zaterdag 24 november 2012

Fatimata en de familie .....deel 2


De volgende dag feliciteerde ik Baba met zijn beeldschone zuster. “Waarom heb ik haar nog nooit ontmoet?”, vraag ik.
Hij heeft geen idee waar ik het over heb dus vertel ik over het bezoek van Fatimata.
Baba moet vreselijk lachen en zegt: “ja ze is mijn zuster, maar geen echte zuster, eigenlijk is ze mijn nicht maar dat noemen we hier zuster.”

De kleine grandfamille Traore bestaat bij elkaar uit ongeveer 60 personen.
De mannen zijn meester metselaar of Maraboet. (Baba is de eerste die deze traditie doorbroken heeft, gevolgd door zijn broers)
Vroeger woonden ze allemaal bij elkaar in Djennee en deelden alles met elkaar. 


het intérieur van de moskee

Inmiddels zijn het drie groepen. Er zit nog altijd een belangrijke groep in Djenee waar de grote beroemde moskee staat waar de voorouders als meestermetselaars nog aan gewerkt hebben. In de schoolvakanties bezoeken de jonge jongens van de familie daar drie maanden lang de Koranschool en logeren in het gezin van Sekou, een oom van Baba en Maraboet.
koranschool in Djenne
Sekou de maraboet en een andere oom in Djene
Dan is er een groep in Mopti, de directe familie van Baba. Baba’s vader was de tweede zoon van een groot gezin en chef de famille (zijn oudere broer stierf jong). Hij regeerde met ijzeren hand en volledig conform de traditionele wetten en gebruiken. Toen Baba 29 was stierf hij na een 10 jarig ziekbed en Baba volgde hem op hoewel de veel oudere broers van zijn vader nog leefden tot op vandaag.

Dan is er de tak Sevare. Daar zit een zoon  van de oudste broer van zijn vader, Sidi. Hij is dus een neef van Baba maar veel ouder, 85 jaar.
Sidi is een oude vos die zijn streken nog niet verleerd heeft. Hij is meester metselaar, heeft op zijn minst negen vrouwen gehad, verdeeld over Mali, Cote d’Ivoir en Togo. In de eerste jaren werkte hij mee op Here Bugu en gaf de jongeren les in metselen. 

Dat hij op zijn 80 ste weer geld verdiende gaf hem zo’n kick dat hij op een dag besloot zijn 2 laatste vrouwen de deur uit te gooien en er een nieuwe jonge voor in de plaats te nemen. 
Als chef de famille was aan Baba de taak om hem tot rede te brengen en de rust in de familie te herstellen. 
Op Here Bugu ging hij inmiddels tekeer als een oude tiran. Na zijn ochtendgebed in de moskee verscheen hij al om half zes en begon iedereen opdrachten te geven. Hij grauwde en snauwde de hele dag en sloeg de jongeren wat aanleiding gaf tot ernstige gesprekken tussen hem en mij over eerst bidden en dan slaan.
Inmiddels werkt hij hier niet meer maar ik zie hem regelmatig en mag hem ergens wel, het is gewoon een oude bandiet.
Sidi aan het werk op het dak


Sidi, 85, weer verzoend met zijn huidige vrouw die hij voor een nog jongere wilde inwisselen
Fatimata uiteindelijk is de zuster van Sidi. En ze is geen 25 zoals ik geschat had maar loopt tegen de 50.

De familiebijeenkomsten waarover Fatimata het had zijn een mannenaangelegenheid. Het is niet meer zoals vroeger dat zij toestemming moeten geven voor individuele besluiten maar ze hebben een adviserende en ondersteunende rol. Een man vraagt overigens altijd eerst raad aan zijn moeder en haar mening telt zwaar. Maar aan de bijeenkomsten nemen vrouwen geen deel en daar wringt de schoen bij Fatimata.

