Na een comfortabele en gezellige week in
Bamako ben ik twee weken geleden op Here Bugu aangekomen. Ik hoopte met een
vliegtuigje voor “ aide humanitaire” naar Mopti te kunnen vliegen maar dat
lukte niet en ik besloot uiteindelijk de tocht gewoon per bus te doen met mijn
100 kilo bagage. Het is een gekke ervaring om geen enkele blanke onderweg meer
tegen te komen. Op de pleisterplaatsen
van de bustocht kennen de mensen me inmiddels en bieden me tijdens de stop
meteen een stoel aan en maken een praatje over de ellende waar Mali in terecht
gekomen is.
overal zie je mensen met have en goed rondtrekken |
Na 11 uur afzien arriveer ik tenslotte in
Mopti. “Ik wist dat je terug zou komen”,
zegt Baba met een opgelucht gezicht als ik uit de bus stap.
een bezorgde Baba |
Mopti ligt in de ”zone rouge”. Grensplaats met
het bezette Noorden, omgeven door militairen.
het malinese leger |
De grote droogte van de afgelopen jaren, de
mislukte oogsten, de bezetting van het Noorden door fundamentalisten, het
totaal wegvallen van het toerisme, sluiten van hotels en restaurants, de
problemen met elektriciteit waardoor kleine ondernemers hun werk niet kunnen
doen, de enorme werkeloosheid, de honger, de overvloedige regen die volgt op de
droogte, het instorten van lemen huizen en de uitbraak van een ernstige variant
van malaria waar velen aan bezwijken: het heeft de Moptianen nog niet op de knieën
gekregen maar je voelt de wanhoop en verslagenheid overal.
overal zittende en hangende mensen |
Ook Here Bugu ontkomt niet aan de gevolgen en in de twee maanden dat ik weg was hebben ze het niet makkelijk gehad.
Idrissa is teruggekeerd naar zijn
geboortestreek de Dogon om zijn familie bij te staan in de oorlog die daar
woedt tussen de Dogonnais en de Peulen. Een verhaal zo oud als de bijbel, de
landbouwers en de veetelers die elkaar het licht in de ogen niet gunnen.
Inmiddels is er een derde partij in het spel, extremistische splintergroepen
die zwaar bewapend de dorpen bezoeken op zoek naar wapens, diesel en vee.
Amadou is vertrokken om zich aan te sluiten bij
militante jongeren die wapens krijgen om zich in de strijd om het Noorden te
bekommeren.
Iedereen heeft malaria gehad, vier kinderen van Sedou zijn net op tijd van
de dood gered door infusen in het gezondheidscentrum, maar ze zijn nog steeds
niet beter.
Oumu, Anta en Kaziem, ze hebben nog steeds malaria |
De pelikaan, madame Pompidou, is vertrokken en
nog niet teruggevonden, de aalscholvers zijn dood, een schaap is gestorven met
16 plastic zakken in zijn maag.
regelmatig lopen Sedou en ik tegen de avond met de honden door de rijstvelden waar Pompidou gesignaleerd is. |
het huis in opbouw |
Maar iedereen staat klaar om me te begroeten
en Sedou blijft maar roepen, alsof hij de boze geesten daarmee wil bezweren of
misschien wil voorkomen dat ik rechtsomkeert maak: “ rien de mal a Here Bugu,
rien de mal a Here Bugu”.
De volgende ochtend maak ik mijn ronde met
Baba en komen de mensen uit de omgeving me één voor één begroeten. Bij Sedou en
Sali is twee dagen geleden een nieuwe baby geboren. Aan het eind van de week is
de doopdag, een groot feest en het kind krijgt de naam “Piet”, naar Piet Willem
Chevalier van de windmolens.
