Mansa Musa werd koning
omdat zijn voorganger hem had aangewezen als zijn plaatsvervanger voor de tijd dat hij op reis was.
Deze koning wilde
namelijk niet geloven dat het onmogelijk was om de rand van de oceaan te
bereiken die de aarde omringt. Hij stuurde tweehonderd boten vol mannen, en
andere boten vol goud, water en voorzieningen, genoeg voor meerdere jaren, op
weg. Hij beval de kapitein niet terug te komen tot het doel was bereikt of de
voorraden op waren. Lange tijd bleven ze weg en tenslotte kwam slechts één boot
terug. Op de vraag van de koning wat er gebeurt was antwoordde de kapitein: lang
hebben we gevaren totdat we in het midden van de oceaan een massief stromende
rivier zagen. Mijn boot was de laatste, de boten voor mij vergingen in de grote
draaikolk, niets zag ik meer van ze terug. Ik zeilde terug om u dit te
vertellen. Maar de koning wilde hem niet geloven. Hij gaf opdracht 2000 boten
uit te rusten voor hem en zijn mannen en nog duizend boten voor water en
voorzieningen. Hij gaf het regentschap aan Mansa Musa voor de duur van zijn
afwezigheid en vertrok om nooit meer terug te keren of een teken van leven te
geven.
Mansa Musa werd dus de
koning. Hij had vele namen zoals koning der koningen, keizer van het Malinese
rijk, emir van Mali, Heer van de goudmijnen, de Leeuw van Mali. Zijn vermogen wordt geschat op 400
biljoen dollar en daarmee was hij de rijkste man op aarde ooit.
Als devoot Moslim ondernam
hij een pelgrimstocht naar Mekka in 1324.
Zijn karavaan telde
60.000 mensen waaronder 12.000 slaven. 500 daarvan droegen elk 4 baar goud, de
rest droegen kleding en tenten en
proviand. Zijn vrouw had 500 dienstbodes bij zich. Voorop liepen herauten,
gekleed in zilver met een gouden staf. Er waren paarden en kamelen die tussen
de 25 en 130 kilo goud elk droegen. Hij had 10.000 stukken bagage bij zich
waaronder vele cadeaus. Onderweg deelde hij goud uit aan de armen die hij
tegenkwam.
Hij handelde met goud
om er souvenirs en kunstwerken van te laten maken. Ook wordt verteld dat hij
elke vrijdag een moskee liet bouwen.
Toen de Mansa in Cairo
arriveerde spendeerde hij zoveel goud dat de markt in elkaar zakte en de prijs
devalueerde voor de volgende 100 jaar. De prijzen van goederen en waren schoten
omhoog door de nieuw ontstane rijkdom onder de lokale bevolking. In een poging
dit te herstellen kocht de Mansa tegen hoge rentes weer goud terug van de speculanten.
Een neveneffect van
zijn actie was ook dat hij indirect financiële onderbouwing gaf voor de Italiaanse
renaissance.
Met deze hele onderneming
zette hij Mali letterlijk op de kaart en iedereen over de hele wereld sprak
over deze koning uit Timbouctoe. Mali werd een economische wereldpartner tot in
de late Middeleeuwen.
Op zijn lange
terugtocht nam hij wetenschappers, architecten, kunstenaars en moslimgeleerden
mee en Timbouctou werd een centrum van handel, cultuur en Islam. Universiteiten
werden gesticht in Timbouctou, Djennee en Segou. Er werd godsgeleerdheid,
astronomie, en wiskunde onderwezen hetgeen leerlingen uit het midden oosten en
heel Afrika aantrok. De Islam werd verspreid via de universiteiten en markten..
Hij bouwde beroemde moskeeën, universiteiten, paleizen, een bibliotheek voor de oude geschriften alles versierd met zilver en goud.
Nog lang na zijn dood
bleef Timbouctou een centrum van Islamitische cultuur dat geleerden, artiesten
en dichters aantrok.
Het verhaal over de geheimzinnige
stad van goud bleef nog eeuwen nagonzen ook toen de splendeur al af begon te
nemen.
Frankrijk en Engeland
wilden absoluut weten waar dat mysterieuze Timbouctou wel lag om er hun profijt
van te kunnen trekken. Gedurende lange tijd stuurden zij ontdekkingsreizigers
erop af die onderweg jammerlijk aan hun eind kwamen en Timbouctou nooit
bereikten.