zondag 8 december 2013

Een bloedbad en de kapitale kracht van geluk


Mijn blog voor vandaag, The day after, deel II, stond klaar om te publiceren. 
Het gaat beter met mij. De temperatuur is gezakt, ik ben mijn huis aan het schoonmaken en schilderen. Een teken dat ik aan het aankomen ben.
Een blog over de mooie dingen van Here Bugu, vol met foto’s. 

En toen gebeurde er gisteren iets dat Here Bugu en de idealen waar Here Bugu voor staat op zijn grondvesten deed schudden.
Toen het gisteravond allemaal achter de rug was dacht ik nog dat ik gewoon de mooie, blije blog zou plaatsen. Ik was bang dat wanneer ik zou vertellen wat er gebeurt is mensen hun vertrouwen in ons werk op Here Bugu wel eens zouden kunnen verliezen. Dat ze zouden zeggen: “zie je wel, dit is een onmogelijke opgave”.

Maar nu is het de volgende ochtend. Bij het ontbijt lees ik op internet een columm van Bas Heine naar aanleiding van het overlijden van Mandela:

“Als Mandela werkelijk een voorbeeld voor ons allen is, dan is er ergens iets wanhopig misgegaan………
Naast ontzag klinkt in de loftuitingen onmiskenbaar weemoed door, alsof met de man ook iets anders verloren gaat. Alsof tegelijk met de 95-jarige Zuid-Afrikaan een heel wereldbeeld ten grave wordt gedragen.
Welk wereldbeeld? De overtuiging dat je mensen hun onderlinge geschillen kan laten overstijgen door een beroep te doen op hun gedeelde menselijkheid, de notie dat diepe wonden alleen kunnen helen door verzoening en vergiffenis, het geloof, kortom, in het goede in de mens (wat iets anders is dan het geloof dat de mens goed is). Je kunt inderdaad niet beweren dat dit gedachtegoed bezig is aan een triomftocht over de wereld.”

Dit had ik nodig om de opgebouwde spanning van gisteren te breken, om te huilen en om te besluiten op te schrijven wat er gebeurde.

Om 10 uur ‘s morgens sta ik in mijn huis op de ladder de muren te witten. Sedou heeft me zojuist geholpen de lange ladder te plaatsen. Hij maakt nog een hengsel om de emmer aan op te hangen en vertrekt om op de motor naar de markt te gaan.

Even later hoor ik aanhoudend hysterisch gehuil van Kaziem, het tienjarig zoontje van Sedou uit de richting van de nieuwe schommel komen.

Dat doet Kaziem wel vaker. Hij provoceert andere kinderen of de knechten en als hij dan een tik krijgt brult hij dat het een lieve lust is om te kijken of zijn vader of moeder ingrijpt. Sali en Sedou zijn daar niet eensgezind in. De vraag of zij ingrijpen hangt van hun eigenbelang af en of zij daarmee een boodschap aan de ander kunnen afgeven.
Dit keer is er meer aan de hand want het brullen houdt aan en ook de andere kinderen beginnen te schreeuwen.

Ik kom van de ladder en loop met de kwast nog in mijn hand het terrein op. Bij de schommel zie ik een vechtende kluwen mannen, daarnaast Sali met een hevig bloedende hand en de schreeuwende kinderen om dit alles heen.
Als ik dichterbij kom zie ik dat het Sedou is die over de grond rolt met Abou, één van de knechten. Boven hen staat Idrissa, ook een knecht (maar tevens de zoon van Sedou), met een van haat vertrokken gezicht en een bebloede machete (een scherp soort zwaard van 65 cm., een moordwapen) in zijn hand klaar om in te hakken op de nek van Abou die bovenop ligt.

Ik aarzel geen seconde, ga ertussen staan, haal mijn arm uit om de zwaaiende arm van Idrissa te breken, hij doet een stap naar achter en ik maak van de gelegenheid gebruik om de machete uit zijn hand te wringen. Ik schreeuw zo hard ik kan herhaaldelijk de naam van Sedou, pak hem bij de capuchon van zijn winterjas en trek zo hard ik kan.

Ik kan niet vertellen hoe verschrikkelijk kwaad ik op dat moment ben.

