zaterdag 12 januari 2013

de gebeurtenissen van de afgelopen dagen


Maandag hoorden we dat Konna was aangevallen door de jihadisten. De spanning op Here Bugu steeg, moet ik vertrekken of niet. Maar ook dachten we: nu gaat er iets gebeuren, de malinese regering zal nu in actie komen, als Konna valt en ze komen naar Mopti, dan is het afgelopen voor Mali en vervolgens West Afrika. Het vliegveld is slechts 2 km. van Here Bugu vandaan. 
Woensdag was iedereen opgelucht in Mopti. Konna (50 km van Mopti) was gevallen en in handen van de malinese militairen.
“Mali zal ze allemaal verslaan, geen zorgen, het leger is sterk enz. enz “ riep iedereen.

Moe en rusteloos
Ik ben moe en rusteloos. En een beetje misselijk omdat ik in twee dagen achter elkaar mijn kostbare voorraad kaas uit Nederland heb opgegeten, zonde om die eventueel achter te moeten laten. Iedereen is aan het werk en ik besluit een boodschap te gaan doen in Sevare, verf kopen om de nieuwe ping pong tafel te schilderen. Het verfwinkeltje is precies tegenover de militaire kazerne aan de weg tussen Mopti en Sevare. Als ik aankom met de auto springen hysterische soldaten voor de auto en gebaren me aan de kant te gaan. Met grote snelheid komen achter elkaar stokoude pick-ups vol met militairen aangescheurd uit de richting van Konna en rijden het terrein van de kazerne op. De soldaten schreeuwen en joelen. We denken dat ze op hun ongedisciplineerde manier de overwinning vieren. Ik sta naast de auto te kijken. Het is 2 uur ’s middags.
Even daarvoor is Konna gevallen, gevallen!!!! Zelfs de verantwoordelijken in Mopti en de hoofdstad zijn niet op de hoogte. De soldaten die ik zag waren op de vlucht geslagen, een ander deel was achtergebleven op het front. Er waren doden en gewonden. B. belt, Christiaan belt,: Yvonne waar ben je? Ik zeg: ik sta te kijken naar de soldaten die terugkomen en de overwinning vieren. B. is bij de douane voor papieren voor de auto. Daar hoort hij dat Konna is gevallen. Maak dat je weg komt schreeuwt hij door de telefoon, ga naar Here Bugu, ik kom.

Vanaf dat moment verandert alles. Mensen beginnen en masse te rennen. Er vallen schoten. Scholen gaan open en de kinderen rennen naar huis. Mijn telefoon rinkelt onophoudelijk: Yvonne je moet weg. Ik weet de auto uit het gejoel te rijden, pik nog een groep schoolkindertjes op en breng ze langs hun huis. Op Here Bugu staan alle werklui, anderen mensen komen aangereden op brommers. Natuurlijk heb ik mijn koffers niet klaar. Sedou rukt ze uit de opslag, 15 mannen hangen als een tros om me heen en gaan met me het huis in waar ze nooit komen. Kasten worden opengerukt, spullen in de koffers gegooid, onderbroeken kleren, papieren, schoenen, alle kabeltjes van telefoon, laptop enz.
De telefoon houdt niet op. Martine, mijn franse vriendin: ik wil niet weg, ik sluit me op in mijn kamer met mijn honden, ik ga niet, (later belt ze dat ze toch is vertrokken en veilig is) Willem, ik ben al onderweg, wacht op jullie voorbij de douaneposten. B. komt op de brommer, je gaat mee naar Mopti, daar pak ik mijn spullen, nee je blijft hier, ik kom zo terug, de telefoon, de weg naar de grens is afgesloten, jullie moeten opschieten, iedereen rent door elkaar, het cordon van 15 man blijft om me heen als bijen welke stap ik ook zet. Ik geef Sedou geld en telefoonkaarten. Nadenken niet mogelijk, afscheid nemen ook niet, voor ik het weet zit ik in de auto op weg naar Mopti. Overal angstige mensen, hollend, langs de kant van de weg kijkend naar alle 4wheeldrives auto’s, ambulances die als idioten over de weg razen.

Om 15.30 zitten we in de auto op weg de stad uit. Overal militairen die mensen  oppakken. Arme Peulen met hun blauwe jurken en punthoeden. Iedereen zonder identiteitspapieren wordt opgepakt en weggebracht. Konna is gevallen omdat het vol zat met infiltranten, jihadisten die verkleed als Peul onder de bevolking liepen. Ze waren met grote groepen, verkleed als lokale mensen met een bepaalde busmaatschappij uit het Noorden naar Konna gekomen. Het was een valstrik, de jihadisten bereiden voor, provoceren laten even winnen en dan blijken ze alles omsingeld te hebben.
In Mopti en Sevare moeten ook veel infiltranten zitten, iedereen zonder papieren in traditionele kleding, Peul of Touareg wordt opgepakt en gedood, de omgeving wordt in hoog tempo uitgekamd.

