Doodgewoon corona
Als ik in Nederland ben overleg ik om de paar dagen met Baba via facetime, whatsapp, gewone telefoon of welk medium ook maar beschikbaar is.
“Herinner jij je dat ene meisje, ze kwam altijd sla kopen” zegt hij, of “herinner jij je die man die hier werkte, herinner jij je de buurvrouw? Hij/zij is overleden, we hadden net de begrafenis”. “Waaraan is hij/zij overleden?” vraag ik, “aan de corona soms?”
Domme vraag van mij, niet nagedacht. “Ach” zegt Baba rustig, “dat weten we niet, het kan de honger zijn, de malaria, de hitte, het stof, het vuil, corona. We lopen hier nou eenmaal voortdurend de kans dat je voortijdig ergens aan doodgaat.”
Het doet pijn
Hoe snel vergeet ik dat elke keer weer als ik Nederland verblijf. Als ik inslaap in onze welvaart waar gezondheidszorg een vanzelfsprekendheid is, een grondrecht. En eten hebben we ook genoeg. Oorlog is ver weg. Naar school kunnen we allemaal.
Ik vergeet steeds hoe het voelt als ik hier ben in de vanzelfsprekendheid der dingen. Stom van me. Tot ik Baba zie op facetime. We kijken elkaar aan en overbruggen de afstand en het verschil. Woorden zijn niet nodig. We voelen de pijn en we delen hem.
Black lives matter
In Mali verschroeit de hitte van de klimaatverandering je huid, blijft op het platteland je bord vaak leeg, is veiligheid ver te zoeken, kunnen je kinderen niet naar school, en kenmerkt de staat zich door wanbeleid en corruptie met straffeloosheid tot gevolg. En je kunt nergens heen, er is geen bescherming.
Hier hebben wij de aardbevingen in Groningen, de vervuiling, de stikstofproblematiek, de plastic soep, uitstervende bijen en insecten, kanker en nu de Corona.
En over die pandemieën die door de wereld gaan komt dan als een komeet de 'Black lives matter beweging'. Standbeelden van voormalige slavenhandelaren worden omgetrokken en we worden gedwongen in de spiegel van ons koloniale verleden en heden te kijken. Klimaatverandering en institutioneel racisme hebben met elkaar te maken blijkt. Beide gaan over uitbuiting van mens en aarde. Bij beide trekken zwarte mensen aan het kortste eind.
Maar, we komen dichter bij elkaar want het bewustzijn groeit dat al die dingen wel eens met elkaar te maken kunnen hebben. Is er licht aan het eind van de tunnel? Ja, als het bewustzijn groeit, we elkaar ontmoeten en de hand kunnen reiken, ja, dan wel.
In Mali verschroeit de hitte van de klimaatverandering je huid, blijft op het platteland je bord vaak leeg, is veiligheid ver te zoeken, kunnen je kinderen niet naar school, en kenmerkt de staat zich door wanbeleid en corruptie met straffeloosheid tot gevolg. En je kunt nergens heen, er is geen bescherming.
Hier hebben wij de aardbevingen in Groningen, de vervuiling, de stikstofproblematiek, de plastic soep, uitstervende bijen en insecten, kanker en nu de Corona.
En over die pandemieën die door de wereld gaan komt dan als een komeet de 'Black lives matter beweging'. Standbeelden van voormalige slavenhandelaren worden omgetrokken en we worden gedwongen in de spiegel van ons koloniale verleden en heden te kijken. Klimaatverandering en institutioneel racisme hebben met elkaar te maken blijkt. Beide gaan over uitbuiting van mens en aarde. Bij beide trekken zwarte mensen aan het kortste eind.
Maar, we komen dichter bij elkaar want het bewustzijn groeit dat al die dingen wel eens met elkaar te maken kunnen hebben. Is er licht aan het eind van de tunnel? Ja, als het bewustzijn groeit, we elkaar ontmoeten en de hand kunnen reiken, ja, dan wel.
De grote groene muur
Twaalf jaar geleden is bedacht om in de regio van de Sahel en de Sahara een grote groene muur aan te leggen: een gigantische strook bomen van 15 kilometer breed en bijna 8.000 kilometer lang, die loopt van het westen naar het oosten van het continent. De muur moet onder meer klimaatverandering en uitbreiding van de woestijn tegengaan. Hij zou het landschap transformeren naar een groener gebied en de levensomstandigheden van miljoenen mensen verbeteren. CO2 opslag verzorgen, in voedselzekerheid voorzien en banen opleveren.