Aboe huilt en is door het dolle heen maar de grote Morre komt aanlopen en ontfermt zich over hem.
Sedou blijft roepen: “ik vermoord hem, ik vermoord hem”. Ik geef Sedou nog net geen draai om zijn oren maar ga pal voor hem staan en schreeuw dat hij nu stopt of het is afgelopen met Here Bugu. Daarop zakt hij op de grond en blijft met zijn hoofd in zijn armen zitten. De kinderen krijsen nu met zijn vijven uit volle borst en Sali staat daar maar met haar hand in de lucht. Ondertussen zie ik dat Abou zwaar gewond is. Hij heeft een houw van de machete onder zijn knie, tot op het bot, twee houwen over zijn rug en bloedt als een rund.
Met de machete nog steeds in mijn hand geef ik orders. Morre en Abou naar mijn huis, Sedou en familie bij hun eigen huis. Ik zie dat er ondertussen gealarmeerde buren en kinderen het terrein oplopen en zwaai dat ze weggaan en geef opdracht de poorten te sluiten.
Dan hoor ik godzijdank het geluid van de Kanari die het terrein oprijdt, Baba en Hamza stappen uit.
De twee gewonden kunnen niet naar het grote ziekenhuis zegt Baba want dan wordt er meteen proces verbaal gemaakt en krijgen we een lange nasleep. Dus Hamza vertrekt met de gewonde Sali naar de kleine katholieke ziekenpost en ik ontferm me voorlopig met snelverbanden over Abou. Hij is helemaal overstuur. Baba belt Christiaan, onze verpleger die vaak beter is dan een dokter en die komt direct en heeft injecties tegen tetanus en hechtmateriaal bij zich.
Baba belt ook de andere mensen van de “cercle confidentiel” de “vertrouwenskring”van Here Bugu die we 2 jaar geleden hebben opgezet, bij elkaar 9 vrijwilligers uit de omgeving van Here Bugu en uit alle lagen van de bevolking.
Ze komen allemaal direct.
Baba en ik hebben geen woorden nodig in dit soort situaties om van elkaar te weten wat we willen. Het gebeurde gebruiken om te transformeren naar een positieve nieuwe inzet om verder te komen. In de herinnering van alle betrokkenen moet deze gebeurtenis voortleven vanwege de manier waarop we het hebben opgelost en niet vanwege de afschuwelijke gebeurtenis zelf.

Als we niet meteen ingrijpen verliezen we die mogelijkheid en is de kans groot dat de messen geslepen worden. Iedere partij zal zijn familie en vrienden te hulp roepen om zijn familielid/ vriend te wreken. Dit is Afrika .
Maar als we het goed doen dan kan dit het sociale systeem van Here Bugu versterken.
Als de gewonden gehecht, verzorgd en gewassen zijn komen we met zijn allen bij elkaar in de Salle de Jip.
Ik ben onder de indruk hoe het gaat, een oude traditie treedt hier in werking. Iedere betrokkene doet zijn verhaal. Er wordt geluisterd en nooit onderbroken. Dan spreken één voor één de “getuigen”, de negen leden, hun oordeel uit.
Niemand wordt gespaard en wat me vooral verrast is dat iedereen zegt dat het probleem voor een deel bij Sali ligt, waar ik het mee eens ben.
Van de Here Bugu groep is zij degene die uit is op haar eigen gewin. Baba en ik hebben altijd geprobeerd haar erbij te betrekken maar ze manipuleert tussen de kinderen en Sedou, tussen de kinderen en de knechten, en de kinderen en mij.
Sedou zit daardoor vaak klem als verantwoordelijke voor Here Bugu enerzijds en als vader van zijn gezin anderzijds.

In dit geval heeft  Abou, de knecht, een klap verkocht aan Kaziem, het zoontje, omdat deze hem uitschold voor zijn ziekte (hij heeft epilepsie). 
Abou zorgt voor de vruchtenbomen en verzamelt de vruchten voor verkoop op de markt. Sali wil ook vruchten en geeft Kaziem opdracht ze stiekem te verzamelen. Abou verbied dat en Kaziem scheldt hem uit. 
Na de klap krijst Kaziem hartverscheurend en Sali geeft Sedou opdracht in te grijpen. 
Dit patroon herhaalde zich al dagen en Abou heeft dat niet onder stoelen of banken gestoken waardoor hij de verhouding Sali/Sedou op scherp heeft gezet.  
Dus deze keer krijgt Sedou een waas voor zijn ogen, pakt zijn machete onder zijn kussen vandaan, rent op Abou af en brengt de eerste slagen toe. Idrissa zijn zoon ziet het gevaar en weet de machete uit zijn handen te trekken maar verwond daarbij Sali met een diepe houw in haar rechterhand. Sedou springt bovenop Abou voor een vuistgevecht maar dreigt te verliezen. Idrissa voelt zich verplicht zijn vader te verdedigen en wil Abou neerslaan, een slag in de nek die fataal was geweest.