Ik heb een aparte plek in de familie Traore. Ben ik op bezoek dan ben ik samen met de mannen en eet ik met het familiehoofd, meestal Baba. Ben ik in Djennee dan eet ik met Sekou en Baba. Ik heb weleens geprobeerd bij de vrouwen en kinderen te eten maar daar doe ik niemand een plezier mee, ze voelen zich gegeneerd. De mannen praten met mij, over het dagelijks leven, godsdienst en politiek. 
In de eerste jaren kon het behoorlijk botsen tussen Baba en mij omdat hij van mij vond dat ik hem als man geen respect betoonde. Dat is inmiddels verleden tijd, we hebben een modus gevonden en kunnen om de problemen lachen. Zijn vrienden en familie hebben onze relatie geaccepteerd hoewel ik niet weet wat ze ervan denken. Njaga, de vrouw van Baba heeft ooit geprobeerd me de familie in te trekken door een matras aan te bieden dat ik zou kunnen delen met Baba.

Dat is niet zo gek als het lijkt. Een tweede vrouw nemen is hier vaak een sociale verplichting, soms opgelegd door de moeder, om een weduwe of een jonge vrouw die overblijft in het nest als tweede of derde vrouw te nemen en zo een status en een kind te geven. De moeder van Baba is bijvoorbeeld toen ze weduwe werd met de broer van zijn vader, de maraboet uit Djennee getrouwd om haar eer te redden maar ze is gewoon thuis blijven wonen. Regelmatig kwamen vaders hun dochter aan Baba voorstellen en het wordt als sociaal pijnlijk ervaren als hij dat afwijst. Als ik tweede vrouw zou worden, (wat ik overigens voor de duidelijkheid nooit gewild heb en ook niet wil), vorm ik een veiligheid en een buffer.

Ik ben er inmiddels achter gekomen dat er nogal wat mensen zijn die denken en/of vermoeden dat ik de eigenzinnige tweede vrouw van Baba ben. Ze spreken me gewoon aan als Yvonne Traore en vragen waar hij is.
Toen ik Baba daarnaar vroeg glimlachte hij en ontkende noch bevestigde. Maar hij zei wel dat het een bescherming voor me is tegen opdringerige mannen en dat hij de onduidelijkheid gewoon zo laat. Een vrouw alleen wordt hier niet met rust gelaten. Het zou wel eens kunnen zijn dat het ook voor hem een bescherming is.

Fatimata tenslotte is een lastige tante in de familie. Zij heeft moeite met haar positie als vrouw en heeft geen andere mogelijkheid dan via manipulaties invloed proberen uit te oefenen op de familiebijeenkomsten. Dit keer was zij kwaad omdat zij niet was uitgekozen om op kosten van de familie naar de bruiloft in Bamako te gaan. Zij wilde weten wat voor een positie ik heb en dat kan ik begrijpen.




Ik ben een vrouw in Afrika op de rand van traditie naar een nieuwe sociale samenleving, maar een vrouw met een bevoorrechte positie. Ik doe mijn best om vrouwen de helpende hand te bieden maar niet alle vrouwen willen dat. Veel vrouwen hier kiezen voor de rol van underdog van waaruit zij hun methodes kennen om invloed uit te oefenen. Een kwestie van tijd en geduld!

 
Wordt vervolgd: Morre en de liefde

vrijdag 23 november 2012

Ik ben Fatimata, de echte zuster van Baba deel 1

Baba in zijn jeugd

De grote, gele kanari verraadt altijd waar ik ben. Dus als hij voor het hotel van Martine staat komen allerlei mensen even langs om naar mijn gezondheid te informeren.

Op een dag klopte Martine op de deur van mijn kamer waar ik zat te werken.
“Er zit een vrouw op het terras die je wil spreken, ze zegt dat ze de echte zuster is van Baba Traore, maar ik vertrouw het niet, ze is heel hautain en agressief”.