We komen erdoor heen met de auto, de angstige blikken van de mensen op ons netvlies. We zien grote grijze vliegtuigen aankomen die landen op het vliegveld. Bij de grens kent Baba overal mensen. We nemen de familie, vrouw en kinderen van een militair mee, zonder bagage. Het is vol, een grote file van vluchtende mensen in alles wat wielen heeft. Ik had gezorgd dat de auto volgetankt was. Onderweg gestrande auto’s zonder diesel. Er zijn geen pompen hier, in Mopti zijn ondertussen de benzinestations dicht. We komen erdoorheen en rijden over de slechte weg vol gaten richting San. Daar komen we aan in het donker.
In het ons bekende, niet meer functionerende, toeristische wegrestaurant treffen we Willem met Niagaly. Steeds meer mensen komen binnen. Bankdirecteuren, medewerkers van Orange, Rode Kruis en masse gevlucht. We slapen op het parkeerterrein in de auto, wordt lek gestoken door die klote malariamuggen.

Fransen en Duitsers komen te hulp
Donderdag rijden we verder, ontbijten in Segou. Daar zien we op tv een toespraak van Hollande. Er is een luchtbrug gevormd, de Fransen en Duitsers komen te hulp. Waarschijnlijk waren ze al die maanden paraat in Senegal, hoe kunnen ze anders in een paar uur tijd ter plekke zijn? Al die maanden dat internationale niet mogelijk was, dat de regering niets leek te doen. Al die maanden dat de jihadisten alles hebben kunnen voorbereiden voor deze vuile oorlog.  Nu lijkt de impasse doorbroken, maar wat gaat er gebeuren?

We komen in Bamako aan en gaan naar ons bekende hoteletje. B. is ondertussen een wandelend informatiecentrum. Jongleert met zijn twee telefonen. Hij heeft overal vrienden, de een zit aan de knuppel van een vliegtuig dat Konna bestookt, de ander vecht op de grond of verzorgt gewonden in het ziekenhuis. Later wordt alle telefoonverkeer met het noorden afgesloten, niet met Mopti gelukkig.
Helicopters circuleren al uren boven Here Bugu, meldt Sedou, de omgeving wordt doorzocht op zoek naar infiltranten. Sedou meldt gezien te hebben dat 20 peulen uit onze omgeving werden gedood door de militairen op bruuske wijze. De noodtoestand is afgekondigd, dan hebben militairen vrije hand. Inmiddels zijn Senegalezen, Nigerianen legertropen gearriveerd. Gevaarlijk, die zijn nog meedogenlozer tegen de bevolking. Ik wordt onafgebroken gebeld, nog nooit in mijn leven zijn zoveel mensen zoo blij geweest dat ik vertrokken ben.
We zeggen dat alle werkers op Here Bugu moeten blijven.

In Bamako is het leven anders, de mensen hebben geen idee wat bij ons gebeurt. De voorlichting van de bevolking bestaat hier niet zoals in Nederland. Vrienden van B. komen langs. Ik neem een warme douche en open mijn koffer met een rare mengelmoes aan bagage, van oude verfkleding, een deken, de riem van Tjakko tot gelukkig ook wat bruikbaars. Ik trek schone kleren aan. We gaan naar de supermarkt, de mens zit raar in elkaar. Ik koop shampoo, een tandenborstel, een groot stuk echte chocola, een fles wijn voor mij en sap voor B. , een grote gebraden kip. We lachen en eten.
 
In Mopti hebben de broers van Baba alle verantwoordelijkheid voor zijn gezin en Here Bugu op zich genomen. Hamsa strand langs de kant van de weg met de Nissan zonder diesel, voorraad eten voor de dieren achterin. Meteen brengt een van de relaties van B. een bidon gasoil, de auto komt veilig op Here Bugu.
Zaterdag: Willem is voorlopig in san gebleven, hij belt en we horen dat overal 4wheeldrives in beslag worden genomen om ingezet te worden. De Kanari staat nu veilig op de hof van het hotel, we gebruiken hem niet maar nemen taxi’s. Vanmiddag gaan we eten bij onze vrienden van de ambassade. Overleggen. B. gaat binnenkort terug. De burgemeester van M. zegt dat ik over een week ook terug kan. Ik wacht af. Op dit moment ben ik hier veilig.
Sedou belt met zijn telefoonkaart. Hij neemt de tijd, ik heb nu een telefoonkaart roept hij je hoeft niet terug te bellen. Als de kaart op is …dan is hij op. Dat is de realiteit van Sedou. Hoe gaat het? vraag ik. “Rien de problemès à Here Bugu” roept hij maar later verteld hij dat de militairen van deur tot deur gaan op zoek naar verklede peulen.
In het hotel heb ik geen internet, wel telefoon.

Inmiddels weten we dat veel burgers gedood worden in Mopti bij gebrek aan identiteitspapieren en op verdenking van samenwerking met de vijand. Veel onschuldigen. Iedereen is bang.