sommigen kunnen leren en studeren, mensen uit de verschillende kastes in posities die eigenlijk buiten hun kaste vallen. Zo hoor ik dat de onlangs afgezette en ooit geliefde president A.T.T. tot de kaste van de slaven behoorde en dat zijn manier van onderhandelen daardoor beïnvloed werd.

Ze vertellen en vertellen en ik hang aan hun lippen en voel me een onwetende. Veel gebeurtenissen op Here Bugu die ik niet begrepen heb schieten door mijn gedachten.

De avond gaat voorbij. Tenslotte pakt de vrouw mijn handen vast en zegt:" De meeste problemen ontstaan omdat de mensen jou niet begrijpen. Sinds de slavernij en de kolonisatie zijn we generaties lang opgevoed met het beeld van de blanke als vertegenwoordiger van macht, rijkdom en onderdrukking. Het is ons ingegoten samen met de franse taal. Jij bent een andere blanke die leeft met ambities en idealen. In de hoofdstad Bamako staan we in de hulpverlening en ontwikkelingshulp al dichter bij elkaar. Hier leef je nog in het verleden.  Geef de moed niet op, de jeugd heeft je nodig."

Buiten wordt getoeterd. Sedou staat met de motor voor de deur om me op te halen. In het donker rijden we naar huis onder de grote sterrenhemel. Er is geen licht op Here Bugu maar Sedou heeft een nieuw muskietennet voor me gekocht en een stevige constructie om mijn bed gezet om hem aan op te hangen.

Uit mijn boekenkast pak ik met behulp van mijn zaklamp een boek van Amadou Hampate Ba en leg het klaar voor morgen. Hij leefde van 1900 tot 1991. Zijn memoires zijn een persoonlijke geschiedenis van Mali en ik wil ze opnieuw lezen.

morgen deel 4
ruim baan voor de crisis.........


donderdag 8 november 2012

Het licht dat niet wil schijnen.......... deel 2


Zaterdag 3 november 2012

5.30  uur 
Vanonder mijn muskietennet kijk ik naar het ontwaken van de  roze- vingerige  Eos, godin van de dageraad ( Homerus) die met haar prachtige roze strepen de lucht kleurt en ik geniet. Ik heb slecht geslapen want het koelt niet af en de uilen hebben de hele nacht met hun duikvluchten en snerpende kreten de honden gepest die dat beantwoorden met hysterisch geblaf en sprongen in de lucht.

Sedou roept me. “Yvonne, er ligt een man te sterven bij de poort”. Ik kleed me snel aan en vind inderdaad bij de uitgang een oude man die voorover in het zand en het afval ligt, zijn handen om zijn hoofd gevouwen.  Hij is blootsvoets, heeft een soort onderbroek aan en een hemdje. Het is de gardien van de tuin van de burgemeester een paar hectares verderop. Hij is vannacht op handen en voeten over het zandpad naar ons toe gekropen en daar blijven liggen. Hij kreunt dat hij stervende is.
Ik bel Baba…. antwoordapparaat,    ik bel Hamsa…….antwoordapparaat,   ik bel de burgemeester…… antwoordapparaat. Dan sjor ik met Sedou de man in de achterbak van de Kanari, zijn kleren en haren zitten onder de distels en afvalresten en we vertrekken naar het spiksplinternieuwe ziekenhuis in Sevare!


Dit ziekenhuis is gebouwd met behulp van Franse en Belgische sponsors, het dient de hele regio te kunnen bedienen en is versneld geopend in verband met de ophanden zijnde oorlog. Het is modern, overal goed te onderhouden marmeren vloeren, roestvrij stalen deuren, toiletblokken,  moderne medische apparatuur, nog verpakt in plastic met Engelstalige gebruiksaanwijzingen, een moderne apotheek zonder voorraad, rolstoelen, etc. etc. Het ziet er indrukwekkend uit en er is duidelijk over nagedacht. Na de opening van dit ziekenhuis  heeft de medisch directeur van het aftandse ziekenhuis in Mopti ( 15 km.) de dag voor Tabakski de deuren van zijn ziekenhuis gesloten  en alle patiënten, ook de mensen die net uit de operatiekamer kwamen, naar huis gestuurd zodat hij rustig zijn feest kon vieren om daarna na te gaan denken hoe de overdracht te regelen, een onbekend aantal doden ten gevolg.

