dinsdag 15 december 2009

windmolens en vrouwenbillen

Hoekijzers en plaatstalen

Er bestaat en televisieprogramma waar een groep mensen gedropt wordt op één of andere plek en daar een bijna onmogelijke opdracht zo snel mogelijk moet uitvoeren. Zo voelde ik mij de 4 dagen dat ik met Piet Willem Chevalier kris kras door Bamako toog op zoek naar de materialen voor zijn windmolens.
Piet, de ingenieur van Siemens die hier een cursus komt geven in het bouwen van windmolens, is in Mali aangekomen. Ik heb hem opgehaald in Bamako met de Canari. Piet heeft deze cursus een jaar voorbereid. Het gaat om professionele windmolens die te maken zijn van materiaal dat hier te krijgen is uitgezonderd de hars voor polyester. In Bamako is ook een container aangekomen met gereedschappen en onderdelen voor de voorbeeldmolen. Gewapend met lange lijsten met materialen die gekocht moeten worden en een laptop met foto’s trekken we rond door het knetter chaotische verkeer onder leiding van Musbaba en zijn broer Seriba die mecanicien is in het leger. Uren brengen we door op markten van auto-onderdelen, schrootijzer, ijzerwaren en houtopslag. Het zijn de zwartste, smerigste plekken stinkend naar vuil en pies. Op zoek naar hoekijzers, ijzeren platen, staven van verscheidene millimeters dik en breed, ijzeren pijpen, klemmen, bouten, moeren, spanningsregelaars, verwarmingelementen, ijzeren kabels en kettingen. En dan moeten er ronde schijven gezaagd worden uit de dikke ijzeren platen en gaten er ingeboord op de millimeter nauwkeurig. We belanden in de hallen van de mecaniciens van het leger en installeren ons tussen de machines met foto en filmcamera, worden er door een oververhitte sergeant uitgeknikkerd maar na een demonstratie van Piet weer binnengehaald. Iedereen raakt in de ban van de windmolens en wil de opleiding volgen om een windmolen te bouwen voor zijn moeder in een afgelegen dorp. Met een zwaarbeladen canari gaan we huiswaarts, 750 km over een asfaltweg met onverwachte gaten en hobbels. Eenmaal thuis op Here Bugu komt ook Christian, een Duitse ingenieur uit Kameroen aan die Piet, die voornamelijk engels spreekt, komt versterken. We hebben nog vijf dagen om alles klaar te maken en het blijkt te kort. Ik krijg een nieuwe aanval van malaria, dit keer met vreselijke spierpijn en Piet krijgt de bekende Mali buikloop nadat hij kip gegeten heeft in Bar Bozo. De hangar op de hof krijgt een rieten dak en wanden van rieten matten waardoor het een echt klaslokaal wordt met de beamer en een schoolbord. Er zijn drie grote houten werktafels getimmerd en de proefmolen is opgesteld. Mijn huis is vol met ingenieur, laptops, en alle stopcontacten vol met oplaadapparaten. Gisteren is de cursus begonnen. 10 cursisten, waarvan een aantal analfabeten, 2 jonge vrouwen, gedeeltelijk geen Frans sprekend, voornamelijk kansarme jongeren, arriveren om 8 uur ’s ochtends. We doen natuurlijk eerst een balspel in de kring en daarna theorielessen. De rest van de dag wordt getekend,gezaagd, gebeiteld, geboord, gelast, geschaafd en geschuurd. Er is een houtgroep en een ijzergroep die wisselen. Om 1 uur komen drie prachtige dames eten brengen en wordt er gezamenlijk gegeten. Dit alles is de start van een klein windmolenbedrijf dat in de toekomst afgelegen dorpen van windmolenenergie kan gaan voorzien. Er komen mensen op bezoek om te kijken, Tjakko, de herderpup rent er tussendoor, Sedou de gardien staat er met zijn neus bovenop en ook Ali en Bokar de twee Here Bugu arbeiders komen zoveel mogelijk kijken. Zij zijn intussen bezig met het aanleggen van de grote moestuin. Baba en ik rijden af en aan met mensen en materialen. Kortom Here Bugu in vol bedrijf.