Ik liep het terras op en daar zaten rond een tafeltje een Malinese arts die op werkbezoek was en in het hotel logeerde, een wat slordige dikke Peulse vrouw met een zwart getatoeëerde mond en een ongelooflijk mooie, jonge en lange vrouw.
Ik gaf iedereen een hand en ging op een stoel naast de vrouw zitten, een beetje schuin naar haar toegedraaid. Om mij te zien moest ze haar hoofd naar me toedraaien wat ze duidelijk niet wilde. 
Ze zat daar als koningin Cleopatra en was giftig als een slang. Ze droeg een lange tuniek over een pofbroek, beide van soepel vallende zwarte zijde. Zowel de broek als de tuniek waren afgezet met brede manchetten van zachtgele zijde eenvoudig versierd met wat pailletten. Op haar hoofd van dezelfde combinatie een kunstig gedraaide doek die soepel langs haar hals viel. Ze had prachtige handen met lange slanke vingers die ontspannen op de stoelleuning rustten, een lange slanke hals, een glanzend mooie huid. Ze hield haar kin omhoog en keek met onbewogen blik voor zich uit terwijl ze af en toe probeerde uit haar ooghoeken naar mij te kijken. Ik schatte haar tussen de 25 en 30 jaar.
Ik begon een gesprekje met de arts tegenover me over het weer en de warmte toen ze ineens in perfect Frans luid riep: “Ik ben Fatimata, ik ben de zuster van Baba Traore, zelfde vader en moeder!”.
Ik lachte naar haar en zei: “dat is ook toevallig, ik ken ook een Baba Traore maar we hebben het vast niet over dezelfde want ik ken zijn zuster en broers en jou heb ik nog nooit ontmoet”.
Haar ogen schoten vuur en ze begon één voor één de namen op te noemen van de familie van Baba. Ze was niet meer te stuiten: “weet je dat Makan nu in Bamako is voor een familiehuwelijk, weet je dat Sidi in Sevare woont, dat Sekou, de maraboet van de familie in Djennee woont…, weet je hoe zijn vader en moeder heten?” en ze ging maar door.
“Ik ken ze allemaal” zei ik en ook in Djennee ben ik vaak op bezoek geweest. Maar jou ken ik nog niet”.
Ik legde mijn hand op haar arm en zei: ”Ik wil wel even zeggen dat ik je erg mooi vind en dat je een prachtige jurk aan hebt, heel smaakvol en helemaal niet Malinees”.
“Wil je ook zo’n jurk”, zei de Peul begeleidster/slaaf.
“Nee, dat hoeft niet”, zei ik “maar ik vind hem erg mooi.” 
Ik vroeg aan Fatimata of ze getrouwd was en wat voor werk ze deed. Ze was niet getrouwd en handelaar van beroep. Waarin ze handelde wilde ze niet vertellen.

Het gesprek ging duidelijk niet de kant op die zij wilde en ineens stak ze een fel verhaal af in het Bambara tegen de arts. Deze begon een beetje ongemakkelijk te draaien op zijn stoel en zei tenslotte tegen mij:

“ ik moet tegen je zeggen dat als Baba een tweede vrouw wil nemen hij toestemming van de familie nodig heeft. Hij is wel chef de famille maar de families uit Djennee, Mopti en Sevare moeten bij elkaar komen om daarover te besluiten.”
 “O” zei ik en richtte me weer tot Fatimata, “is hij dan van plan een tweede vrouw te nemen?”
Als blikken konden doden had ik nu niet meer geleefd en weer stak ze een verhaal in het Bambara af.

“Baba heeft drie maanden in jouw huis gewoond” zei de arts tegen me. 
Nu viel bij mij het kwartje echt.
 “Jaa, hij was ziek en ik heb hem verzorgd en de familieraad heeft daar toestemming voor gegeven" zei ik ."Baba is nu weer terug bij zijn vrouw. We werken elke dag samen maar daar hoeft de familie geen toestemming voor te geven, nietwaar?”

“ Baba of de familie moet voor alles toestemming geven” zei ze. Ze richtte zich nu rechtstreeks tot mij. “Praten ze met jou?” vroeg ze, “weet jij alles?”.
“Nee”, zei ik, “ik praat met Baba over het werk en ik ben niet op de hoogte van familieaangelegenheden, dat hoeft ook niet.”

Langzaam begon ik een idee te krijgen waar dit over zou kunnen gaan.
Ze stond op, gaf me licht glimlachend een hand en schreed het hotel uit met haar Peul-slaaf hobbelend met een grote tas achter haar aan.
Missie volbracht.

“Ja, je zit hier nog midden in de traditie”, zei de arts, “sterkte”.

De volgende dag feliciteerde ik Baba met zijn beeldschone zuster.

wordt vervolgd...

Baba is de jongen rechts op de foto


donderdag 22 november 2012

Horen, zien en ...............



