donderdag 6 februari 2020

Waar een condoom al niet goed voor is

Het is 17.00 uur. De werkdag zit erop. Aan tafel zit ik nog wat na te kletsen met twee van de meisjes. ( 20 jaar). De afgelopen week hadden we het samen niet makkelijk. Maar een crisis is altijd goed om nader tot elkaar te komen. Ze willen wat vragen aan me stellen. Intieme vragen. Het gesprek gaat al gauw over trouwen, kinderen krijgen, ongesteldheid, voorbehoedsmiddelen. Ik vraag of ze bekend zijn met condooms. Ja zegt Ami, condooms zijn heel goed voor je huid. Ik betwijfel of we het over hetzelfde artikel hebben. Omdat we vanuit Here Bugu ook aan familieplanning doen hebben we een voorraadje liggen. Ik pak er een paar uit de kast en leg ze op tafel. Ami scheurt een pakje open. Ze haalt het condoom eruit, steekt de wijsvingers van beide handen er in, draait het condoom om haar vingers, brengt het naar haar gezicht en begint op de tast puistjes uit te knijpen. Ik zit er sprakeloos naar te kijken als ik vanuit mijn ooghoek een beweging bij de deur waarneem.

We zitten in een overgangstijd wat de seizoenen betreft. Dat merk je aan de sterke stofwinden die uit alle richtingen komen. Zij kondigen het hete seizoen aan en leggen alles onder een laag stof. Tegelijk met de komst van de hitte verslechtert de algehele situatie. De rijstvelden zijn droog en geoogst nu. De weg tussen Mopti en Sevare is nog enigszins onder controle te houden maar nu de velden begaanbaar zijn met motoren en landcruisers valt die veiligheid weg. Dat is zorgelijk. Ondertussen vliegen delegaties van hulpverlenings-organisaties, vertegenwoordigers van de regering, militairen van Minusma (de blauwhelmen), dagelijks af en aan. Here Bugu ligt onder de aanvliegroute. Het vliegverkeer is niet toegankelijk voor gewone stervelingen zoals ik. Die moeten over de gevaarlijke weg. Het vliegveld van Mopti ligt op de grens tot waar je kunt komen. De aangrenzende provincie, de Dogon, is afgesloten voor blanken. Maar ook de lokale mensen op doorreis worden niet meer geaccepteerd door de heersende elite van de jihadisten. Elke dag bereiken ons berichten over moordpartijen en of platgebrande dorpen.
De Franse militairen hebben de enkele blanken die er nog woonden gedwongen geëvacueerd. Ze moesten naar Bamako, Sevare behoorde niet tot de mogelijkheden. Gaat mij dat hier ook overkomen vraag ik me een tijdje af. Maar ik laat de onzekerheid niet toe en concentreer me op het werk van de dag. 

Ik voel me redelijk veilig op Here Bugu. Het huis waarin ik werk en slaap ligt verscholen tussen bomen en struiken in het midden van het grote terrein. Het heeft een eigen erf en is ommuurd. Een ijzeren hek geeft toegang en dan is het nog een meter of 10 lopen naar mijn veranda waar ik meestal ben. Daar werk ik ook met de meisjes aan de sieraden. Overdag is Here Bugu bevolkt door alle werknemers, onze auto’s rijden af en aan. En dan is er nog de grote muur van 800 meter helemaal om Here Bugu heen met de grote toegangspoorten. Vreemdelingen vallen meteen op en komen niet zonder begeleiding bij mij in de buurt. Toch hebben we voor het eerst besloten de grote toegangspoort gesloten te houden. Er moet getoeterd worden om binnengelaten te worden. De tijd tussen 16 uur als de meeste medewerkers vertrekken en 18.30 uur als de duisternis invalt voel ik me het minst beschermd.

