donderdag 3 december 2020

Doneren voor de Rijst- en Gierstactie


Welkom op de donatiepagina voor de rijst- en gierstactie van stichting Rondom Baba

Een zak rijst á 70 euro:

scan de code of gebruik de link: https://tikkie.me/pay/v39bg0c38dlpps4hbvp2

 

Een zak gierst á 40 euro:

scan de code of gebruik de link: https://tikkie.me/pay/m2mheo4roi2qdqojsedl

 

Een ander bedrag:

scan de code of gebruik de link: https://tikkie.me/pay/ae3ck09hqtkfdvv2955d


'Gewoon' overmaken of donaties vanaf een buitenlandse rekening:

onder vermelding van 'Rijstactie'

Rekening houder: Stichting Rondom Baba
IBAN: NL98TRIO0784740593 BIC
Swift code: TRIONL2U 

We vinden het fijn om te weten wie u bent, stuur ons een e-mail met uw gegevens (om privacy redenen zien we deze niet bij de bankgegevens)

Schrijf je in voor de Babablog en blijf op de hoogte van de actie:

http://eepurl.com/bez7ED

Of scan de code voor een link naar het inschrijfformulier:

Volg ons (met af en toe een livestream)

Instagram @rondombaba_nu
Facebook
Linkedin

zaterdag 28 november 2020

De oer-toestand van de onschuld




Ik heb alles goed voorbereid, iedereen heeft instructies om alles in goede banen te leiden dus ik zit rustig met Baba op mijn terras en geniet van een kop koffie terwijl Hamidou naar de Peulen is om het eerste groepje kinderen op te halen.

 

Vanmorgen zal ik in de Salle de Jip, naast mijn huis, beginnen met het eerste klasje Peulkinderen. Hamidou heeft vorige week in zijn mooie schrift de namen van alle kinderen van 2 tot 13 genoteerd. Een hele klus als je de Peulen (half nomaden) een beetje kent. Voorlopig tweehonderd maar er komen er meer de komende maand. Er zwerven nog een heel aantal dag en nacht rond. Ergens op het veld in de nabije omgeving om een paar beesten te hoeden. Broodmager en vuil, nauwelijks iets anders te eten dan wat verse melk en een handje gierst. Ik heb het schrift van Hamidou doorgenomen en groepen gemaakt van 12 kinderen per groep. Groepen van zes, zeven en acht jaar oud, groepen van 9, 10 en 11 en van 12 en 13 jaar. 

“Daarboven is te oud, daaronder te jong en baby’s mogen niet mee op de rug van zusje of broertje” zeg ik nadrukkelijk tegen Hamidou. “Dat moet je echt tegen de moeders zeggen hoor want dat is voorwaarde” voeg ik er nog aan toe. 

 

Als je niet beter wist zou je kunnen denken dat ik een medewerker van een NGO, een expatter ben of zo’n soort iemand. Maar dat is niet zo, ik heb voldoende ervaring. Wel ben ik net weer acht maanden in Nederland geweest en moet er weer even inkomen. In Afrikaans organiseren dus. Baba vertrekt geen spier van zijn gezicht en de afgelopen dagen deed hij echt zijn best om me te helpen alles piekfijn in orde te krijgen. Precies zoals ik het wou hebben.

 

Ik neem net mijn laatste slok koffie als ik Baba hoor mompelen: “Yvonne, dit gaat geloof ik niet helemaal zoals je het bedoeld had”.


Baba schept orde 


Ik kijk op en zie een grote groep kinderen en moeders, waaronder Hamidou met zijn armen in de lucht, die zich perst door het smalle hek dat toegang geeft tot mijn terrein. Iedereen is in hoogste staat van opwinding. Ze willen allemaal naar school. Moeders rukken rode linten van het ene kind af, hangen het om een ander kind en sleuren dat vooraan in de rij. Ze snappen niet dat er vandaag één groep begint, morgen de volgende, ze komen aan de beurt, behalve de groten (die er met tranen in hun ogen bij staan) en de kleintjes die sowieso huilen. Baba grijpt in en doet dat zoals ik van hem gewend ben.

Hij is zijn gewicht in goud waard. Iedereen bedaard en ik vertrek met de eerste groep en Hamidou en Abdu, die Peul spreken, naar de Salle de Jip. Baba veegt nog even alle moeders en kleine kinderen van het terrein af, sluit het hek en vertrekt.

 

En daar sta ik met de eerste groep van zesjarige kinderen die met grote ogen opkijken naar die witte vrouw van Here Bugu die kennelijk de school is. Peul spreek ik niet. Met behulp van Abdu en Hamidou zet ik de kinderen behoedzaam in een kring en noemen we onze namen. Tevreden kijk ik rond en dan zie ik uit mijn ooghoek toch nog een verstekeling. In een hoek van de Salle de Jip rolt een naakte baby onder een lap vandaan.