6.30
We arriveren bij het ziekenhuis en mogen doorrijden tot de ingang van de eerste hulp. Daar tref ik  een zusje van Baba aan, die stage loopt voor haar verpleegstersopleiding en  de nacht als bewaker heeft doorgebracht op een stoel voor het ziekenhuis en nu de artsen assisteert.
Ik betaal 1000 cfa voor een bonnetje. De oude man wordt het laboratorium ingesleurd voor bloedafname. Ik betaal 6000 cfa. Dan wordt verteld dat we een uur moeten wachten op de uitslag maar ik krijg een lijst van 15 medicijnen die aangeschaft moeten worden om hem alvast te “kalmeren”. We weten allemaal dat hij malaria heeft, de gevaarlijke variant die nu heerst. De apotheek heeft de helft voor 4000 cfa en een apotheek een eind verderop de andere helft voor 4500. Maar dan is mijn geld op. Ondertussen wordt de man in een rolstoel naar een ziekenzaal gereden, kosten 1000 cfa. ( geen enkele arme sterveling hier kan dit soort kosten betalen). alwaar hij aan het infuus gaat. Het ziekenhuis toont een Kafkaiaanse aanblik. Grote gangen en deuren, alles prachtig maar vuil met bloedspetters alom, hier en daar wat personeel en verder familie van patiënten die buiten kleren wassen en een potje koken op de oude manier.
Inmiddels is Baba gewaarschuwd en om half tien arriveert hij met de broer van de burgemeester die de zorg voor de man overneemt.
Ik sterf inmiddels van de dorst en met Sedou  rij ik naar Here Bugu.

11.00 uur
Op Here Bugu is de broer van Sedou, Moctar. Hij woont in het zuiden van de Dogon maar is naar ons gekomen om hulp te zoeken. Elke dag sterven er minimaal 2 mensen in zijn dorp aan de malaria. De enkele medische hulppost is onbemand omdat de regering al lang geen salarissen meer betaald.  Hij wordt gebeld dat  fundamentalistische bandieten zijn dorp hebben omsingeld en huiszoekingen doen op zoek naar wapens. Idrissa is in elkaar geslagen. Noodgedwongen moet hij nu langer op Here Bugu blijven en houdt ons op de hoogte van de situatie aldaar.

12.00 uur
Ik vraag aan Sedou de benzinegenerator aan te zetten zodat ik een uurtje internet heb en we de mobiele telefoons kunnen opladen.

12.30
Ben Laden, de man die in de weekenden helpt met schoonmaken van de gebouwen, zakt door zijn knieën. Malaria. Ik geef hem een doos arctefan uit mijn voorraad en laat hem ophalen.

13.00
We horen een knal en de benzinegenerator houdt er mee op. Dat betekent dat er nu geen vorm van elektriciteit meer mogelijk is en ik weet dat het bij deze temperaturen en omstandigheden voor mij lichamelijk niet te doen zal zijn. Baba gebeld die me vraagt met de generator naar Mopti te komen.

13.30
Ik start de Kanari maar die geeft geen kik. Vorige week hebben we twee van de vier accu’s vernieuwd al na een half jaar. De kwaliteit van de accu’s is hier slecht, de prijs niet gering. Maar er moet dus iets anders aan de hand zijn.
Vereend duwen we de Kanari de weg op en Sedou en ik vertrekken.

14.00 uur
Hamsa en Sedou vertrekken met de Kanari en de generator naar de respectievelijke mecaniciens en ik vermaak de kinderen bij Baba door ze te leren zout en pepervaatjes te vouwen.

18.00 uur
De duisternis valt en Hamsa en Sedou komen terug. Een ingewikkeld onderdeel van de Kanari tussen accu en dynamo is kapot en kan vandaag niet gerepareerd worden maar als we de motor aanhouden halen we het tot Here Bugu. Bij de generator is de bobine verbrand en kan morgen vervangen worden.

