zondag 11 november 2012

Nog geen licht.......... deel 5


Om zes uur ‘s morgens vertrekken Hamsa en ik richting Koutiala. Al gauw zit de achterbak vol met zwaarbewapende militairen die meeliften op weg naar een ander legerkamp. Zo passeren we soepel de grensposten onderweg en hoeven geen papieren te laten zien. Het is nog steeds drukkend heet, we wachten allemaal op de omslag in het weer naar de koelere periode.

Onderweg zien we overal Peulherders met hun enorme kuddes magere koeien die rondhangen totdat de oogsten binnen zijn en ze weer voor een half jaar in de nabije omgeving van Mopti mogen neerstrijken. Normaal wordt het land rondom Here Bugu vanaf januari pas door Peulen bezet. Dit jaar komen ze eerder omdat ze door de oorlog niet naar de graaslanden in het Noorden konden gaan. Ze zetten hun geimproviseerde hutjes neer van stokken en palmbladeren en leven met hun vrouwen en kinderen tussen de beesten in de meest armoedige omstandigheden die je je maar kunt voorstellen. Twee maal per dag lopen de mannen met hun koeien, schapen en geiten heen en terug over het zandpad langs Here Bugu naar een ven om de beesten te drenken. De magere koeien sloffen met neerhangende kop met de grote horens over het zand en binnen twee dagen zijn de harde zandpaden verandert in mul zand dat opstuift en bij elke windvlaag mijn huis binnenstuift. Bovendien kappen de peulen elke boom die ze tegenkomen voor hun vuurtjes en laten de twijgjes met vlijmscherpe doornen in het zand achter. Het rijden met auto en motor door het zand wordt moeilijker en we hebben voortdurend lekke banden. Door hun leefwijze en gedrag zijn de Peulen hier niet geliefd maar wij staan op goede voet met ze, ondanks het feit dat Sedou ze haat. “Bij een Peul weet je nooit of hij slaapt of alleen maar zijn ogen dichtheeft” waarschuwt hij me keer op keer.

onze Peul buren
In Koutiala aangekomen halen we de transformator op en worden uitgenodigd om te komen eten op de hof van een bevriende familie van Baba. Ze excuseren zich in alle toonaarden dat uitgerekend vandaag de electriciteit is uitgevallen en er geen ventilator is om ons te verkoelen. Het zal wel aan mij liggen denk ik gelaten, iets in mijn vorige leven of zo, electriciteit en Yvonne, het matcht gewoon niet.

Tegen de avond zijn we terug op Here Bugu. De honden zijn uitgelaten van vreugde en Sedou staat stralend naast de gerepareerde benzine generator. “Rien de problemes a Here Bugu, vanavond is er licht” zegt hij. Maar eerst heeft hij geld nodig om een tankje benzine te gaan kopen.
Ik schenk een flink glas warme whisky/ cola in, constateer verbaasd dat er minder whisky in de fles zit dan ik dacht en ga op het dak zitten bijkomen.

Kort daarop hoor ik het geronk van de benzinemotor, de lichten floepen aan, de koelkast begint te zoemen en een ventilator draait. Iedereen komt aanrennen om zijn mobiele telefoons in de opladers te zetten. Verheugd zet ik internet aan en begin mijn mails te lezen.

Ik neem geen tijd om te koken en knabbel al lezend op een stukje droog brood als een luide explosie te horen is gevolgd door diepe stilte en inktzwarte duisternis.
Op handen en voeten kruip ik door het huis op zoek naar mijn zaklamp, een leger van zoemende muggen om mijn hoofd, als Sedou verschijnt met zijn supersonische led lamp uit Nederland. 
“Ca va allez, Alhamdulillahi (het zal goed komen, zo God het wil) zegt hij beteuterd. 
Ik bel Baba en vertel wat er gebeurt is. Het blijft lang stil aan de andere kant van de lijn. Dan zegt hij: ”Toen hij gerepareerd was heb ik hem 2 uur bij de mecanicien laten draaien en alles was goed. Hier is iets anders in het spel. Yvonne, kruip onder je muskietennet en ga slapen.”
En dat is wat ik doe.

een schaal met Here Bugu vruchten, na 3 jaar de eerste oogst