zaterdag 28 november 2020

De oer-toestand van de onschuld




Ik heb alles goed voorbereid, iedereen heeft instructies om alles in goede banen te leiden dus ik zit rustig met Baba op mijn terras en geniet van een kop koffie terwijl Hamidou naar de Peulen is om het eerste groepje kinderen op te halen.

 

Vanmorgen zal ik in de Salle de Jip, naast mijn huis, beginnen met het eerste klasje Peulkinderen. Hamidou heeft vorige week in zijn mooie schrift de namen van alle kinderen van 2 tot 13 genoteerd. Een hele klus als je de Peulen (half nomaden) een beetje kent. Voorlopig tweehonderd maar er komen er meer de komende maand. Er zwerven nog een heel aantal dag en nacht rond. Ergens op het veld in de nabije omgeving om een paar beesten te hoeden. Broodmager en vuil, nauwelijks iets anders te eten dan wat verse melk en een handje gierst. Ik heb het schrift van Hamidou doorgenomen en groepen gemaakt van 12 kinderen per groep. Groepen van zes, zeven en acht jaar oud, groepen van 9, 10 en 11 en van 12 en 13 jaar. 

“Daarboven is te oud, daaronder te jong en baby’s mogen niet mee op de rug van zusje of broertje” zeg ik nadrukkelijk tegen Hamidou. “Dat moet je echt tegen de moeders zeggen hoor want dat is voorwaarde” voeg ik er nog aan toe. 

 

Als je niet beter wist zou je kunnen denken dat ik een medewerker van een NGO, een expatter ben of zo’n soort iemand. Maar dat is niet zo, ik heb voldoende ervaring. Wel ben ik net weer acht maanden in Nederland geweest en moet er weer even inkomen. In Afrikaans organiseren dus. Baba vertrekt geen spier van zijn gezicht en de afgelopen dagen deed hij echt zijn best om me te helpen alles piekfijn in orde te krijgen. Precies zoals ik het wou hebben.

 

Ik neem net mijn laatste slok koffie als ik Baba hoor mompelen: “Yvonne, dit gaat geloof ik niet helemaal zoals je het bedoeld had”.


Baba schept orde 


Ik kijk op en zie een grote groep kinderen en moeders, waaronder Hamidou met zijn armen in de lucht, die zich perst door het smalle hek dat toegang geeft tot mijn terrein. Iedereen is in hoogste staat van opwinding. Ze willen allemaal naar school. Moeders rukken rode linten van het ene kind af, hangen het om een ander kind en sleuren dat vooraan in de rij. Ze snappen niet dat er vandaag één groep begint, morgen de volgende, ze komen aan de beurt, behalve de groten (die er met tranen in hun ogen bij staan) en de kleintjes die sowieso huilen. Baba grijpt in en doet dat zoals ik van hem gewend ben.

Hij is zijn gewicht in goud waard. Iedereen bedaard en ik vertrek met de eerste groep en Hamidou en Abdu, die Peul spreken, naar de Salle de Jip. Baba veegt nog even alle moeders en kleine kinderen van het terrein af, sluit het hek en vertrekt.

 

En daar sta ik met de eerste groep van zesjarige kinderen die met grote ogen opkijken naar die witte vrouw van Here Bugu die kennelijk de school is. Peul spreek ik niet. Met behulp van Abdu en Hamidou zet ik de kinderen behoedzaam in een kring en noemen we onze namen. Tevreden kijk ik rond en dan zie ik uit mijn ooghoek toch nog een verstekeling. In een hoek van de Salle de Jip rolt een naakte baby onder een lap vandaan.

 

En zo begint het tweede schooltje op Here Bugu. Het schooltje voor kinderen die traditioneel niet naar school gaan. Ik ben geen onderwijzeres. Wel moeder van drie kinderen die ooit op de Vrije School zaten. En ik heb goed opgelet. Ik geloof in het onderwijssysteem van de Vrije School. En twee doorgewinterde Vrije School leraressen helpen me. En Hamidou en Abdu die minstens evenveel genieten als de kinderen.

Er kwamen deze week al drie onderwijzers kijken. De tam tam werkt hier snel. “Kunnen wij dit ook leren wat je hier doet”, vroegen ze. “Hier word je zo blij van!”.

 

Deze kinderen zijn overlevers. De kindersterfte onder de jongsten is enorm. Geboren wordt er elke week, begraven ook. “Gewoon een beetje aan de kant duwen in de graven” zegt Baba.

Ik heb mooie stuiterballen. Doorgeven in de kring lukt eerst niet. Ze houden de bal stevig vast en als er een tweede bal langs komt willen ze die wel doorgeven. Ik doe alles met doorgeven. De leitjes, dan de krijtjes. Hun linkerhand mogen ze traditioneel niet gebruiken want daar vegen ze hun billen mee af. Daarom wassen we eerst de handen met zeep en al spelend vergeten ze het. Links en rechts, links rechts, links rechts. De coördinatie daartussen heeft direct impact op hun gedrag, ze worden socialer. 

Hier, in de Salle de Jip, op mijn erf, zonder de krijsende moeders, zusjes en broertjes zijn de kinderen veilig. Misschien wel voor het eerst van hun leven. Ik doe de bewegingen voor, dan Hamidou en Abdu en dan tekenen ze op hun leitjes in de grootste stilte en concentratie. Af en toe kijkt een kind naar me op. En dan is het of ik even de hemel in kijk, in het firmament, in de peilloze diepte. Mijn vroegere lerares zou zeggen: “je kijkt in de oertoestand van de onschuld.”

's Middags zijn ze weer aan het werk, bedelen in Sevaré of bij de schapen of rijstkorrels zoeken op het land.

 

Volgende week begint onze jaarlijkse rijst- en gierstactie in de decembermaand. 

We willen dit jaar alles uit de kast halen om te laten zien dat bij ons je geld direct en zonder omhaal terecht komt bij de gezinnen en kinderen die het het hardste nodig hebben. Dat zijn niet alleen de Peulen maar ook de gezinnen van onze medewerkers. Zij zijn allemaal vrijwilligers die slechts een vergoeding krijgen. 

Help ons zodat wij de zakken rijst en gierst kunnen inkopen. Wij zorgen daarnaast voor die andere voeding, het onderwijs en de opleidingen aan jongeren en volwassenen, zoveel als we kunnen.

Meer informatie hoe je ons kunt volgen en de kinderen kunt ontmoeten, ook de jeugd van Here Bugu, volgt de komende weken.

Doe mee, geef het alsjeblieft door, daar help je ons mee! 

Wat wij hier doen helpt en het werkt!


de rechte lijnen


zij begint alvast aan de ronde lijnen



zoo lief