18.30
Doodmoe en vuil arriveren we op Here Bugu. Het is pikdonker, het is heet en zoemt alom van de muggen. Als ik de motor uitzet hoor ik het heftige geblaat van de schapen. Er blijkt al 24 uur geen eten voor de schapen te zijn, alle vergaderingen ten spijt en ook de voorraad die deze maand is aangeschaft maar die Baba ergens verstopt blijkt te hebben. Het welzijn van de schapen is een soort graadmeter geworden in de loop der tijd tussen Baba en mij en iedereen maakt zich daar zenuwachtig over. Ik bel Baba, zeg niets maar laat hem het geblaat horen. Hij schrikt en realiseert zich dat het nu menens begint te worden, een half uur later verschijnt Bamoi op de brommer met zakken eten.

19.00 uur
Ik heb vandaag nog niet gegeten. In het huis is het bloedheet. Met een zaklamp pak ik wat uien, eieren, knoflook  en tomaten bij elkaar en wil het gas aansteken. De gasfles is leeg.

19.30
Ik zak neer op een stoel in het donker. Het zweet loopt over mijn hele lichaam. Snikken en golven gevoel persen zich een weg omhoog uit mijn buik en koppelen zich aan gedachten  die ik goed ken: ik ben zoo alleen, alles mislukt in mijn leven, alles is verloren enzovoort. Tranen beginnen te vloeien. Dan, ineens, bedenk ik dat ik nu echt te moe ben, dat ik moet gaan slapen en het me niet kan permitteren energie en tijd te verspillen aan me zielig voelen en meegaan in de negatieve spiraal naar beneden. Zieligheid en negativiteit slokken extreem veel energie op. En ondanks alles hoor ik mezelf grinniken, dit zal me niet gebeuren. (Het is niet sterk, niet moedig, gewoon overlevingsstrategie, ik zeg het er maar even bij!)

20.00 uur
Ik neem een lange douche en ga het dak op. In het lichte schijnsel van de maan kruip ik onder mijn muskietennet in het bed dat nat is van de vochtige hitte.
Buurman Peul is vandaag teruggekomen, twee maanden eerder dan normaal. Zijn honderden lammetjes blèren zonder pauze als pasgeboren baby’s.
Al gauw hoor en voel ik muggen, heel veel muggen. Ik doe mijn zaklamp aan en zie dat het muskietennet totaal aan flarden ligt. Grote scheuren en gaten overal. De honden die de hele middag alleen in huis waren hebben uit woede het net, maar ook de ophangconstructie aan flarden getrokken.
Met mijn deken en kussen onder mijn arm sjok ik naar beneden. Er zit niets anders op dan te slapen in het hete huis onder de klamboe in mijn slaapkamer.

21.00 uur
De telefoon gaat en badend in het zweet neem ik op. Baba. Hij is ongerust. Terecht denk ik. Ik haal diep adem en verbaas me over de rust waarmee ik zeg dat we op het nulpunt zijn terechtgekomen.

Baba beaamt dat en zegt:
“ we moeten erover nadenken waarom er geen licht wil schijnen op Here Bugu!”

Ik val in slaap en wordt wakker met een zwaar gevoel en tranen die over mijn wangen rollen.

woensdag 7 november 2012

Langzaam de crisis in.....deel 1


Na een comfortabele en gezellige week in Bamako ben ik twee weken geleden op Here Bugu aangekomen. Ik hoopte met een vliegtuigje voor “ aide humanitaire” naar Mopti te kunnen vliegen maar dat lukte niet en ik besloot uiteindelijk de tocht gewoon per bus te doen met mijn 100 kilo bagage. Het is een gekke ervaring om geen enkele blanke onderweg meer tegen te komen.  Op de pleisterplaatsen van de bustocht kennen de mensen me inmiddels en bieden me tijdens de stop meteen een stoel aan en maken een praatje over de ellende waar Mali in terecht gekomen is.

overal zie je mensen met have en goed rondtrekken

Na 11 uur afzien arriveer ik tenslotte in Mopti.  “Ik wist dat je terug zou komen”, zegt Baba met een opgelucht gezicht als ik uit de bus stap.


