vrijdag 23 november 2012

Ik ben Fatimata, de echte zuster van Baba deel 1

Baba in zijn jeugd

De grote, gele kanari verraadt altijd waar ik ben. Dus als hij voor het hotel van Martine staat komen allerlei mensen even langs om naar mijn gezondheid te informeren.

Op een dag klopte Martine op de deur van mijn kamer waar ik zat te werken.
“Er zit een vrouw op het terras die je wil spreken, ze zegt dat ze de echte zuster is van Baba Traore, maar ik vertrouw het niet, ze is heel hautain en agressief”.

Ik liep het terras op en daar zaten rond een tafeltje een Malinese arts die op werkbezoek was en in het hotel logeerde, een wat slordige dikke Peulse vrouw met een zwart getatoeëerde mond en een ongelooflijk mooie, jonge en lange vrouw.
Ik gaf iedereen een hand en ging op een stoel naast de vrouw zitten, een beetje schuin naar haar toegedraaid. Om mij te zien moest ze haar hoofd naar me toedraaien wat ze duidelijk niet wilde. 
Ze zat daar als koningin Cleopatra en was giftig als een slang. Ze droeg een lange tuniek over een pofbroek, beide van soepel vallende zwarte zijde. Zowel de broek als de tuniek waren afgezet met brede manchetten van zachtgele zijde eenvoudig versierd met wat pailletten. Op haar hoofd van dezelfde combinatie een kunstig gedraaide doek die soepel langs haar hals viel. Ze had prachtige handen met lange slanke vingers die ontspannen op de stoelleuning rustten, een lange slanke hals, een glanzend mooie huid. Ze hield haar kin omhoog en keek met onbewogen blik voor zich uit terwijl ze af en toe probeerde uit haar ooghoeken naar mij te kijken. Ik schatte haar tussen de 25 en 30 jaar.
Ik begon een gesprekje met de arts tegenover me over het weer en de warmte toen ze ineens in perfect Frans luid riep: “Ik ben Fatimata, ik ben de zuster van Baba Traore, zelfde vader en moeder!”.
Ik lachte naar haar en zei: “dat is ook toevallig, ik ken ook een Baba Traore maar we hebben het vast niet over dezelfde want ik ken zijn zuster en broers en jou heb ik nog nooit ontmoet”.
Haar ogen schoten vuur en ze begon één voor één de namen op te noemen van de familie van Baba. Ze was niet meer te stuiten: “weet je dat Makan nu in Bamako is voor een familiehuwelijk, weet je dat Sidi in Sevare woont, dat Sekou, de maraboet van de familie in Djennee woont…, weet je hoe zijn vader en moeder heten?” en ze ging maar door.
“Ik ken ze allemaal” zei ik en ook in Djennee ben ik vaak op bezoek geweest. Maar jou ken ik nog niet”.
Ik legde mijn hand op haar arm en zei: ”Ik wil wel even zeggen dat ik je erg mooi vind en dat je een prachtige jurk aan hebt, heel smaakvol en helemaal niet Malinees”.
“Wil je ook zo’n jurk”, zei de Peul begeleidster/slaaf.
“Nee, dat hoeft niet”, zei ik “maar ik vind hem erg mooi.” 
Ik vroeg aan Fatimata of ze getrouwd was en wat voor werk ze deed. Ze was niet getrouwd en handelaar van beroep. Waarin ze handelde wilde ze niet vertellen.

Het gesprek ging duidelijk niet de kant op die zij wilde en ineens stak ze een fel verhaal af in het Bambara tegen de arts. Deze begon een beetje ongemakkelijk te draaien op zijn stoel en zei tenslotte tegen mij:

“ ik moet tegen je zeggen dat als Baba een tweede vrouw wil nemen hij toestemming van de familie nodig heeft. Hij is wel chef de famille maar de families uit Djennee, Mopti en Sevare moeten bij elkaar komen om daarover te besluiten.”
 “O” zei ik en richtte me weer tot Fatimata, “is hij dan van plan een tweede vrouw te nemen?”
Als blikken konden doden had ik nu niet meer geleefd en weer stak ze een verhaal in het Bambara af.

“Baba heeft drie maanden in jouw huis gewoond” zei de arts tegen me. 
Nu viel bij mij het kwartje echt.
 “Jaa, hij was ziek en ik heb hem verzorgd en de familieraad heeft daar toestemming voor gegeven" zei ik ."Baba is nu weer terug bij zijn vrouw. We werken elke dag samen maar daar hoeft de familie geen toestemming voor te geven, nietwaar?”

“ Baba of de familie moet voor alles toestemming geven” zei ze. Ze richtte zich nu rechtstreeks tot mij. “Praten ze met jou?” vroeg ze, “weet jij alles?”.
“Nee”, zei ik, “ik praat met Baba over het werk en ik ben niet op de hoogte van familieaangelegenheden, dat hoeft ook niet.”

Langzaam begon ik een idee te krijgen waar dit over zou kunnen gaan.
Ze stond op, gaf me licht glimlachend een hand en schreed het hotel uit met haar Peul-slaaf hobbelend met een grote tas achter haar aan.
Missie volbracht.

“Ja, je zit hier nog midden in de traditie”, zei de arts, “sterkte”.

De volgende dag feliciteerde ik Baba met zijn beeldschone zuster.

wordt vervolgd...

Baba is de jongen rechts op de foto