Piet legt in de kazerne uit hoe de gaten geboord moeten worden


overleg in de kazerne over de cursus


Musbaba en Piet eten tussendoor een Malinees hapje


eerste uitleg over het principe van de windmolen


echt aan het werk

Mannenbillen en vrouwenbillen
In de Islam mogen mannen en vrouwen niet gemengd bidden. Het gebeurt gescheiden of de vrouwen moeten achter de groep mannen plaatsnemen op hun matjes. Het gaat erom dat mannen anders erotisch afgeleid worden door de vrouwenbillen voor hen en dan niet meer goed kunnen bidden. Het wezen van de vrouw is dus dat zij de man verleidt en het wezen van de man dat hij zich laat verleiden. Als een vrouw zich laat verleiden door een man is ze slecht en als een man zich laat verleiden door een vrouw dan is dat zijn aard waar hij niets aan kan doen: dus moet de vrouw altijd op de achtergrond blijven. Tabaksi, het grote islamitische slachtfeest, wordt begonnen in het stadion van Mopti met een gezamenlijk gebed. Ik zat op de tribune tussen de vrouwen en keek neer op de duizenden mannenbillen op het grote gazon voor ons. Maar ja, dat kwam alleen maar omdat ik niet met mijn voorhoofd op de grond lag anders had ik ze niet gezien.


de erotiserende mannenbillen

De verneving van Bozoos en Dogons in het dagelijks leven
Casiem, zoontje van Sedou, loopt luidkeels jammerend rond. Hij heeft een pak slaag van zijn moeder gekregen. Hij was bovenop Ali gesprongen, een jonge knul van een jaar of 18, die één van onze vaste arbeiders is. Ali lag naast zijn hut te slapen toen Casiem bovenop hem is gesprongen als uitnodiging om te spelen. Maar, zegt Sedou geëmotioneerd, Ali is een Bozo en wij zijn Dogon. Als Casiem Ali bezeerd zou hebben dan wacht ons een groot ongeluk òf eeuwige armoede òf vreselijke ziektes. Het gezicht van Sedou staat bezorgd, hij zucht en zegt ik zal het je uitleggen. Mijn grand frère was op stap met een Bozo, (de vissers in Mali) en ze hadden al lang geen eten gehad en stierven bijna van de honger. En toen heeft de Bozo een stuk uit zijn kuit geneden, helemaal tot op het bot en dat heeft mijn grand frère opgegeten. Sindsdien is er een “verneving”, cousinage, tussen de Dogon en de Bozo. En een Dogon mag een Bozo nooit iets aandoen want dat heeft vreselijke gevolgen. Sedou vertelt het verhaal met grote heftigheid en doet alles voor zoals het moet zijn toegegaan. Ik probeer het geconcentreerd te volgen en hang aan zijn lippen. Sedou heeft geen school gehad, hij is een self made men en zijn frans is heel bijzonder. Zo spreekt hij elke “p” uit als een “f” en andersom en de grammatica is ook heel anders waardoor ik creatief moet luisteren. Langzaam dringt tot me door dat het verhaal zich niet heeft afgespeeld in zijn familie maar duizenden jaren geleden. Voor Sedou echter is het de realiteit van vandaag en zijn hele leven hangt aan elkaar van oorzaken en gevolgen die voortleven in de legendes van zijn volk. Tegelijkertijd is hij iemand die in alles geïnteresseerd is van het moderne leven. Vaak komt hij ’s avonds bij me op het terras zitten en leent een boek met foto’s die hij stuk voor stuk bestudeerd en er vragen over stelt. Skype vindt hij ook heel interessant. De avond voordat ik naar Nederland vertrok kwam hij binnenlopen en vroeg of hij met mijn zoon Anne kon spreken via skype. Op mijn vraag waarom zei hij gedecideerd dat het nodig was. Ik zette de skype aan en hij ging recht voor het beeld zitten. Toen Anne verscheen zei hij in zijn beste Frans tegen Anne dat mijn aanwezigheid in Mali heel belangrijk was en of Anne toestemming zou geven dat ik weer terug zou komen. “Ze moet terugkomen want ze is nu onze familie." Na het positieve antwoord van Anne kon hij gerustgesteld gaan slapen in de wetenschap dat hij zijn baan als gardien van Here Bugu zou behouden.
Sedou maakt 3 maal per nacht een ronde om mijn huis met een mes zo groot als een zwaard. Als ik ’s avonds iemand van het busstation moet halen is het ondenkbaar dat ik de tocht door de “brousse” alleen zou maken. Sedou zit naast me met zijn zwaard om me te verdedigen tegen iedere soort van bandiet die me maar zou kunnen bedreigen.


Sedou op feestdagen met de buurman



en tot slot Tjakko, een stoute pup en toekomstige waakhond van Here Bugu