een bezorgde Baba
Mopti ligt in de ”zone rouge”. Grensplaats met het bezette Noorden, omgeven door militairen.

het malinese leger


De grote droogte van de afgelopen jaren, de mislukte oogsten, de bezetting van het Noorden door fundamentalisten, het totaal wegvallen van het toerisme, sluiten van hotels en restaurants, de problemen met elektriciteit waardoor kleine ondernemers hun werk niet kunnen doen, de enorme werkeloosheid, de honger, de overvloedige regen die volgt op de droogte, het instorten van lemen huizen en de uitbraak van een ernstige variant van malaria waar velen aan bezwijken: het heeft de Moptianen nog niet op de knieën gekregen maar je voelt de wanhoop en verslagenheid overal.


overal  zittende en hangende mensen
           
   


Ook Here Bugu ontkomt niet aan de gevolgen en in de twee maanden dat ik weg was hebben ze het niet makkelijk gehad.
Idrissa is teruggekeerd naar zijn geboortestreek de Dogon om zijn familie bij te staan in de oorlog die daar woedt tussen de Dogonnais en de Peulen. Een verhaal zo oud als de bijbel, de landbouwers en de veetelers die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Inmiddels is er een derde partij in het spel, extremistische splintergroepen die zwaar bewapend de dorpen bezoeken op zoek naar wapens, diesel en vee.
Amadou is vertrokken om zich aan te sluiten bij militante jongeren die wapens krijgen om zich in de strijd om het Noorden te bekommeren.
Iedereen heeft malaria gehad,  vier kinderen van Sedou zijn net op tijd van de dood gered door infusen in het gezondheidscentrum, maar ze zijn nog steeds niet beter.

Oumu, Anta en Kaziem, ze hebben nog steeds malaria
De pelikaan, madame Pompidou, is vertrokken en nog niet teruggevonden, de aalscholvers zijn dood, een schaap is gestorven met 16 plastic zakken in zijn maag.

regelmatig lopen Sedou en ik tegen de avond met de honden door de rijstvelden waar Pompidou gesignaleerd is.
Het huis van Sedou en de knechten is totaal ingestort, opgevreten en uitgehold door de termieten, de regen deed de rest.


het huis in opbouw
 De grote generator, het monster, heeft het uiteindelijk totaal begeven, de tweede auto, de Nissan pick-up, wacht op een nieuwe waterpomp die nergens te krijgen is. Veel groentebedden zijn verwoest door de regen, bonen, sla enz., ze hebben het niet gered.

Maar iedereen staat klaar om me te begroeten en Sedou blijft maar roepen, alsof hij de boze geesten daarmee wil bezweren of misschien wil voorkomen dat ik rechtsomkeert maak: “ rien de mal a Here Bugu, rien de mal a Here Bugu”.

De volgende ochtend maak ik mijn ronde met Baba en komen de mensen uit de omgeving me één voor één begroeten. Bij Sedou en Sali is twee dagen geleden een nieuwe baby geboren. Aan het eind van de week is de doopdag, een groot feest en het kind krijgt de naam “Piet”, naar Piet Willem Chevalier van de windmolens.
Piet, 3 dagen oud in zijn voetbalpak


