donderdag 23 februari 2012

Kinderen van Here Bugu, een maraboet en helse vrouwen in Segou

het schooltje


Sinds een paar weken is er een schoolklasje op Here Bugu, georganiseerd door de buurt. De meeste kinderen gaan hier niet naar school. Het is te ver, de ouders hebben geen geld of het gaat om nomadenkinderen van de Peul die hier een half jaar rondom Here Bugu bivakkeren in de meest armoedige omstandigheden die je je maar kunt voorstellen. Het nieuwe gebouwtje dat uit drie klassen bestaat was bijna klaar en ingericht met tafels en stoelen uit Nederland. Een klas voor de windmolengroep en volwassenonderwijs, een klas die gebruikt wordt voor metaal en ijzerbewerking… en dan was er nog een klas over voor leer en naaiatelier. Maar op een ochtend stonden er ineens 30 kinderen voor de deur. Ze kwamen naar school. Een buurjongen had het georganiseerd. Hij gaat als enige van zijn grote familie naar school en had dit bedacht voor zijn broertjes en zusjes en de andere kinderen. Zelf ging hij voor de klas staan en we hoorden de kinderstemmetjes het alfabet opdreunen, schreeuwen liever gezegd. Na 2 uur was het stil en ging ik eens kijken. De kinderen zaten stil op hun stoelen en broer Ali was er niet meer, die was naar zijn eigen school. En zo begon het.


Inmiddels is er een onderwijzeres die vrijwillig de kinderen 5 ochtenden lesgeeft. Op zijn Malinees, dat wil zeggen op de manier van de Franse kolonialisten. Schreeuwen, slaan, dreunen en weinig lol. Zo hoort dat, denken ze.
Veel kinderen zitten om half acht al te wachten bij het hek. De meesten hebben het koud (de grote hitte is nog niet begonnen en de ochtenden zijn fris met veel zandstorm). Ze zijn tussen de 5 en 10 jaar oud. Sommigen zijn zwak en ondervoed en komen zonder eten in hun maag.
Elke ochtend ga ik nu naar ze toe. En dan maken we, voordat de juf komt, een grote slinger en gaan Here Bugu begroeten, de mensen die er werken en de dieren. We rapen de plastic zakken op en ander vuil en gooien het in een grote ton. Dat is nieuw voor ze, het is in Mali overal vuil, maar ze vinden het prachtig. We eindigen in een grote kring rondom een ster van stokken op het zand. We doen kringoefeningen en spelletjes met linker en rechterhand, linker en rechtervoet. Rondlopen op het geluid van een belletje en een trommeltje. De eerste dagen een grote chaos met veel geduw, getrek en gemep, nu een prachtige kring en stralende gezichtjes. De juf komt nu eerder om mee te doen en geniet. Dan lopen we in een lange slinger naar de klas, we geven elk kind een hand en de les kan beginnen.


Het wordt tijd dat we ze ’s morgens tenminste een bord gierstepap kunnen geven. Daar kunnen we de moeders voor inschakelen als we geld hebben om de pap te betalen.

Op het land worden intussen stenen gebakken en gebouwd aan de magazijnen. Er wordt getimmerd, geschaafd en gelast voor de windmolens. De tractor komt binnenrijden met een lading hooi, de ezelkar met compost. In de tuinen wordt gewied en met water gesjouwd. Een vuur wordt aangemaakt om de grote pannen rijst voor de werkers op te koken. En ik zit dan inmiddels achter de computer die nu aangesloten is door de windmolengroep op het eerste hybride systeem in Mali. Gemaakt door lokale mensen, onze mensen, de meeste analfabeet, onder leiding van Gael di Oliveira, een jonge ingenieur die hier totaal vrijwillig werkt. Ik heb net genoeg stroom van de windmolen en 2 zonnepanelen voor het internet en de computer. Het is een begin!