Een fantastisch plan. Miljoenen werden en worden hierin geïnvesteerd, ook door Nederland.
Maar de trieste werkelijkheid is dat het geld dat op deze manier geïnvesteerd wordt geen garantie is voor het slagen van het plan. Het is zelfs omgekeerd. Zoals het nu gaat levert het geld strijd op over het geld, bij de elite.
Een anekdote
In juni 2016 bleek Here Bugu ineens uitverkoren voor het ontvangen van een prijs voor haar bijdrage aan de vergroening van de woestijn (zie blog ‘Een smederij voor praktisch handelen’ van 30-06-2016). De kosten van het feest, ontvangst van de delegatie, feesttent, pers en kosten tv uitzending zouden wel voor onze rekening zijn. We konden volgens Baba niet weigeren, dat was in hun cultuur ongepast. Maar we weigerden wel om het door hun gewenste feest met de benodigde kosten voor onze rekening te nemen. Een delegatie met aanhang kwam. Wat onwennig, door het gebrek aan decorum, werden wat woorden gepreveld en de prijs overhandigd; een oorkonde. Daarna werd een meegebrachte boom in een gat geplaatst (dat wij moesten graven) naast de honderden bomen die al op Here Bugu stonden. Er werd geklapt en de stoet hoogwaardigheidsbekleders vertrok weer in een lange rij landcruisers over het zandpad.
Nergens in de wijde omtrek van Here Bugu, dat midden in de Sahel ligt vind je, voor zover wij weten, een aanzet tot het bouwen aan de ‘grote groene muur’.( uitgezonderd misschien een particulier initiatief in de Dogon).
Niet omdat er geen geld is gekomen, niet omdat men niet wil. Integendeel. De lokale instanties, gouverneurs, burgemeesters, ngo’s. weten niet hoe het moet worden uitgevoerd. En ondertussen glipt het geld weg tussen hun vingers. Waarheen? Naar hunzelf, de witte zwarten, de elite!
Baba heeft natuurlijk al lang een plan. Want wij hebben in de afgelopen jaren Here Bugu opgebouwd, een gemeenschap. En het wonder van Here Bugu is dat er juist wél een alternatief blijkt te zijn. Namelijk een vrijplaats waar mensen gezien worden, waar ze hun talent kunnen ontwikkelen, waar ze veilig zijn, waar geen racisme is, waar ze leren samenwerken, waar ze weer in het leven gaan geloven en waar een alternatief voor ze is. Baba ziet in een project als het bouwen van ‘de grote groene muur’ een fantastische mogelijkheid tot ontwikkeling en vooruitgang. Hoe? Door gemeenschapsvorming in de dorpen en ontwikkeling van de individuele deelnemers. Niet van bovenaf maar: in samenwerking met de lokale dorps-chefs (dus niet met de burgemeesters), door het opzetten van netwerken onder de bevolking (dus niet met de Ngo’s die tot de elite behoren en geen contact meer hebben met de bevolking), door te beginnen met het planten van bomen die de dorpsmensen kennen (dus niet beginnen met onbekende planten die deskundigen uit het buitenland voorschrijven), door onderlinge uitwisseling en betrokkenheid te stimuleren (dus niet de hiërarchieën van de geïnstitutionaliseerde humanitaire hulpverlening in te zetten). Geef de bevolking inhoud, respect, aandacht en dan gaan ze als een speer. Het benodigde geld hiervoor is het noodzakelijke middel dat moet worden ingezet om deze lokale beweging in gang te zetten.
Elk dorp een eigen Here Bugu, een eco-gemeenschap. Dat is een alternatief dat past in een humane samenleving.
Wat is er ondertussen nu broodnodig voor Here Bugu?
Daarom doen wij een beroep op iedereen die het belang van Here Bugu kan meevoelen. Open je hart en kies samen met ons voor verandering op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Open je portemonnee en kijk wat voor jou/jullie mogelijk is. Maar het gaat niet om geld alleen. Attendeer anderen op ons bijzondere werk, deel dit artikel op je eigen social-media, help ons nieuwe donateurs te vinden, particulieren, scholen, bedrijven!
Hoe word je donateur? Stuur een email naar secretaris@rondombaba.nl en we kijken samen wat bij jou past, de rest volgt vanzelf. Heb je vragen of opmerkingen? Laat je horen en stuur een email aan Yvonne Gerner: malikolder@gmail.com
rekening Stichting Rondom Baba: NL98TRIO 0784 740 593