de mannen op het doopfeest

de vrouwen zorgen voor het eten

gasten op het feest       




De dag daarna is het Tabaksi, het grote offer en familiefeest dat ondanks of misschien dankzij de situatie met grote intensiteit gevierd wordt. De grote ram Hendrik wordt geslacht en zijn lever en een grote poot worden voor mij apart gelegd in de vriezer die overdag nog draait op de zonnepanelen maar ’s nachts weer ontdooit bij gebrek aan zon. De rest wordt verdeeld onder de families op en om Here Bugu.
in Mopti worden de schapenkoppen geroosterd onder een parasol
Ik vier Tabakski op het dak van de grand famille van de burgemeester waar ik ’s avonds in het donker met de mannen aanzit aan de schaal met schapenkluiven en couscous, bediend door de vrouwen, bewaakt door een groep militairen in een tent voor de deur. Als ik om tien uur terug rij naar Here Bugu, 12 km. verder, over een uitgestorven weg, zijn de militaire posten onderweg ervan op de hoogte dat ik langskom.
het huis van de burgemeester met de tent met militairen ervoor
Ik probeer de draad weer op te pakken. Het is nog steeds vochtig heet met veel muggen. Er komen twee nieuwe knechten, Basil en Raoul. Elke dag werken 12 mannen aan de wederopbouw van het huis van Sedou. Er wordt een betonnen band aangebracht om de nieuwe leemstenen te ondersteunen in plaats van hout dat termietgevoelig is. Er komt een golfplaten dak op gedragen door ijzeren balken, een kostbare ingreep. Sedou verblijft ondertussen met zijn gezin en de knechten in de school waar ook het klasje weer is gestart in één van de lokalen.
De moestuinen worden weer zaai klaar gemaakt en zaad gekocht.


de nieuwe multifunctionele ping pong tafel (Stichting Molenaars Kinderfonds)

een 80 jarige vluchteling en nieuwe bewoner, monsieur Kora Koro
 De werkbesprekingen op maandag zijn steeds doorgegaan, daar ben ik blij mee.  Het voedselprogramma voor de dieren wordt opnieuw besproken, ik ben niet tevreden over de conditie van de schapen en verantwoordelijkheden worden opnieuw verdeeld. Er wordt een veiligheidsprogramma besproken.
Er zijn ’s nachts dieven op pad in de omgeving. Alle deuren moeten op slot. Sedou heeft zijn mat en muskietennet buiten op een grote tafel geïnstalleerd vanwaar hij met zijn led lamp in de rondte kan schijnen. Ik lig op het dak met de twee honden die aanslaan bij elk verdacht, en jammer genoeg ook onverdacht, geluid. 




We bespreken vervolgens (een beetje lacherig omdat we niet verwachten het nodig te hebben) een vluchtplan voor mij, hoe ik me in de nacht bij ernstig onraad van het dak laat afzakken, over de muur klim, over het zandpad loop naar de volgende splitsing om daar Baba te bellen. Het betekent dat ik altijd een opgeladen en opgewaardeerde telefoon bij me moet hebben en een zaklamp met batterijen. En, ……dat Baba  en Hamsa  en Sedou ……. hun telefoon laten aanstaan en vooral opnemen. Misschien wel het moeilijkste onderdeel van het plan. Ze beloven het plechtig.


En dan....... begint de aanloop naar wat de vreselijkste dag wordt die ik mij op Here Bugu kan heugen.

Van Jan Joost, de voorzitter, heb ik een nieuw Exel systeem gekregen om de financiën overzichtelijk bij te houden. Maar het werkblad dijt onmetelijk uit naar rechts en naar beneden, ondoenlijk op mijn laptop. Vrolijk zet ik de grote Mac in. Ik heb overdag elektriciteit van de zonnepanelen voor mijn internet, koelkast en ventilator. Maar de accu’s trekken de energie niet die de grote computer gebruikt en het systeem slaat steeds af. Bovendien zijn de accu’s een uur na zonsondergang al op en dan is het aardedonker, heet en veel muggen.
Omdat de generator, die voorheen ’s avonds enige uren de accu’s oplaadde, zodat de koelkasten ’s nachts aanbleven en ik onder een ventilator kon slapen, kapot is, sluiten we een kleine benzine generator aan die we nog hadden voor de put. Hij doet het uitstekend. 
Maar iemand haalt het in zijn hoofd om de stekker daarvan rechtstreeks in de transformator van de zonnepanelen te stoppen!  De transformator is naar de klote. Geen zonne-energie meer, alleen een paar uur per dag energie op het luidde gepruttel van een benzinemotor om laptop en telefoons op te laden.

Geen energie meer voor de koelkasten. De boter die ik ergens bemachtigd heb druipt eruit, de schapenpoot begint te stinken alsof er een dode ezel in de koelkast ligt, mijn kostbare voorraad eten, meegebracht uit Nederland, begint te schimmelen.

En de koele periode is nog niet aangebroken, het is heet, heet, heet……..


wordt vervolgd:
Het licht gaat uit op Here Bugu