Ik zit op Here Bugu, achter mijn laptop.
We zitten midden in
de rijstactie. De jongens
komen ’s morgens de namen halen om op de muur
te
schrijven. Er woedt een zandstorm, ik bescherm de laptop
met een theedoek. Morre komt binnen met een slang die hij heeft
doorgesneden en waar hij een van
zijn kippekuikens in heeft gevonden.
Om te bewijzen dat hij ze niet gestolen heeft
komt hij het laten zien. Getver!
Musthapa komt binnen om te vertellen dat een
wilde kat een gat heeft gemaakt in
de duiventoren en twee duiven heeft
opgegeten. Wat? Een gat, dwars door de lemen muur
heen? Ik app ondertussen met
Nederland om achter sommige voornamen te komen die niet op
de bankafschriften
stonden. De tas van Baba wordt binnengebracht. Baba draagt zijn tas niet zelf,
dat kan niet
want dat is gebrek aan respect. Als zijn tas wordt binnengebracht weet ik dat
hij in aantocht is en dat ik even tijd heb om veel door te nemen. Sedou komt
binnen. Hij haalt een
vis uit een zwart plastic zakje en legt hem trots naast
mijn laptop. Hij heeft ook eieren en
een zakje sperziebonen op de markt kunnen
bemachtigen. Eten voor vandaag. Hamza
komt terug van het namen schrijven, de
stiften moeten opnieuw gevuld. Hij heeft
wel alvast het woord ‘namen’ op de
muur geschreven, overgeschreven van
mijn papiertje want hij dacht dat dat een naam was. Sedou
begint met
een theedoek het zand van mijn tafel van links naar rechts te
meppen.
Baba komt binnen met een gast die een liedje voor me gaat zingen.
Er
komt een bericht binnen dat een naburig dorp is aangevallen.
De app piept. De
voornaam van iemand moet met een C, niet
met een K. Sedou meld dat de voorraad
koffie op is die ik
heb meegenomen uit Nederland. Wat, geen koffie meer?
De
ventilator stopt ermee. Niet genoeg elektriciteit
want er is geen zon vandaag.
Ook de pompen
voor het water houden er dan mee op.
Heel gewoon, gaat zo weer
over.
En tussen dat alles door spreek ik met vrienden en
familie uit Nederland. Heel gewoon alsof alles normaal is, zoals in Nederland. Meestal
is de connectie zo goed dat we elkaar prima kunnen verstaan.
Even later maak
ik met Baba de dagelijkse ronde over Here Bugu.
“Baba”, zeg ik, “als ik in
Nederland ben en met jou telefoneer, dan ben ik vaak ongeduldig en vergeet ik
vaak helemaal dat ik achter mijn
comfortabele bureau zit en jij misschien wel in een hete zandstorm op een markt
een koe staat te kopen met een heleboel mensen om je heen en de hele mikmak van
het Malinese leven”.
“Ja”, zegt Baba, “meestal heb ik de indruk dat je daar
niet aan denkt”.
Pffffff, ‘Verstaan’ is via onze heerlijke communicatiemiddelen
nog moeilijker geworden. Je denkt dat je elkaar begrijpt maar ‘verstaan’? Bewegen we wel genoeg?
Dat is mijn voornemen voor het nieuwe jaar: blijven
verstaan!
We wensen iedereen een bewegelijk 2018 toe.