woensdag 4 februari 2015

" LE TROC ", een oude en nieuwe manier van leven






De hitte komt hier altijd met een klap. Tot gister was het aangenaam, de nachten lekker fris op het dak, ingepakt in mijn dikke slaapzak inslapen onder de heldere sterrenhemel. Overdag aangenaam warm.

Maar nu met volle maan komt de hitte ineens met volle kracht en ik moet wennen. Ondertussen zijn de Peulen weer in grote getale om ons heen neergestreken. ’s Nachts sloffen de meutes koeien over het zandpad op weg naar de laatste waterplassen. Het fijne, vuile zand veroorzaakt een dichte zandmist die zelfs tot op het dak reikt en door mijn muskietennet heen dringt.

De Peulen leven ’s nachts. Overal ruik je hun vuurtjes van gedroogde koeienstront en hoor je hun gekwebbel, hun fluitmuziek en klapspelletjes vermengd met het gesteun van de koeien, het gillen van een enkele vastgebonden ram, het geblaf van de honden.

De rijst en gierstvelden zijn geoogst. Over blijven de grenzeloze goudgele vlaktes met dorre stengels. Overal zie je grote koeien en schapenkuddes met hun herders die over het land trekken om te grazen. Ook heel veel mensen die verspreid als kleine stipjes in de zinderende velden de hele dag stro of de rijst- en gierstkorrels die zijn overgebleven verzamelen. De weg tussen Mopti en Sevare is vol met zwoegende paarden en ezels die de volgeladen karren met stro en zakken rijst trekken. Maar ook veel mensen die lopen met de enorme vrachten op hun hoofd.


Het is een race tegen de klok. De pakhuizen van de veevoederhandelaren raken vol. Binnenkort zullen de handelaren ’s nachts stiekem de velden in brand steken en zie je overal de lage vuren branden. De lucht die je inademt wordt zwart en verstikkend. Dat doen ze om de boeren en herders te dwingen hun voorraden veevoeder te gaan kopen. Het is een trieste aanblik om de herders te zien die hun koeien over een enkele niet verbrandde strook tussen de zwartgeblakerde velden leiden. (men zegt ook wel dat het verbranden gebeurt om het onkruid weg te branden maar de eigenlijke reden is het veevoeder en het levert fikse spanningen op tussen de boeren en de handelaren).

Ook wij zijn onderweg om het stro te verzamelen voor het komende jaar. Met de tractor met aanhanger. We hebben een nieuw apparaat gekocht om blokken te maken van het stro. Die blokken kunnen we makkelijk opslaan in de magazijnen tegen de tijd dat de regen begint en we pas door de helft van het stro heen zijn. Als we genoeg hebben kunnen we ook blokken tegen een redelijke prijs verkopen aan de mensen om ons heen. Ook lenen we straks het apparaat uit aan de buren zodat ze blokken van hun eigen hooiberg kunnen maken.




Alle Bellavrouwen zijn ook op de velden. De hele dag werken ze in de brandende zon om hun rantsoen voor het komend jaar te vergaren. Ze hebben alleen een grote bidon water bij zich. Eten doen ze maar 1 keer per dag, meestal ’s avonds.



Januari is voor mij een drukke maand. Het afhandelen van de financiƫle administratie van het afgelopen jaar, nadenken over het nieuwe jaarverslag en dan vooral de hele organisatie van Here Bugu dat inmiddels een heel bedrijf aan het worden is.
En dat valt niet mee. De meeste van onze medewerkers zijn analfabeet. En nu moeten ze bijhouden, plannen en verantwoording afleggen. Hoeveel kroppen sla zijn er verkocht, hoeveel kippen, eieren enz.
Maanden geleden hadden ze allemaal schriftjes gekregen en een kleine kas met uitgebreide instructies.
Baba had de leiding samen met een nieuwe medewerkster, Fatoumata. Zij heeft jaren in Bamako gestudeerd aan de universiteit en zou alles volgen en bijhouden op de laptop.
Toen het moment was aangebroken om mij de resultaten te laten zien bleek er niets van haar werk te zijn terechtgekomen. Fatoumata had de computer voornamelijk gebruikt om soaps te kijken, via facebook te chatten met haar vriendinnen en te skypen. Elke ochtend kwam ze binnen sloffen als een groot gevaarte, in kleurige gewaden opgedirkt met nep goud, overgoten met parfum en glanzende make-up op haar gezicht. Het prototype van de Malinese vrouw die hogerop geklommen is. Ze had bij grote ontwikkelingshulp organisaties gewerkt en op een advocatenkantoor. Ze was oprecht stomverbaasd dat ik geen genoegen nam met deze situatie. “Niemand werkt”, zei ze. “Zo doen we het allemaal hier als je een kantoorfunctie hebt” zei ze. Ik wilde haar ontslaan maar Baba haalde me over het nog een keer te proberen met haar omdat we met iemand anders hetzelfde probleem tegen zouden komen. Zelf bekende ze snikkend dat ze graag wilde veranderen en leren hoe ze het wel moet doen.

