vrijdag 3 april 2015

Angst


De kinderen van Here Bugu spelen regelmatig terroristje. Er zijn goeden en slechten en één van de kinderen speelt Yvonne. Het gaat er heftig aan toe, er wordt gekrijst en gebruld, ze rennen gewapend met stokken en touwen verhit door het stoffige zand, er vallen doden en gewonden tot de leider van het spel beslist dat de goeden nu winnen. Soms staat "Yvonne" dan nog vastgebonden aan een boom en zijn ze haar helemaal vergeten.

Als kind was ik verslaafd aan de sprookjes van Grimm. Ik denk zelfs dat ik heel jong leerde lezen omdat ik de sprookjes nodig had. Het gezin waarin ik opgroeide was een emotioneel rad van avontuur waar ik niet veel houvast aan had. De sprookjes van Grimm wezen me de weg. De heldere verdeling van menselijke eigenschappen over verschillende personen (archetypen) hielpen me de wereld te verkennen. Het goeie en het slechte, het lieve en het boze, het naïeve en doortrapte, het ijverige en het luie, de waarheid en de leugen allemaal ordentelijk gerangschikt en het goede wint tenslotte altijd.

Griezelen, spelen met angst, oefenen in bang zijn en in moedig zijn zie ik terug in het spel van de kinderen, ook op Here Bugu. Het onverbloemd uitvergroten van de oerbeelden, het monster, de prinses, de koning en de heks in jezelf zonder moralistische etiketten van goed of fout vanuit de rationele wereld van de volwassenen bereid je voor op het grote leven.

Er wordt me vaak gevraagd of ik “bang” ben in Mali, of ik me “bedreigd” voel. Logisch want over Mali verschijnen vreselijke berichten. Volgende vraag zou kunnen zijn of ik nog wel durf te vliegen, in een bus zitten, langs een moskee lopen, noem maar op. Met als ultieme vraag of ik bang ben voor het leven en voor de dood. Als ik van hieruit naar de Nederlandse televisie kijk, (één van de weinige programma's die ik hier kan zien op mijn laptop is DWDD), heb ik de indruk dat de gebruikelijke vraag “Hallo, hoe gaat het met je?”, geleidelijk vervangen is door “Hallo, ben je bang?” Matthijs perst het er bijna uit in zijn vraagggesprekken. Alsof “bang zijn” een menselijke waarde is geworden waarmee men zich kan identificeren en “niet bang zijn” moet worden afgevoerd als onverantwoordelijk, overmoedig (of moedig), in ieder geval uitzonderlijk gedrag.

De omgekeerde wereld.
We worden door de media gemanipuleerd met voorstellingen die angst oproepen als voedsel voor de ziel zoals ons lichaam langzaam vergiftigd wordt met gemanipuleerde voeding. Angst is een epidemie geworden en we kunnen er niet genoeg van krijgen.
De angst waar ik het hier over heb neemt je gevangen in je hoofd, in je voorstellingen, het snijdt je af van je intuïtie en van je lichaam (de ademhaling blokkeert) en het isoleert je van de werkelijkheid. Deze angst is gevaarlijk.

Ondanks de sprookjes uit mijn kindertijd ben ik zelf een ervaringsdeskundige wat angst betreft. Het hoogtepunt van míjn angsten manifesteerde zich rond mijn vijftigste toen er, door de scheiding van mijn huwelijk een abrupt einde kwam aan het leven waarin ik me veilig dacht te “voelen” of achteraf beter gezegd: de "voorstelling" van het leven waarin ik me veilig waande. Ik was op dat moment de controle over mijn leven kwijt.

En toen was het wellicht wel het sprookje van Grimm, “De jongen die erop uittrok om te leren griezelen”, dat me vanuit mijn onderbewuste inspireerde om “mijn” angsten te gaan verkennen door “enge” dingen te gaan doen. ( niet te verwarren met gevaarlijke dingen).
Ik begon te oefenen door situaties op te zoeken die ik niet onder controle had. Zoals voor mij bijvoorbeeld het alleen reizen zonder vooropgesteld doel.
Terwijl ik onderweg naar binnen keek zag ik voorstellingen die me angst inboezemden, hoorde ik de waarschuwingen voor het slechte dat ik zou tegenkomen. Keek ik echter naar buiten dan kwam ik ongelooflijk veel mooie dingen tegen. Mijn vertrouwen in het leven en in mijzelf groeide.

Natuurlijk belandde ik zo nu en dan ook in gevaarlijke situaties. Maar het bleek dat in zo’n situatie mijn voorstellingen me niet blokkeerden en mijn intuïtie me hielp om de juiste beslissingen te nemen. Mijn schat aan “gezond verstand” bleek vele malen groter dan mijn voorstellingsvermogen!

Dus op die steeds weer terugkerende vraag of ik bang ben antwoord ik dat een groot deel van de angst voor reizen en verblijven in ontwikkelingslanden wordt gevoed door de voorstellingen die ons aangepraat worden en die niet of ten dele berusten op de werkelijkheid. Adviezen van ambassades bijv. berusten op meer dan de realiteit. Ze berusten ook op ondoorzichtige politieke motieven. Berichten in kranten gaan over incidenten en worden uitgelicht uit hun context.
Tegelijkertijd is dit geen pleidooi voor het opzoeken van gevaar, voor onvoorzichtigheid, onverantwoordelijkheid of roekeloosheid. Het is een pleidooi voor het leren omgaan met voorstellingen die angst inboezemen. 
In mijn leven hier, in de situatie van dit moment, ben ik voorzichtiger, luister ik zorgvuldig naar de lokale bevolking, zorg ik dat mijn telefoon opgeladen is en mijn tank gevuld. Zoals we in Nederland zorgvuldiger zouden moeten luisteren naar de realiteit van de echte signalen van het leven om ons heen in plaats van door te gaan met het voeden van angst en het oncontroleerbare controleerbaar proberen te maken.

Het gevoel van veiligheid zit in jezelf ook als je je in een gevaarlijke situatie bevindt. Als het interne waarschuwingslampje op rood springt omdat er werkelijk iets gebeurt komt er energie vrij om te handelen conform de situatie. Of je laat je verlammen door angst.

Het is een keuzevrijheid die te leren valt!
Kaziem speelt zijn eigen sprookje met lego

leren verliezen

onder de boom worden nieuwtjes uitgewisseld maar ook de heldenverhalen verteld uit de verschillende etnische groepen

en tot slot een Here bugu sprookje

1
3
2
Monsieur Koro Kora, de schildpad van Here Bugu ging eens op stap met de olifant. Natuurlijk was de olifant veel sneller hij staat veel hoger op zijn poten. Maar monsieur Koro Kora is een doorzetter, die laat zich niet van de wijs brengen en de olifant gaat onderweg vaak zitten want daar is hij tenslotte voor gemaakt. Wie denk je dat er bij het doel gaat aankomen, stapje voor stapje, petit à petit, dôôni dôôni?