 

En zo begint het tweede schooltje op Here Bugu. Het schooltje voor kinderen die traditioneel niet naar school gaan. Ik ben geen onderwijzeres. Wel moeder van drie kinderen die ooit op de Vrije School zaten. En ik heb goed opgelet. Ik geloof in het onderwijssysteem van de Vrije School. En twee doorgewinterde Vrije School leraressen helpen me. En Hamidou en Abdu die minstens evenveel genieten als de kinderen.

Er kwamen deze week al drie onderwijzers kijken. De tam tam werkt hier snel. “Kunnen wij dit ook leren wat je hier doet”, vroegen ze. “Hier word je zo blij van!”.

 

Deze kinderen zijn overlevers. De kindersterfte onder de jongsten is enorm. Geboren wordt er elke week, begraven ook. “Gewoon een beetje aan de kant duwen in de graven” zegt Baba.

Ik heb mooie stuiterballen. Doorgeven in de kring lukt eerst niet. Ze houden de bal stevig vast en als er een tweede bal langs komt willen ze die wel doorgeven. Ik doe alles met doorgeven. De leitjes, dan de krijtjes. Hun linkerhand mogen ze traditioneel niet gebruiken want daar vegen ze hun billen mee af. Daarom wassen we eerst de handen met zeep en al spelend vergeten ze het. Links en rechts, links rechts, links rechts. De coördinatie daartussen heeft direct impact op hun gedrag, ze worden socialer. 

Hier, in de Salle de Jip, op mijn erf, zonder de krijsende moeders, zusjes en broertjes zijn de kinderen veilig. Misschien wel voor het eerst van hun leven. Ik doe de bewegingen voor, dan Hamidou en Abdu en dan tekenen ze op hun leitjes in de grootste stilte en concentratie. Af en toe kijkt een kind naar me op. En dan is het of ik even de hemel in kijk, in het firmament, in de peilloze diepte. Mijn vroegere lerares zou zeggen: “je kijkt in de oertoestand van de onschuld.”

's Middags zijn ze weer aan het werk, bedelen in Sevaré of bij de schapen of rijstkorrels zoeken op het land.

 

Volgende week begint onze jaarlijkse rijst- en gierstactie in de decembermaand. 

We willen dit jaar alles uit de kast halen om te laten zien dat bij ons je geld direct en zonder omhaal terecht komt bij de gezinnen en kinderen die het het hardste nodig hebben. Dat zijn niet alleen de Peulen maar ook de gezinnen van onze medewerkers. Zij zijn allemaal vrijwilligers die slechts een vergoeding krijgen. 

Help ons zodat wij de zakken rijst en gierst kunnen inkopen. Wij zorgen daarnaast voor die andere voeding, het onderwijs en de opleidingen aan jongeren en volwassenen, zoveel als we kunnen.

Meer informatie hoe je ons kunt volgen en de kinderen kunt ontmoeten, ook de jeugd van Here Bugu, volgt de komende weken.

Doe mee, geef het alsjeblieft door, daar help je ons mee! 

Wat wij hier doen helpt en het werkt!


de rechte lijnen


zij begint alvast aan de ronde lijnen



zoo lief









  







maandag 9 november 2020

Mijn woonkamer is de hunne

foto van internet

Met de vogeltjes op Here  Bugu 
onderhoud ik een liefdevolle relatie. Kleurrijke zangvogeltjes die in de twijgen zitten van de bamboescheuten tegen de gazen horren van het terras. Ik verwen ze af en toe met klassieke fluitmuziek of Maria Callas. Volgens Seydou zingen ze niet tijdens de maanden dat ik er niet ben!!!! Toen ik gister aan het eind van de dag na de lange vermoeiende reis het terras opstapte was het vogelkoor opvallend luid aanwezig. Seydou, die niet op de hoogte was wanneer ik zou arriveren zei glunderend: ik wist dat je gauw zou komen, ze zijn gisteren begonnen.

Waar of niet, het is heerlijk om die voorstelling te koesteren.

 

Ik ben er dus. Door alle echte en niet echte maar wel gevreesde hindernissen heen, ben ik aangekomen. Vandaag, mijn eerste dag na de lange reis, ben ik wel aanwezig maar nog vermoeid. Mijn woonkamer was de afgelopen 9 maanden de hunne. Ik moet hem weer in beslag nemen. Bij het aantrekken van de andere jas  ben ik niet altijd aangenaam, daar weet Baba van mee te praten. Ik ben hem veel verschuldigd op dat vlak. Dus acclimatiseer ik en bestudeer het leven even voornamelijk vanuit mijn hangmat. 

