Alle kleine kinderen weten dat als ze honger hebben en hun moeder op het land werkt er ergens misschien wel een grootmoeder te vinden is die ze een hapje uit hun bundel toestopt.
Ook de moeder van Baba is grootmoeder van heel veel kleinkinderen. Ze is nog niet zo oud en bestuurt het enorme huishouden van de ‘grand-famille’ en aanverwanten met straffe hand, geholpen door haar schoondochters.
Om te beginnen kookt ze, na het gebed van 5.30 uur, een enorme ketel water op haar keukenvuur en maakt daar kinkeliba-thee van. De kinkeliba is een medicinale plant. Hij is goed tegen allerlei ingewandsziektes en cholera. Een hele stoet mensen komt bij haar een kommetje thee halen. Doordat er steeds minder eten is worden de mensen kwetsbaarder en de thee helpt.
Ook heeft zij altijd een hele grote kom couscous in haar kamertje naast haar bed staan. Eens in de paar weken wordt die bereid. Zelfs bij de grote hitte hier blijft dat goed mits het zo nu en dan met de handen omgewoeld wordt. Zij weet als geen ander wie er bijna omvalt van de honger en die krijgt in een hoekje van haar hof een kommetje van een kleine kalebas gevuld met een handvol couscous.
’s Morgens komen de werklui uit Mopti aan op Here Bugu. Voor sommigen was de middagmaaltijd van de vorige dag die ze bij ons kregen het laatste wat ze gegeten hebben. De moeder van Baba wist raad. Eens per maand maakt ze nu een enorme schaal klaar die hierheen gebracht wordt. Als de werklui ’s morgens uit de 4wheeldrive rollen staat er een kom klaar voor de hongerige onder hen.