de maraboet
“Ani sogoma” hoor ik buiten roepen, goedemorgen. Tjakko slaat aan, hij is heel erg waaks vanaf het begin van de moeilijkheden met de rebellen in het noorden en hij blijft voortdurend bij me in de buurt. Buiten staat een prachtige oude man in een lange zwarte jurk met een uitbundige gele tulband om zijn hoofd. Het is de marabout (geestelijk leider) uit de buurt. Hij spreekt geen frans dus Sedou de gardien moet erbij om te helpen. Hij is gekomen om me te begroeten. Ruim tweeëneenhalf jaar geleden is Baba bij hem en andere maraboets langsgegaan om te vragen of ze hun goedkeuring konden geven voor de naam Here Bugu (plaats van vrede) voor het terrein dat de Stichting gekocht had. Na drie maanden kregen we het antwoord: het was goed, er zat geen smet op de naam. Nu komt hij op bezoek. Hij is op de hoogte van alles wat er gebeurt op Here Bugu en hij spreekt zijn waardering en dankbaarheid uit. Op Here Bugu worden slechte dingen verandert in goede heeft hij gehoord. Er wordt niet geslagen en we hebben respect voor iedereen. Het maakt hem gelukkig en vol goede hoop voor de toekomst. Er volgen nog wat “benedicties”, zegeningen, en dan vertrekt hij weer en laat ook mij gelukkig achter. Begeleid door de wijsheid van Baba is Here Bugu werkelijk een “plaats van vrede” in een land dat bedreigd wordt door oorlog en honger.

een maraboet uit Djennee

de vrouwen van Segou
We waren drie dagen op schoolreis met zeven mannen van de windmolengroep als beloning na een zeer productieve periode en als onderdeel van hun opvoeding. We gingen naar Segou, hier 400 km vandaan. Excursie naar andere windmolens en bezoeken van het grote Festival de Niger. Een grote stad voor onze “jongens”. Ze waren heel stil na de mededeling dat we dit gingen doen. En heel stil op de heenweg. Aangekomen op onze slaapplaats, 2 kamers voor ons allen, het was er heet en geen ventilator, begon het bidden. Het leek wel of ik in een moskee zat, het “Allah gejammer voorover op de mat” hield niet op. “Ik ben er ook nog”, riep ik, “dit is niet om uit te houden voor mij, bid dan in godsnaam gezamenlijk en niet één voor één”. Ze keken me verbaasd aan. “we hebben maar één bidmatje meegenomen” zeiden ze. Dus om de hoek een grote mat gekocht, een mat voor acht personen. We namen deel aan het festival dat wordt bezocht door veel mensen uit de hoofdstad. Vrouwen met blote benen die bier drinken en hand in hand lopen met hun vriendjes. We ontmoetten de grote Malinese musici en waren bij de concerten met duizenden mensen. Ze waren totaal overdonderd en stonden als zoutpilaren tussen de dansende massa. Op de terugweg in de auto praatten ze honderduit. En wat bleek!!
De overlevering vertelt dat de vrouwen van Segou gevaarlijk zijn. Heel gevaarlijk. Ze doen een poedertje in de ochtendpap en bieden dat een man aan. Als hij het opeet is hij verloren en voor altijd in de macht van die vrouw. Ze waren allemaal bang geweest, en ook hun families, dat ze niet meer in Mopti terug zouden keren. ’s Morgens aten we daarom voor de zekerheid brood. Maar, ze hadden kennis gemaakt met het leven dat ze kenden van de televisie en keerden terug als helden. In Mopti gaat nu zelfs het verhaal rond dat ze in Parijs zijn geweest. En ik weet weer eens hoe moeilijk het hier is om de werkelijke reden van gedrag te doorgronden. Het vele bidden had een reden want met “benedicties”, schietgebedjes, wend je het gevaar af. De windmolengroep die bestaat uit 5 verschillende etnische achtergronden is inmiddels echter een hechte eenheid geworden met diepe vriendschappen. Een echte Here Bugu groep.

bezoek aan een windmolen om water te pompen in Segou

kennismaken met Habib Koite