Ondanks de dure melarone om me te beschermen tegen de malaria moest ik er dus toch aan geloven. Het is een rare ziekte omdat je gezond en vrolijk rondloopt en dan plotseling pijn in je knie krijgt of in je oor of waar dan ook, daarna verkrampt je lichaam, de koorts gaat snel omhoog en binnen een uur ben je doodziek. Slapen, medicijnen en met paracetamol de koorts naar beneden proberen te krijgen, omdat door de koorts de parasieten snel vermeerderen, is de enige remedie. Zo gaat dat althans met de zware aanvallen. Je moet er snel bij zijn en hopen dat de medicijnen weer hun werk doen. In het beste geval ben je dan 36 uur later weer de oude, maar zo niet deze keer. 

De zware medicijnen breken ook je weerstand af. De afgelopen week vecht ik met bronchitis, te hoge temperatuur, vermoeidheid en pijn in mijn gewrichten. Sedou volgde me al snel met dezelfde malaria en ook bij hem blijft het terugkomen. 

Tollend op zijn benen kwam hij het hotel binnenstrompelen om me te begroeten en geld te halen voor medicijnen. Met de grote helm op zijn hoofd, de klep naar beneden, stond hij hulpeloos naast het tafeltje waar ik net voorzichtig mijn eerste ontbijt at. Hij had in vier verschillende kleuren overgegeven zei hij en met zijn dikke vinger zocht hij zijn weg over het bonte tafelkleed om me precies de kleuren aan te wijzen, knalgroen, knalgeel, roze en bruin. Martine heeft daarna het kleed verwisseld!

Sedou met zijn helm

Sedou op de motor met Piet op de rug van Sali en kleine Baba voorop. Er is ook een helm voor Sali maar volgens Sedou heeft alleen de bestuurder er een nodig!


toen de helm verplicht werd leverde dat veel protesten op, zoals deze hier. inmiddels is de verplichting weer ingetrokken.

Inmiddels ben ik terug op Here Bugu. De kinderen zijn weer naar school, bij hen lijkt het voorlopig over, de oude buurman ligt weer in het ziekenhuis aan het infuus. Baba heeft soms vier begrafenissen per dag, iedereen wordt getroffen en overleven hangt ervan af of je medicijnen kunt kopen. In principe zijn medicijnen voor jonge kinderen en zwangere vrouwen gratis, een investering vanuit de ontwikkelingshulp in de gezondheidszorg. De realiteit is anders, zowel ziekenhuis als apotheek laten je op de stoep doodvallen als je geen geld hebt, een alternatieve manier om te verdienen aan hulpgelden. Er is een sterk sociaal systeem aan de ene kant maar overal waar geld in het spel komt lost dat op als sneeuw voor de zon.

Liggend in bed of in de hangmat heb ik de afgelopen week gebruikt om alle literatuur over Mali die ik maar vinden kon te lezen. De vraag die me voortdurend bezighoudt is hoe het toch mogelijk is dat een mooi land met zulke prachtige mensen in de huidige situatie terecht komt. 
De corruptie is zo verstikkend en een algemeen aanvaard onderdeel van het leven geworden. En nu de werkeloosheid, honger en ellende zijn weerga niet kent neemt de corruptie een ongekende vlucht waarbij de arme mensen, bij wie juist de traditie van het sociale vaak nog intact is, de allergrootste slachtoffers zijn. 
Het geld dat "nog" via internationale hulpverlening binnenkomt lijkt, wanneer ik hier in Mopti om me heen kijk, eerder de rijken te verrijken. Onderwijzers en gezondheidswerkers ontvangen vaak hun salaris niet, voedselhulp komt niet bij de doelgroep terecht maar wordt verkocht. (later zal ik meer schrijven over onze graanbank).
Ik heb me ingezet om hulp te krijgen voor de groep van 5000 Bella, het is niet gelukt. De betreffende hulpverlenende instantie (ik wil hier geen namen noemen) blijft elke keer opnieuw om digitale lijsten met namen vragen, ook als ze die al hebben. 

Een andere grote groep mensen, aan de andere kant van de rivier zijn met een delegatie naar Mopti gekomen om bij een andere internationale organisatie om hulp te vragen. Dat is een enorme stap voor deze trotse en ook ongeletterde mensen. Ook zij moesten een digitale lijst maken. Toen ze zeiden dat ze dat niet konden werd voorgesteld dat ze aan de secretaresse die de lijst wel wilde invoeren in de computer van de organisatie 1000 CFA moesten  betalen per ingeschreven persoon. ( euro 1,52). Ze schraapten 100.000 CFA bij elkaar (als gebaar want het gaat ook hier om veel mensen) maar het hielp niet, de lijst kwam er niet en de hulp ook niet. 
Als er een delegatie uit Bamako komt om te kijken hoe goed de hulpverlening loopt worden ze met veel egards ontvangen en met de pers erbij worden 10 zakken suiker aangeboden. En waag het niet je mond open te doen. 