Fatou, na de crisis al meer een Here Bugiaan

Maar ik wilde toch cijfers zien. (het gaat hier dus om de opbrengst van wat verkocht is, geen hele grote bedragen). Maar ook Baba had de cijfers niet en zwijgend zat de hele meute met hun beduimelde schriftjes waar geen wijs uit te worden was voor mij aan tafel. Dat herhaalde zich een paar dagen, de spanning steeg. Zodra ze weer buiten stonden barsten de onderlinge gesprekken los.

En toen kwam Baba met het verlossende woord.
“Yvonne”, zei hij, “het is de troc, niet makkelijk om uit te leggen”.
En in een ongekend lange monoloog heeft hij geprobeerd om me geduldig uit te vertellen wat “de troc” is en ik was onder de indruk van wat ik hoorde.
Bamoi, verantwoordelijk voor de kippen, heeft elke dag een paar kartonnen platen met eieren en soms wat vleeskippen. Die gaan ’s avonds met de Kanari en de werklui mee naar Mopti. Zo gaan er ook kroppen sla mee, wortelen of uien uit de tuin van Morre, papaja’s, mango’s en andere vruchten via Sjan, moringa in zakjes via Baba enz. In Mopti worden ze overgedragen aan een marktvrouw, een werkloze jongere of de moeder van Baba die ze zelf verkopen of weer overdragen aan iemand anders. De verdiende muntjes gaan van hand tot hand. Maar er moet ook ingekocht worden. Vispoeder, schelpen voor de kalk, mais voor de kippen, allerlei soorten kaf voor visvoer, konijnenvoer. Dat voer moet gemalen worden door iemand met een machientje, gestampt, gezeefd. Het inkopen gebeurt bij bevriende handelaren (Baba heeft een enorm netwerk van mensen die allemaal kleine neringdoenden zijn). Zij worden in natura betaald, dus met de eieren en de kippen enz. Bij “de troc” (ruilhandel) is een enorme groep mensen betrokken, niets wordt op papier gezet, geen bonnetjes, maar iedereen heeft alles precies in zijn hoofd, ook de analfabeten. Dit systeem zorgt er voor dat in de grote groep van extreem arme mensen niemand uit de boot hoeft te vallen. Want iedereen heeft zijn aandeel in het gezamenlijke overlevingssysteem en gunt elkaar ook om daar zijn aandeel in te hebben.

Het evenwicht van dit overlevingssysteem wordt echter compleet verstoord op het moment dat individuele handelaren, vaak door middel van corruptie of doordat ze beslag weten te leggen op instromend westers geld, monopolies veroveren. En een probleem ontstaat ook wanneer ik probeer op mijn westerse wijze een overzichtelijke Here Bugu administratie te maken van onze handel. Want ze laten zich terecht hun leef en denkwijze waarbij ze zich veilig voelen niet zomaar afpakken. Desnoods maken ze een soort imitatie-boekhouding zoals het westen dat wil zoals bij N.G.O’s gebeurt want Malinezen zijn er ook heel goed in om het westen voor te spiegelen wat ze willen, maar de werkelijkheid daarachter is heel anders.






Het hele leven in de groep mensen om Here Bugu heen is echter nog gebaseerd op dit “troc” systeem en Baba is er een meester in. Zand opgehaald bij de bootjes in de haven, cement, ijzer, de mecanicien van de auto’s, noodfonds, welke kinderen hebben een plekje op school,  alle overleg gaat op deze manier. Bovendien zijn een groot aantal van de mensen uit dit netwerk inmiddels "vrienden" van Here Bugu. En zij niet alleen. Het aantal mensen om ons heen, van hoog tot laag in de samenleving dat komt kijken en zich verwondert en bewondert groeit. (er zijn natuurlijk ook vijanden maar daar spreek ik niet over) 

Ik voel  een groot respect voor de "troc"en voor de wijze waarop de mensen met elkaar omgaan. Ik ben er inmiddels ook in opgenomen. Tegelijk is het moeilijk om zicht te krijgen nodig voor het uitstippelen van beleid. De grote uitdaging voor Here Bugu  is het nu om "onze" manier te vinden en vooral een manier waarmee Baba en zijn omgeving verder kan.

Het wakker worden binnen dit overlevingssysteem zonder het te verwerpen lijkt zijn vruchten af te werpen. Er is nieuwe energie voelbaar. Met zweet, huilen en lachen  komt er structuur en er ontstaat langzaam van binnenuit een organisatiemodel dat vormend werkt op de medewerkers.

Speerpunten zijn moringa, pluimvee (met konijn en vissen), moestuin en het armbandenproject.
Daarnaast de ontwikkeling van de school,
De cursussen en bijscholingen,
En… tenslotte al de vele kleine dingen die het leven op Here Bugu zo bijzonder maken.

het rijgen van de armbanden

400 armbanden voor de Antropologist in New York, over een tijdje ook te koop in Nederland
tassen in Nederland te koop via info@rondombaba.nl
de nieuwe droogmachine voor de moringablaadjes


moringa aanplant
na lang aandringen is de familie Sedou een eigen moestuin begonnen met hulp van Morre
eindelijk is de bus van Jip die hier al twee jaar stond weer in beweging en is door de douane en wordt opgeknapt en omgebouwd tot transportbus.


volgende week: Here Bugu verdubbeld en het Here Bugu schooltje