zaterdag 9 februari 2013

Wereldoorlog in Mali



Bij een kleine douanepost ergens halverwege de terugreis van Bamako naar Mopti gebaart een Malinese militair ons te stoppen. Baba draait het raampje naar beneden, de militair salueert en monstert de inhoud van de auto terwijl hij op zijn gemak met beide armen op de deurpost leunt.
“ je bent een Coulibaly (malinese familienaam)” zegt hij tegen Baba
“ hoe durf je me zo te beledigen, ik ben een Traore en jij bent een boneneter” zegt Baba
“ Aha een Traore” zegt de militair, “ dan ben jij mijn slaaf”
“En die vrouw naast je?”
“Zij is ook een Traore” zegt Baba.
“ dan is zij ook een slaaf en dus van mij” zegt de militair weer.
Lachend geven de twee elkaar een hand en de militair gebaart dat we door kunnen rijden.

Als twee Malinezen elkaar voor de eerste keer ontmoeten vragen zij naar elkaars familienaam en dan beginnen de schermutselingen die ze “beledigingen” noemen en bedoeld zijn om elkaar te plagen waarna ze beginnen te lachen, elkaar omhelzen of uitvoerig de hand schudden. Al naar gelang de familienaam schelden ze elkaar uit voor boneneter, eter van honden of paarden of pinda’s, je hebt een ziekte in je hoofd of je bent mijn slaaf.
Dit fenomeen wordt “cousinage” genoemd. Op de een of andere manier zijn alle Malinezen familie van elkaar (verneefd). Dit prachtige sociale “spel” dat bij een ontmoeting wel tot een half uur kan duren en waarbij de meest grappige beledigingen geuit worden, heeft eeuwenlang oorlogen weten te voorkomen.
“In oorlog zijn we allemaal hetzelfde”, zegt Baba, “ wij zeggen: leg je wapens neer en kom praten met je “parents”, de ouderen.”
Een paar jaar geleden was er een ernstig conflict in de Dogon. De regering stuurde militairen maar daarmee liep het direct uit de hand. Vervolgens werd er een delegatie Bozo (vissers) naar toegestuurd. Vanuit de “cousinage” kunnen zij tegen de Dogon zeggen dat ze moeten stoppen en met de dialoog beginnen.
Zelfs een paar maanden geleden nog is een delegatie van Dogonezen naar het Noorden gereisd om daar de Sonrai die zich hadden aangesloten bij de rebellen toe te spreken. “ jullie zijn beesten” was de belediging, “leg de wapens neer”. Een aantal hebben daar gevolg aan gegeven maar de meesten waren al teveel onder invloed van de rebellen en verblind door de wapens. De Dogonezen keerden terug en zeiden tegen de Bozo van Mopti: “nu is het jullie beurt om de Sonrai te gaan “beledigen”.

bij Sevare, niet ver achter Here Bugu, wandelen met de honden was even heel gevaarlijk (foto van internet)


Inmiddels is Mali een land in oorlog. Negen duizend militairen,  waarvan 4000 Fransen en nog eens 5000 militairen uit de omringende Afrikaanse landen, naast militaire steun op gebied van logistiek en strategie uit Amerika en goedkeuring van de acties door bijna de hele wereld.
Een oorlog tegen terroristen, tegen “ de gekken van God” , waarbij drugshandel, wapenhandel en mensenhandel een rol speelt, niet speciaal een oorlog van de Malinezen.
“WERELDOORLOG IN MALI” schrijft een van de burgemeesters van Bamako in een interessant artikel over de situatie. “….. de Malinezen moeten zich er op voorbereiden in hun land veel buitenlandse legereenheden te zien met nog andere erbij horende zoals diplomaten, paramilitairen enz. ….. daar is moeilijk mee te leven  voor veel van ons die trots zijn op onze onafhankelijkheid en onze soevereiniteit……maar we hebben geen keus want we hebben onze talrijke zwakheden voldoende getoond , we zullen het ermee moeten doen.”

Onderweg uit Bamako kwamen we in een konvooi van 150 franse militaire voertuigen terecht.

eerst zagen we deze door het stof opdoemen

en toen bleken het er, naar we later hoorden,  wel 150 te zijn. de fransen zijn volledig selfssupporting. op sommige opladers lagen complete badkamers.

overal kwamen de mensen uit hun huizen om naar de "bevrijders" te zwaaien en te juichen.en omdat we er tussen reden werden wij ook toegejuicht en we zwaaiden terug, het was onverwacht ontroerend en emotioneel.