Nu we weten wat er gebeurt is en iedereen zijn oordeel heeft uitgesproken worden er afspraken gemaakt. 
Diarra stelt voor dat Sedou een tweede vrouw krijgt om de eerste in toom te houden. Dat wordt afgestemd. Maar uiteindelijk worden er rollen verdeeld. Buurvrouw Ina, een kei van een vrouw, neemt Sali onder haar hoede voor “heropvoeding”, Diarra gaat Sedou begeleiden en Sedou krijgt de opdracht meer met zijn zoon op te trekken, Idrissa en Abou sluiten vrede. Er wordt afgesproken dat er niet over het incident geroddeld wordt.
Tenslotte spreekt iedere betrokkene in het conflict ook nog zijn eigen aandeel in het conflict uit en vraagt hij de de anderen hem te helpen om dit een volgende keer te vermijden. Alleen Sali kan dit niet omdat zij geen idee heeft over haar manipulerende gedrag.

De zitting wordt opgeheven.
Dan staat de dominee met een delegatie van de protestantse gemeente voor de poort. (Abou is hier lid van). Zij hebben van het incident gehoord en komen verhaal halen. Zij vertrekken gerustgesteld na een gesprek over bidden en liefde en een rondleiding over Here Bugu.
Dan komt een groep jongeren en daarna de buren. We staan ze allemaal te woord.
En dan is het de beurt aan de kinderen. Baba en ik praten met de kinderen over wat er gebeurt is. Ik geef ze papier en kleurpotloden om een mooie tekening te maken en stuur ze langs Abou om hun excuses aan te bieden (ze hebben allemaal gepest).

We besluiten de dag met een mooie film in de bioscoop (gelukkig heb ik Willem die een enorm reservoir aan films heeft waaruit ik mag putten zo nu en dan).

Zondagochtend worden de gewonden door Christian opnieuw verzorgd. 

Er hangt een aparte stemming op Here Bugu, zacht en verlegen. Sedou komt zijn excuus aanbieden en we praten over zijn jeugd in de Dogon waar geweld altijd beantwoord wordt met geweld (vooral tussen Peulen en Dogonnais) en vooral over zijn geweldadige en machtige vader. Ik zeg hem dat ik blij ben dat hij nooit een geweer heeft gekregen en dat de machete voorlopig bij mij blijft. Als er dieven komen ‘s nachts moet hij de hulp van de knechten inroepen en mag hij geen geweld gebruiken om Here Bugu te verdedigen.
Als dit nog een keer gebeurt kan ik hem niet meer helpen al zou ik het willen, dan zal hij moeten vertrekken.

Ik word bij de put geroepen, er is een eend in gevallen die op 20 meter diepte dobbert. Als ik terugkom staat er een bos bloemen op mijn tafel van de kinderen met hun tekeningen:







Tot slot vond ik vanochtend dit:

"De kapitale kracht van geluk"
"Een Braziliaanse topondernemer werd schatrijk door zijn werknemers gelukkig te maken met vertrouwen, openheid en liefde.”

Ik neem aan dat schatrijk hier slaat op geld.
Het zou mooi zijn als Here Bugu ooit schatrijk wordt maar zelfs zonder eigen geld, met de steun en het vertrouwen van velen, zijn we vandaag in ieder geval rijk.
waarom?
vanwege het volgende:

"De overtuiging dat je mensen hun onderlinge geschillen kan laten overstijgen door een beroep te doen op hun gedeelde menselijkheid, de notie dat diepe wonden alleen kunnen helen door verzoening en vergiffenis, het geloof, kortom, in het goede in de mens (wat iets anders is dan het geloof dat de mens goed is).'

met dank aan Nelson Mandela

volgende blog:15 december