Piet, 3 dagen oud in zijn voetbalpak |
de mannen op het doopfeest |
de vrouwen zorgen voor het eten |
De dag daarna is het Tabaksi, het grote offer en familiefeest dat ondanks of misschien dankzij de situatie met grote intensiteit gevierd wordt. De grote ram Hendrik wordt geslacht en zijn lever en een grote poot worden voor mij apart gelegd in de vriezer die overdag nog draait op de zonnepanelen maar ’s nachts weer ontdooit bij gebrek aan zon. De rest wordt verdeeld onder de families op en om Here Bugu.
in Mopti worden de schapenkoppen geroosterd onder een parasol |
Ik vier Tabakski op het dak van de grand
famille van de burgemeester waar ik ’s avonds in het donker met de mannen
aanzit aan de schaal met schapenkluiven en couscous, bediend door de vrouwen,
bewaakt door een groep militairen in een tent voor de deur. Als ik om tien uur
terug rij naar Here Bugu, 12 km. verder, over een uitgestorven weg, zijn de
militaire posten onderweg ervan op de hoogte dat ik langskom.
het huis van de burgemeester met de tent met militairen ervoor |
Ik probeer de draad weer op te pakken. Het is
nog steeds vochtig heet met veel muggen. Er komen twee nieuwe knechten, Basil
en Raoul. Elke dag werken 12 mannen aan de wederopbouw van het huis van Sedou.
Er wordt een betonnen band aangebracht om de nieuwe leemstenen te ondersteunen
in plaats van hout dat termietgevoelig is. Er komt een golfplaten dak op gedragen
door ijzeren balken, een kostbare ingreep. Sedou verblijft ondertussen met zijn
gezin en de knechten in de school waar ook het klasje weer is gestart in één
van de lokalen.
De moestuinen worden weer zaai klaar gemaakt
en zaad gekocht.
de nieuwe multifunctionele ping pong tafel (Stichting Molenaars Kinderfonds) |
een 80 jarige vluchteling en nieuwe bewoner, monsieur Kora Koro |
Er zijn ’s nachts dieven op pad in de
omgeving. Alle deuren moeten op slot. Sedou heeft zijn mat en muskietennet
buiten op een grote tafel geïnstalleerd vanwaar hij met zijn led lamp in de
rondte kan schijnen. Ik lig op het dak met de twee honden die aanslaan bij elk
verdacht, en jammer genoeg ook onverdacht, geluid.
We bespreken vervolgens (een beetje
lacherig omdat we niet verwachten het nodig te hebben) een vluchtplan voor mij,
hoe ik me in de nacht bij ernstig onraad van het dak laat afzakken, over de
muur klim, over het zandpad loop naar de volgende splitsing om daar Baba te
bellen. Het betekent dat ik altijd een opgeladen en opgewaardeerde telefoon bij
me moet hebben en een zaklamp met batterijen. En, ……dat Baba en Hamsa
en Sedou ……. hun telefoon laten aanstaan en vooral opnemen. Misschien
wel het moeilijkste onderdeel van het plan. Ze beloven het plechtig.
En dan....... begint de aanloop naar wat de
vreselijkste dag wordt die ik mij op Here Bugu kan heugen.
Van Jan Joost, de voorzitter, heb ik een nieuw
Exel systeem gekregen om de financiën overzichtelijk bij te houden. Maar het
werkblad dijt onmetelijk uit naar rechts en naar beneden, ondoenlijk op mijn
laptop. Vrolijk zet ik de grote Mac in. Ik heb overdag elektriciteit van de
zonnepanelen voor mijn internet, koelkast en ventilator. Maar de accu’s trekken
de energie niet die de grote computer gebruikt en het systeem slaat steeds af.
Bovendien zijn de accu’s een uur na zonsondergang al op en dan is het
aardedonker, heet en veel muggen.
Omdat de generator, die voorheen ’s avonds
enige uren de accu’s oplaadde, zodat de koelkasten ’s nachts aanbleven en ik
onder een ventilator kon slapen, kapot is, sluiten we een kleine benzine
generator aan die we nog hadden voor de put. Hij doet het uitstekend.
Maar iemand haalt het in zijn hoofd om de stekker daarvan rechtstreeks in de
transformator van de zonnepanelen te stoppen! De transformator is naar de klote. Geen zonne-energie meer, alleen een paar uur per dag energie op
het luidde gepruttel van een benzinemotor om laptop en telefoons op te laden.
Geen energie meer voor de koelkasten. De boter
die ik ergens bemachtigd heb druipt eruit, de schapenpoot begint te stinken
alsof er een dode ezel in de koelkast ligt, mijn kostbare voorraad eten,
meegebracht uit Nederland, begint te schimmelen.
En de koele periode is nog niet aangebroken,
het is heet, heet, heet……..
wordt vervolgd:
Het licht gaat uit op Here Bugu