 

Het is of ik nooit ben weggeweest. Dit is mijn ‘andere’ leven’ in een ander continent. De laatste jaren wel overbrugd door het onvolprezen internet. Maar je kunt niet alles overbruggen. Ik blijf altijd de intermediair. Een Malinees spreekwoord zegt: ‘de vreemdeling ziet slechts wat hij kent’. In de afgelopen twaalf jaar waarin ik als ‘vreemdeling’ op Here Bugu dag en nacht geleefd heb tussen de lokale mensen met al hun verschillende etniciteiten en culturen ben ik geen vreemdeling gebleven, eerder een allochtoon geworden. Maar sinds ik de laatste drie jaar door de omstandigheden negen maanden in Nederland ben en slechts drie maanden hier moet ik tijd nemen om in te burgeren om mijn ‘vreemdelingen-ogen’ af te leggen om te kunnen ‘zien’. Als ervaringsdeskundige neem ik daar inmiddels een paar dagen voor. Dat scheelt heel wat miskleunen van mijn kant.

 

Ik beschouw Baba en mezelf als pioniers in een andere vorm van ontwikkelingssamenwerking. Een vorm die meer past bij onze tijd en gebaseerd is op ‘wederkerigheid’ in de samenwerking. Daar bedoel ik mee dat we allemaal ‘wordend’ en ‘lerend’ zijn. Het kan nooit de bedoeling zijn dat we allemaal uniform gaan denken en handelen. Eigenlijk zouden we voor een betere toekomst bereid moeten zijn de bewegelijkheid van het ‘ver-staan’ te beoefenen. De bewegelijkheid om te wisselen tussen autochtone en allochtone standpunten. Dat maakt het leven een stuk rijker.En gelukkig zijn een toenemend aantal mensen, waaronder veel jongeren, daarin geïnteresseerd.

 

Om de wederkerigheid en uitwisseling te bevorderen heb ik besloten deze keer veel meer gebruik te gaan maken van het internet en de social media. De BaBaBlog leent zich niet voor directe indrukken. Door video kom je dichterbij. En dat is niet de enige reden. Door de onveilige situatie hier kan ik al jaren geen deskundigen uitnodigen voor de verschillende activiteiten. We gaan nu een poging wagen om via ‘live-stream’ deskundigen vanuit Nederland aanwezig te laten zijn en anderen mee te laten kijken. Het is een spannend experiment.

Daarnaast houd ik belangstellenden regelmatig door de week heen op de hoogte via instagram, facebook en linkedin. 

Bovendien zijn we begonnen aan de voorbereiding voor de jaarlijkse rijst en gierstactie die zal plaatsvinden van 6 december tot 29 december waarbij de vele kinderen op Here Bugu elke dag zullen oefenen voor een gezamenlijke prestatie op de laatste dag. Daarvan zal via ‘live-stream’ elke dag een stukje te volgen zijn. Ik ben bijzonder trots op de zo nodige deskundige hulp daarbij van Daphne van ’t Hof, sales-manager en content marketeer van Return to Sender en Pelpina, tv/video producer en videomarketing specialist.

De aankondigingen zullen voornamelijk via de volgende kanalen plaats vinden: 

LinkedIn Rondom Baba: https://www.linkedin.com/company/17890006/admin/

Facebook rondom Baba:https://www.facebook.com/Rondom-Baba-105504888026104


instagram: rondombaba_nu en gernervertelt 

 

 

                            aankomst zondagmiddag


kinderen die op onderwijs wachten

 

vrijdag 30 oktober 2020

We zijn tijdgenoten

De vijand

We hebben, misschien wel voor het eerst in de geschiedenis van de wereld, een waarneembare, gemeenschappelijke vijand, de corona. Een vijand die het sociale, het gemeenschappelijke lijkt te vernietigen. We mogen elkaar geen handen meer geven, niet meer knuffelen, samen leven in nabijheid. Lichamelijk wel te verstaan. Dat zou in ons wakker kunnen roepen dat we elkaar vanuit ons gevoel, vanuit ons ‘hart’ wel de hand kunnen reiken, vanuit onze intentie wel in elkaars nabijheid zijn. Daar moet je wat meer moeite voor doen en, een voordeel, het valt niet zo makkelijk te ‘faken’. Het tegendeel lijkt echter te gebeuren. Er ontstaan grote breukvlakken in de maatschappij, in organisaties en binnen families over de wijze waarop we deze gemeenschappelijke vijand dienen te verslaan. Het is een hele slimme vijand. Het virus lijkt veel meer te vernietigen dan de lichamelijke gezondheid alleen.