En nu is het dus 17.00 uur en terwijl ik naar de demonstratie van Ami over de nuttige functie van een condoom kijk, zie ik in de deuropening twee stevige mannen staan, beide in uniform en zwaar bewapend. 
Waar komen die vandaan? Ik heb ze niet horen aankomen. Geen enkele medewerker is in de buurt. Alleen de twee honden die als gekken tekeer gaan.
Ami, met haar vingers nog in het condoom, laat haar beide handen in haar roze handtas zakken en glijdt daarmee geluidloos van haar stoel af naar de grond onder de tafel. Ik sta op en schuif tegelijkertijd met één hand de andere condooms in de Rondom Baba nieuwsbrief die toevallig voor me op tafel ligt.
“Dit is het dus, ze komen me halen” gaat  het door me heen. Ik loop op ze af en ik zeg "Goedendag heren, wat kan ik voor U doen?" terwijl ik mijn hand uitsteek om ze te begroeten.
“We doen onderzoek in de omgeving", zeggen ze en "we willen graag weten wat hier plaatsvindt. Er is een gerucht dat hier kamers per uur verhuurd worden. We zijn officieren van de Minusma”. “Ok” zeg  ik enigszins opgelucht. “Zouden jullie een rondleiding willen?” Ja, dat willen ze wel.
Ik kijk naar de grote revolvers op hun heupen en vraag ze vriendelijk of het mogelijk is om de wapens af te leggen. Op Here Bugu willen we liever geen gewapende mensen zeg ik. Ik vind mezelf redelijk assertief en dat helpt me om mezelf onder controle te krijgen. Tot mijn verrassing gaan ze direct akkoord. We lopen naar hun witte landcruiser die voor het hek van mijn erf staat. Ze zijn dus gewoon helemaal het terrein opgereden en niemand hield ze tegen constateer ik. Ze willen niet dat ik dicht bij de auto kom. Ze leggen hun wapens erin maar spreken ook door een portofoon. Ik realiseer me dat ze niet alleen zullen zijn en dat dit voorbereid is. Later hoor ik dat er een paar andere auto’s om Here Bugu heen staan en er over de muur wordt meegekeken.Dat verklaart ook waarom iedereen ineens verdwenen lijkt te zijn.
De rondleiding duurt ongeveer 3 kwartier. En zoals altijd met bezoekers worden ze totaal verrast door alles wat ze zien. Eén van de twee komt uit Congo, de ander uit Kerala in India. Daar was ik een half jaar geleden voor een ayurvedische massage kuur. Hij gaat uit zijn dak als we tussen de moringabomen lopen, hij is opgegroeid met moringa. Hij is al 3 jaar gestationeerd in Mopti, de gevaarlijkste plek ooit in de geschiedenis van de blauwhelmen.  Hij heeft een tuin voor zichzelf aangelegd waar hij met zaden van thuis een grote variëteit aan groente kweekt. Ze maken foto’s en spreken met enkele medewerkers die voorzichtig uit  hun schuilplaatsen tevoorschijn komen. Als we terugkomen bij m’n huis beginnen ze met de honden te spelen. Ze komen in m’n keuken waar Sedou bezig is met mijn kruidenthee. Jullie hebben er twee vrienden bij zeggen ze tegen ons. Mogen we nog eens terugkomen, maar dan in burger en met een andere auto in onze vrije tijd. Het is niet goed voor jullie als we op deze manier hier komen. En dan brengen we zaden mee, misschien kunnen we ruilen. Ze vragen of we documentatie hebben van dit project. Ja natuurlijk en ik pak de engelstalige nieuwsbrief die op tafel ligt. Net op tijd weet ik te voorkomen dat de condooms die ik tussen de bladzijden had geschoven eruit vallen of, erger nog, met ze meegaan. Dat kan ik nooit meer rechtzetten. Ik geef ze een ander exemplaar. Vrolijk zwaaien we ze uit. En dan voel ik pas de adrenaline die door mijn lijf giert.

Een uur later word ik opgehaald. Het is al donker.De eerste keer dat ik Here Bugu in het donker verlaat. Ik heb een eetafspraak in een eenvoudig hotel in Sevare. Dit hotel wordt zwaar bewaakt. Hier logeren en dineren de delegaties, mensen van Ngo’s, kortom alle mensen die voor hun werk een reden hebben om kort in de buurt van Mopti te verblijven. Voor de ingang staat een luxe reisbusje. Eén voor één stappen er 20 spierwitte Amerikaanse toeristen uit in vakantietenu. Eén voor één worden ze gefouilleerd voordat ze naar binnen mogen. Sommige vrouwen dragen grote strooien hoeden en hebben de Gucci zonnebrillen nog op hun neus. Ze zijn allemaal ouder dan ik. Sommige echtparen houden elkaar overeind als ze het restaurant in schuifelen waar een lange tafel gedekt staat. Voor de tweede keer deze dag ben ik sprakeloos. Ik kan het niet laten om naar het gezelschap toe te gaan en een mevrouw aan te spreken. Ze maken een rondreis. Ze waren in Timbouctou, Gao, Djennee en staan nu op het punt om naar de Dogon te gaan. Overal waar al jaren geen blanke zonder risico meer rond kan reizen. Hun reis gaat gedeeltelijk per vliegtuig, gedeeltelijk per bus. Ik vraag haar of ze weet dat we ons in oorlogsgebied bevinden, dat mensen geëvacueerd worden, dat het hier gevaarlijk is, dat we in de rode zone zitten waar verzekeringen niet meer gelden.  O wat interessant roept ze tegen haar vriendinnen. Kijk eens, deze vrouw woont hier. Nee hoor wij weten van niets en ze gooit haar handen in de lucht in een niet-schieten gebaar. Ze giechelt. We komen niet voor de oorlog en we hebben gewoon een hele goeie gids, die zorgt echt voor alles. Later die avond horen ze dat de Dogontrip jammer genoeg toch niet doorgaat. Er is een brug ingestort, er liggen lijken langs de route en er liggen mijnen. Net iets teveel van het goede. Nu reizen ze door naar Burkina Faso!!!!

Ik blijf met de vragen zitten. Hoe is het mogelijk dat een groep toeristen van rond de 80 op deze manier door Mali reist, dwars door jihadistengebied, zich met vliegtuigen verplaatst terwijl er geen burgervliegtuigen zijn en hun kennelijk geen strobreed in de weg wordt gelegd. Ik kan het antwoord wel raden maar hou mijn mond. Diplomatiek als ik ben!!



♦️♦️♦️