donderdag 18 februari 2016

Twee handen vol met rijst ...

Ik besprak met Baba de mogelijkheid om met de gemeenschap Here Bugu mee te doen met de meditaties voor vrede voor Syrië en in aansluiting voor vrede in Mali en hoe we dat zouden vormgeven. Hij was meteen enthousiast en vertelde dat de imam van de grote moskee in Mopti er ook iets over had gezegd. Hij had opgeroepen om te bidden voor vrede. “Maar, had hij erbij gezegd, vrede begint ook bij onszelf". Dus ik vraag ieder om drie kommen te nemen. In de ene doe je twee handen vol rijst, in de tweede twee handen vol gierst en in de derde twee handen vol sorgo. Vervolgens breng je die kommen naar de (andere) arme sloebers die overal in Mopti te vinden zijn en naar de families waarvan je weet dat er geen eten is”.
Terwijl Baba me dit vertelt denk ik ondertussen aan de discussies over de zogenaamde “vluchtelingenproblematiek” in Nederland en voel me beroerd.

Door de burgeroorlog in Mali neemt de armoede in Mopti en op het platteland toe, in tegenstelling tot de situatie in de hoofdstad die steeds rijker lijkt te worden door het westerse hulpgeld. En wat kun je dan doen? Je kunt nog indringender tot god bidden en elkaar helpen of je wordt boos en richt je tegen de steeds rijker wordende elite.

We hebben een nieuwe medewerker, Diarra. Hij is net met pensioen. Hij werkte 27 jaar voor een Malinese NGO (niet gouvernementele organisatie) die zich bezighoudt met familieplanning. Bij die NGO. was hij schoonmaker en notulist van de vergaderingen, dezelfde NGO waar Baba ooit werkte tot hij besloot nooit meer voor een NGO te werken.

Bij ons is hij nu verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het schooltje en hij geeft de alfabetiseringslessen. De eerste dagen was hij danig in de war. En toen ik hem uitnodigde voor een gesprek barstte hij uit in een lange, onbedaarlijke huilbui. Tussen de tranenvloed door gaf hij met horten en stoten veel voorbeelden over de bureaucratische, hiërarchische en verziekte atmosfeer op zijn werk. Een lege huls vol met protocollen, opgelegd door de westerse donateur met goede bedoelingen, uitgevoerd door de Malinese functionarissen met catastrofale gevolgen.

Het is exemplarisch voor de manier waarop de lokale NGO’s die ik hier ken werken. De donateur geeft geld maar de voorwaarden die daaraan verbonden zijn verstikken en vermorzelen de nog aanwezige culturele waarden. Bureaucratisch wordt nauwgezet nagestreefd om te voldoen aan die voorwaarden of in ieder geval de schijn op te houden, anders komt er geen geld meer vrezen ze. Maar wat de donateur niet ziet is de enorme menselijke ellende die zich achter die façade voltrekt plus wat er in werkelijkheid van het geld gerealiseerd wordt of eigenlijk vooral niet gerealiseerd wordt.

Een Afrikaan heeft ooit gezegd:
"Afrika is beroofd van zijn substantie en wat het gekregen heeft, bleek bovendien beroofd van inhoud."

Diarra ondertussen begint zijn draai te vinden en komt elke dag met nieuwe, originele ideeën. Hij kan het echter nog niet nalaten om innerlijk en uiterlijk dubbel te klappen als hij mij, de blanke weldoenster, onverwacht op zijn pad vindt. Gelukkig wordt hij door de anderen daarover hartelijk uitgelachen dus het zal wel slijten.

En verder, na de sociale ochtendoefeningen, bidden/mediteren we in de kring voor vrede in Syrië en in Mali. Dat versterkt in ieder geval de gemeenschapsband.
Diarra geeft zijn les in alfabetisering
 
Buurman monsieur le gouverneur (bijnaam) probeert een van mijn voortreffelijke kroketten.

Een andere buurman, een echte nazaat van de Tellem, de oorspronkelijke bewoners van de Dogon. Ze worden gezien als gevaarlijk omdat ze nog over de oude magie zouden beschikken. Ze zijn niet groter dan 1.50. Elke zondag brengt Sedou hem en zijn vrouw (ze hebben geen kinderen) iets te eten van Here Bugu, deze keer 5 kilo rijst. (foto Sedou)