Mijn vijand
In het opbouwen van ons project Here Bugu, land van vrede, zijn Baba en ik de afgelopen 12 jaar, zonder dat dat we ons daar de eerste jaren bewust van waren, ook een splijtend virus tegen gekomen. Een splijtend virus dat ook terug te vinden is in de ‘black lives matter’ beweging, in economische vooruitgang voor de minderheid, in ontwikkelingssamenwerking, ja eigenlijk in alles waarover er in de media zo lustig op los wordt gedebatteerd.
In het begin zeiden Baba en ik tegen elkaar: als het ‘ons’ niet lukt de kloof te overbruggen dan komt er nooit een Here Bugu. Dat was onze enige houvast terwijl we soms bij wijze van spreken rollend over het zandpad gingen. Met pijn in ons hart moesten we ontdekken dat de kloof, het virus, in onszelf zat.

Onze vijand
Baba vertrouwde me toe dat hij door de samenwerking met mij in zijn eigen ziel moest ontdekken dat hij murw was geworden voor de samenwerking met witten (in het frans is wit en blank allebei ‘blanc’). Dat door de samenwerking (als werknemer bij een O.N.G, met toeristen, met langskomende delegaties van Westerse organisaties) zijn eigen ontwikkeling was gestopt. Dat hij niet meer kon denken, niet meer kon leren. Ook niet van mij al deed hij alsof. Maar zijn pijn zat tot vlak onder de huid en manifesteerde zich regelmatig.|
“Westerse mensen zien in ons geen mensen, ze hebben geen waardering voor ons maar dienen hun eigen belangen ook als die het ‘goede doel’ dienen. Ze zien ‘ons’ niet” zei hij eens.

Ik leed ook pijn. We werkten samen maar kwamen niet dichterbij. Hun afhankelijke houding en gebrek aan initiatief stoorden me. Tegelijkertijd voelde ik me overgeleverd aan een complete verwarring door wat ik zag van de uitwerking van de geïnstitutionaliseerde ontwikkelingssamenwerking. Ik schaamde me over de westerse arrogantie. Ik was eenzaam en daar bovenop kwam mijn woede over wat de wereld ons aandeed met zijn wapenhandel, mensenhandel, cocaïne en andere slechte import en exportproducten.
Maar Here Bugu groeide en dát ging gelijk op met het ont-wikkelen van onze eigen binnenkant en onze liefde voor het project.

De vijand verslaan
De omslag in ons proces ontstond gek genoeg tegelijkertijd met het uitbreken van de gewelddadige confrontaties binnen Mali, in 2012, die ook voor mij een direct gevaar inhielden en tot op nu inhouden.
Ondanks het gevaar bleef ik omdat het ineens als vanzelfsprekend voelde dat ik er niet voor mijzelf was, het ging niet meer om mij, niet over mij, niet om hun maar om‘ons’! En die boodschap was onvoorwaardelijk, kwam uit mijn hart en kwam over.
Baba maakte mij er overigens later op attent dat deze verandering had plaatsgevonden. Vanaf dát moment begon voor ons de tijd van leren en inspireren van elkaar en van samen de problemen aangaan. De energiebron waaruit we putten is ineens immens en aanstekelijk. Wat we doen is niet voor onszelf maar voor de toekomst, we reiken mogelijkheden aan. Die mogelijkheden ontstaan vanuit de mensen en de realiteit, het gegeven van de lokale situatie. Er ontstaan voortdurend nieuwe oplossingen. We doen dat op een redelijk gelijkwaardige manier van samenwerken waarbij de grote verschillen geen hinderpalen meer zijn en de collectieve pijn uit het verleden geen rol van betekenis meer speelt. We staan ‘samen’ voor een taak in dienst van een betere toekomst.
Als ik aan Baba vraag of hij een boodschap heeft voor ons in Europa in verband met de vluchtelingenstromen en conflicten bij ons zegt hij:

Als Here Bugu nog iets steviger in zijn vel zit en we kunnen beginnen met het te verspreiden op weg naar ‘Elk dorp zijn eigen Here Bugu’ dan kunnen we laten zien dat Here Bugu’s een oplossing zijn voor een betere toekomst voor Mali. Dat het de moeite waard is om hierin te investeren”.

Bewustzijn als oplossing
Terug naar Corona. Door tegenslag kunnen we wakker worden. Of ondergaan door versplintering. Voor de mensen in Mali is de tegenslag de oorlog, de klimaatverandering, de honger, de malaria, de armoede en de corona. Hier hebben we nu de corona, andere vijanden zijn minder merkbaar. Het vaccin zal ons hoop ik helpen. Maar dat zal slechts tijdelijk zijn als we niet wakker willen worden.
Mijn werk in Mali leert me dat bewustzijn het voertuig is waarmee we tot zelfkennis kunnen komen en tot nieuwe samenlevingsvormen. We moeten onder ogen durven en willen zien wat we zelf veroorzaken. De pijn die dat doet maakt ons rijker en sterker.