vrijdag 17 augustus 2012

het einde van de ramadan (careme in Mali)

De ramadan is een bijzondere tijd. Ik heb er hier aan de ene kant nogal moeite mee dat bij dit klimaat en    met de huidige voedselschaarste ook nog eens gevast wordt maar elk jaar moet ik weer constateren dat het een bijzondere, sociale en verbindende periode is. De armen delen met de extreem armen hun voedsel en bieden gastvrijheid. Wij hadden besloten om als bijdrage op de laatste dag een rund te slachten en te verdelen onder 25 gezinnen die bij ons betrokken zijn als werknemers en buren.

Een jonge stier was al enige weken geleden op de markt gekocht en sleet zijn laatste dagen op Here Bugu kauwend en herkauwend op bergen gras en hooi. Monsieur Haricot werd hij gedoopt.

Vandaag was het zover. Haruna,  onze lasser van de windmolenploeg, was ooit slager en kwam om de klus te klaren. Op deze foto komt hij de stier halen. De stier zette echter onverwacht de aanval in en Haruna kon op het nippertje zijn vege lijf redden door zich achterover in het hoge onkruid te storten.
Maar deze actie heeft de stier niet gered al had ik hem dat graag gegund.





Een groot deel van de dag werd er gewerkt aan de eerlijke verdeling. 25 porties van elk ruim 4 kilo.
Hoewel ik moeite heb met het slachten van dieren, lastig als je boerin bent, ben ik onder de indruk over de wijze waarop het gebeurt, de zorgvuldigheid, aandacht en respect waarmee alles uitgevoerd wordt.

Alle mensen die erbij betrokken zijn horen tot de groep der allerarmsten. Allemaal nemen ze een zak met vlees mee naar huis en nog twee kilo suiker afgewogen en verdeeld door Sedou namens Here Bugu.
Voor de mensen waarvan we wisten dat er al langere tijd echt praktisch niets te eten is thuis stond er ook een paar kilo rijst en gierst klaar.



 Voordat iedereen zijn portie kreeg werd er nog gezamenlijk een dankgebed uitgesproken

de kinderen hielden zich onder leiding van Amadou bezig met het roosteren van de kop. Daarna wordt er soep van gekookt voor nog een feestmaal op Here Bugu.

dank zij de steun van vele donateurs hebben we in deze zware tijd 25 gezinnen een gelukkig feest kunnen bezorgen. Ons aller oprechte dank daarvoor.

donderdag 16 augustus 2012

Geven is een kunst



Duurzaamheid
Ik lig op het overdekte terras van mijn huis onder klamboe en ventilator. Het is de derde dag na een zware malaria aanval die vanuit het niets in 30 minuten kwam opzetten met hoge koorts en deze keer verschrikkelijke pijn in mijn hele lichaam. Kennelijk heb ik ook behoorlijk liggen ijlen want Sedou zei vandaag dat de duivel door mij gesproken had, ik heb vergeten te vragen in welke taal.
Baba die weer aardig mobiel wordt staat in de keuken en maakt een maaltijd waarbij hij met groot plezier alle molentjes, knijpers en ander gerei uit mijn keukenarsenaal gebruikt. Bij hem thuis is het nog een 3 stenenvuur met vijzel en stamper. Morre komt aanzetten met peterselie, verse boontjes en de eerste eikenbladsla uit de tuin, Sedou zit op de grond een vis schoon te maken die straks in het rookoventje gaat. Kortom ik wordt goed verzorgd door de mannen.

Maar ik lig vooral te genieten omdat er iets gebeurt waar we lang en met veel geduld aan gewerkt hebben en waarvan  ik het resultaat  kan zien nu ik ziek ben.
Alles loopt gewoon door. De maandagochtendvergadering wordt gehouden, de dagloners gebracht en gehaald, er wordt schoongemaakt alle dieren op tijd gevoederd, de schapen gaan op pad, iedereen kent zijn taak en doet zijn werk en dat alles in opperbeste stemming. Het lijkt gewoon maar in een cultuur waar door de armoede en het klimaat alles aan elkaar hangt van  de zogenaamde “onvoorzienigheden” is dat een hele prestatie. Men ontdekt hier pas dat er geen eten meer is voor mens of dier als de zak leeg is en dan ga je onder een boom zitten en wacht tot de baas vraagt waarom de schapen zo blaten. Om maar een voorbeeld te noemen.
Eigen initiatief nemen betekent respectloos zijn naar de “patron”. Het gevolg is dat als de “patron” wegvalt, of dit nu een Malinese werkgever, een ouder of een blanke projectleider betreft, het werk ophoudt.
Het onophoudelijk, dagelijks  kneden en vormen aan structuur en ritme van de werkgemeenschap Here Bugu legt het fundament voor een duurzaam project dat op den duur op eigen benen kan staan. 
Dus lig ik te genieten!