De Bella troosten me en zeggen:”Yvonny, het is altijd zo geweest, dank voor je hulp maar wij weten dat het in de eeuwigheid niet gaat gebeuren”. De gouverneur zet de burgemeester onder druk, hij heeft privé geld nodig en dat moet uit de gemeentekas komen. Een andere bobo heeft geld nodig en zet de politie onder druk om geld te innen van passanten. De dokter in dienst van Unicef betaald de helft van de salarissen van verpleegsters uit. Drie maanden in plaats van de vijf die ze gewerkt hebben en die in hun contract met Unicef staan. Het verschil gaat (wordt aangenomen) in zijn zak en waag het niet er iets van te zeggen, dan is er de volgende keer geen werk voor jou.

Al schrijf ik er weinig over, Ik zit vol van verhalen over het onrecht dat ik hier zo open en bloot zie. Baba wijst me er steeds op dat ik een keuze moet maken. Horen, zien en zwijgen. Ik vertaal het in horen, zien en accepteren. Je verzetten tegen het kwaad maakt dat je geïnfecteerd wordt met kwaad. Ik wordt boos, ongelukkig en zwak.
Daarom schrijf ik niet vaak over de oorlog en de ellende. Daarom lukt het de armen te overleven. Zij weten nog elk teken van leven te koesteren en waarderen omdat er meer energie in zit dan in welke materie en imaginaire angst ook. En dat is wat ik van ze leer.

Nemen en van je laten nemen staat tegenover geven en ontvangen.
In het eerste zit vrijheid: je neemt van de ander wat je nodig hebt en je laat de ander nemen wat hij van jou wil hebben, je stelt je beschikbaar.

Geven en ontvangen is niet per definitie verkeerd maar er zit altijd een onvrij element in omdat ik geef wat ik denk dat de ander nodig heeft of ik geef omdat het mij een plezier doet om te geven. De ontvanger is nooit gelijkwaardig, hij kan dankbaar ontvangen of ondankbaar weigeren.

Ergens in die richting moet het gaan als we het hebben over hoe wij mensen van het westen en de mensen uit de zogenaamde ontwikkelingsgebieden iets voor elkaar willen en kunnen betekenen.

Ik neem levenskunst  en vermogen tot dankbaarheid en gelukkig zijn met wat er is van e mensen hier om mij heen. Zij nemen geld en ideeën die ze kunnen gebruiken en nieuwe omgangsvormen van mij in samenwerking met iedereen die meedoet.

Wij nemen geld van onze donateurs en daarmee worden ze deelnemer en we zijn iedereen daar heel dankbaar voor!!!!
In mijn presentaties in Nederland en in mijn blogs stel ik mijn ervaring ter beschikking en probeer de energie uit het leven hier te laten doorvloeien.

Amen of amina zoals ze hier zeggen.

Morgen ga ik het echt over de valse zuster van Baba hebben en over Morre die verliefd is geworden op een gemeen wijf en al zijn geld verliest!



er zijn nu twee klassen, eerste klas 's morgens, tweede 's middags. hier zitten een paar kinderen te wachten tot de juf komt.

het voetbalspel is een belangrijk vermaak na het werk. links Baba die het opneemt tegen de rest en moet winnen!

Aboeba en zijn hoofdvrouw Moukoeltoe. Zij zijn verantwoordelijk voor het paard van Dialangou dat de kar moet trekken. Het paard is te mager en zwak. Een probleem want de Bella hebben niet genoeg te eten en dan kun je niet een zak van 100 kilo gierst geven voor het paard. We hebben nu een voedermengsel gemaakt dat niet geschikt is voor mensen maar het blijft pijnlijk.


januari 2012 in Timbouctou met de zuster van Shindouk. Ik weet niet hoe het met haar gaat maar denk dagelijks aan ze

en tot slot een foto van echte Peulen!