Als de colonne bij de grote brug over de Bani aankomt wordt er gestopt. Zwaarbewapende militairen springen eruit en gaan aan de linkerkant van de weg staan, hun vervaarlijke wapens gericht op de bosjes. Wij vragen ons af of we informatie gemist hebben. Zouden er dan hier toch nog jihadisten zitten?
Na enige aarzeling passeren we het konvooi en ontdekken dan dat de auto's slechts 1 voor 1 de brug over gaan. Er wordt geen enkele risico genomen en ik bedenk me dat ik me altijd afvraag, als ik in de bus over de brug ga, of een Malinese brug dat wel kan houden. De Fransen nemen het zekere voor het onzekere.

we kijken onze ogen uit

net zoals deze kinderen

We overnachten onderweg bij Segou in Hotel Faro van een franse vriendin Nathaly.
Zij deelt met ons haar zorgen over de toekomst. Volgens haar profiteren de NGO's en de militairen van de situatie. De arme bevolking lijdt en moet veel betalen om aan eten en papieren te komen.
Haar hotel ligt aan de Niger. Langs het water gaat het Malinese leven gewoon zijn gang.

de waterjongen
de visser
de punter



De Fransen hebben met hun geavanceerde oorlogsmateriaal en specialisten het Noorden bevrijd. Het lijkt op een schone oorlog. Precisie bombardementen zonder burgerslachtoffers,  de Jihadisten op de vlucht. Er zijn een paar honderd gedood. Maar er waren duizenden. Waar zijn die gebleven? Ze hebben ordentelijk het strijdtoneel verlaten om zich voor te bereiden op de volgende fase. Die lijkt inmiddels te zijn begonnen. Aanvallen met zelfmoordenaars en  autobommen. De laatste dagen zijn hier en daar zwaarbewapende jihadisten opgepakt.


 En de Malinese bevolking? Ik heb inmiddels de stad Bamako verruild voor het platteland rond Mopti, 800 km. verder. Mijn eerste indruk was of ik een stad binnenreed die nog in shock was. Het is stil, veel winkels gesloten, opgeruimd en leeg. In de oude volkswijk van Mopti zijn de lemen straten leeg, de mensen zitten binnen. In Mopti en omgeving heeft tussen de 70 en 80% van de mensen geen identificatiebewijs. De militairen pakken iedereen zonder bewijs op en er zijn voorbeelden dat onschuldige mensen door het leger zijn gefusilleerd op verdenking een jihadist te zijn omdat ze geen identiteitsbewijs hadden. De mensen zijn bang. 
Een deel van de rijstoogst heeft niet kunnen plaatsvinden omdat de rijstoogst gedaan wordt door dagloners uit de wijde omgeving die nu niet kunnen komen werken bij gebrek aan papieren. Datzelfde geldt voor vissers, voor mensen op de markt, voor transporteurs. Het openbare leven ligt voor een groot deel stil. De mensen verdienen niet en hebben ook geen eten. Er zijn families die leven op tomaten met een beetje zout. De medewerkers van lokale ontwikkelingshulporganisaties zijn ook gevlucht naar Bamako en nog niet terug. Bovendien is het de vraag of zij met hun ambtenaren en hun administratieve rompslomp in staat zijn om te helpen.

En Here Bugu? 
Here Bugu is gedurende de hele spannende periode doorgegaan. Het werk, de school, de bijeenkomsten, alles. Een speciale patrouille van het leger heeft gesurveilleerd, Here Bugu is niet lastig gevallen. Een paar van onze Peul buren en ook Bella zijn gearresteerd maar gelukkig weer vrijgelaten. De medewerkers zonder papieren verlaten Here Bugu niet. 
Het is een oase met bloemen en planten en dieren waar elke dag de mensen komen werken en gelukkig zijn dat ze hun dagloon verdienen waarmee ze hun familie te eten kunnen geven. Met de graanbank kunnen we nog steeds in de allerergste situaties een aantal families van eten voorzien. Iedereen was dolblij dat ik terug ben gekomen. 

iedereen duikt in de auto om de bagage te lossen en te zien wat er dit keer meegekomen is.

Mijn leven is niet zoals vroeger. Ook ik blijf voornamelijk op Here Bugu of ga alleen op afspraak of onder begeleiding ergens heen.
Baba en ik zijn bezig de balans op te maken van het afgelopen jaar en te kijken hoe we verder moeten. We missen de bezoekers die kunnen vertellen over het leven hier,
over de positieve energie die ondanks alles onder de mensen hier leeft.
Maar het motto van Here Bugu is en blijft: elk nadeel heeft zijn voordeel of hoe transformeer je het slechte in het goede!




er wilden maar geen zonnebloemen groeien op Here Bugu uit het zonnebloemenzaad van Jip. Maar tijdens mijn verblijf in Bamako werd de Salle de Jip helemaal vernieuwd en ik werd verwelkomt door deze zonnebloem van Jip.


de nieuwe Salle de Jip

de tuin bij het huis