Dialangou en de kunst van het "geven"
Dialangou is een verhaal apart. Zes jaar lang houden we ons nu bezig met de Bella die in het district Dialangou wonen. Toen we begonnen was er zo goed als niets en woonden ze onder plastic zakken. Inmiddels is er al veel gebeurt en zijn er ook steeds meer mensen bijgekomen, niet alleen Bella maar ook andere extreem armen. Dialangou bestaat uit 4 “wijken” waar in totaal ongeveer 500 gezinnen wonen. Wij houden ons vooral bezig met de wijk Horounema, 121 gezinnen, totaal 860 personen.
Bella zijn geen makkelijke mensen. Ze zijn sterk en hebben generaties lang als slaven van de Touareg heel veel meegemaakt. Ze zijn wantrouwig ten opzichte van officiele instanties, trots, sterk, heetgebakerd. We hebben in de jaren onder leiding van Baba’s enorme mensenkennis een stevige vertrouwensband met ze opgebouwd en staan  met raad en daad paraat bij interne conflicten of problemen met de omgeving. We hebben altijd Bella onder onze werknemers of leerlingen. Onze materiele steun door de jaren in de vorm van  muskietennetten, paard en wagen, microkredieten, landbouwmachines, een school ( op ons verzoek gefinancierd door Stichting Vive l’Initiative), juridische bijstand, televisie op zonnepanelen enz.enz., wordt altijd gecombineerd met een zorgvuldig opgebouwd sociaal programma waarin ze leren samen te werken.( De ervaring in ontwikkelingswerk leert dat een gift die niet ingebed is in een sociaal programma en dus niet "verteerd" kan worden gauw kan omslaan in "vergif" en het tegendeel van de bedoeling van de schenker kan bewerkstelligen).  
Het is de grootste wens van de chef Adjoda en zijn helpers, de Imam en Abouba, dat de groep saamhorigheid ontwikkeld. Verdeeldheid onder de groep leidt bij deze mensen snel tot enorme conflicten. Onze werkwijze wordt altijd gekenmerkt door diep respect voor de extreem armen en hun vermogen om in dergelijke omstandigheden te overleven en we knopen aan bij de ontwikkelingskansen die in de groep liggen.

Op dit moment is hun situatie heel slecht. Honger en een gedeeltelijk onder water gelopen woongebied. Muggen en dreigende cholera. Afgelopen maanden heb ik geprobeerd in contact te komen met  instanties als het Internationale Rode Kruis, Care Mali, PAM en anderen om hulp te krijgen in de vorm van voedsel. Zonder enig resultaat. Integendeel, ik ontmoet jammer genoeg arrogantie, bureaucratie en onvermogen van deze lokale sub- organisaties die voldoende geld en materieel uit het Westen (in de vorm van dure auto’s, bureau’s en salarissen) hebben om te kunnen helpen maar het niet doen.

We hebben de chef en zijn groep 1000 kilo rijst aangeboden uit onze Graanbank. Kenmerkend voor hen heeft hij die geweigerd. Zijn antwoord: het is een druppel op een gloeiende plaat. De verdeling gaat zoveel ruzie’s en verdeeldheid opleveren dat we liever samen de moeilijkheden proberen te doorstaan. Zo’n antwoord getuigd van hun enorme kracht en waardigheid.
Inmiddels staan we, via To Tjoelker van de Nederlands Ambassade, in contact met weer een andere grote internationale organisatie in Bamako die beloofd heeft te helpen met voldoende graan voor de hele groep, muskietennetten en grote hoeveelheden bleekwater (om cholera te voorkomen). Maar…… ze moeten nog hierheen komen om zelf poolshoogte te nemen en we hopen dat ze niet te lang wachten…..

Naast dit alles hebben we het Jip/Algheria fonds opgericht ( zie oudere berichten) waarmee we individuele vrouwen kunnen steunen. Dat loopt en daarover in een ander bericht meer. Binnenkort kom ik naar Nederland en er is veel materiaal dat ik met het Fonds heb kunnen kopen zodat  de vrouwen geld hebben om medicijnen enz. te betalen. 

De graanbankactie en wat er zoal gebeurt
De graanbankactie werd gestart in verband met de dreigende hongersnood. En die kwam maar werd onverwacht voorafgegaan door de totale destabilisatie van het land en de bezetting van het Noorden door verschillende fundamentalistische en terroristische organisaties. Door het wegvallen aan leiding bij leger en politie is er onveiligheid in het hele land. Door dit alles moesten wij ook de koers verleggen.
We doen dit door zoveel mogelijk mensen betaald werk te verschaffen op Here Bugu.
Daarmee kunnen zij hun gezinnen onderhouden, investeren we in de opbouw van Here Bugu en zijn meer mensen opgenomen in het werk- en leermodel dat Here Bugu biedt. In totaal zijn er nu naast Baba 5 vaste medewerkers + het gezin van Sedou. Daarnaast zijn er 10 dagloners werkzaam in de bouw en akkerbouw en nog 2 mensen op de tractor waarmee hectares worden geploegd. Verder verlenen we noodhulp aan een aantal gezinnen in de buurt maar altijd in combinatie met een vorm van wederdienst die haalbaar is.

"Het grootste dat je voor een ander kunt doen is niet zozeer jouw rijkdom delen, maar hem de zijne openbaren" (Benjamin Disraeli)